VMBO-T3_ PW _Thema 6 Zintuigen

Thema 6 Zintuigen


Neus
Tong
Huid
Oog
Oor
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Zintuigen


Neus
Tong
Huid
Oog
Oor

Slide 1 - Tekstslide

Succes!

Slide 2 - Tekstslide

Bij accommoderen wordt de vorm van de ooglens aangepast.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag


De adequate prikkel voor drukzintuigen is de zwaartekracht.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Pijnpunten komen overal in het lichaam voor.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag


In de afbeelding is een deel van het netvlies schematisch getekend. In de afbeelding is met S de blinde vlek aangegeven.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag


Het licht valt op het netvlies volgens de richting van de pijl.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

In de afbeelding zie je het oog in vier verschillende situaties.

Iemand leest in de volle zon een boek.

Welke figuur geeft voor deze omstandigheden zowel de lensvorm als de pupilgrootte juist weer?
A
figuur 1
B
figuur 2
C
figuur 3
D
figuur 4

Slide 8 - Quizvraag

Door straling van de zon kan je huid verbranden. Je huid voelt dan warm en pijnlijk aan en ziet er rood uit. De verschijnselen van de verbranding gaan na een paar dagen vanzelf weg.

Welk deel van de huid is of welke delen van de huid zijn door de verbranding beschadigd geraakt?
A
alleen de lederhuid
B
alleen de opperhuid
C
zowel de opperhuid als de lederhuis

Slide 9 - Quizvraag

Waar in het oog wordt het scherpste beeld waargenomen?
A
in de blinde vlek
B
in de gele vlek
C
in de lens

Slide 10 - Quizvraag

Je ziet een schematische tekening van een doorsnede van het oor.

Welk deel is aangegeven met nummer 10?
A
De buis van Eustachius.
B
De gehoorzenuw.
C
Het slakkenhuis.
D
Het trommelvlies

Slide 11 - Quizvraag

Welk zintuig in de huid reageert op lichte aanraking?
A
warmtezintuig
B
pijnpunt
C
drukzintuig
D
tastzintuig

Slide 12 - Quizvraag

Welk nummer geeft aan waar de reukzintuigen liggen? En bij welk nummer liggen de smaakzintuigen?
A
reukzintuig=2 smaakzintuig=3
B
reukzintuig=4 smaakzintuig=5
C
reukzintuig=2 smaakzintuig=5
D
reukzintuig=4 smaakzintuig=3

Slide 13 - Quizvraag

De zintuigcellen in het oog worden gevoeliger voor lichtprikkels wanneer er bijna geen licht is. De lichtgevoeligheid neemt de eerste tien minuten in het donker langzaam toe, na twintig minuten kun je al goed zien, na een uur zijn je ogen helemaal aangepast aan de geringe hoeveelheid licht.

Twee beweringen over de aanpassingen in het oog in de beschreven situatie zijn:
1 Na een uur in het donker is het aantal zintuigcellen sterk afgenomen.
2 Na een uur in het donker is de drempelwaarde voor de lichtprikkels verhoogd.
Welke van deze beweringen is of zijn juist?
A
alleen bewering 1
B
alleen bewering 2
C
zowel bewering 1 als bewering 2
D
geen van beide beweringen

Slide 14 - Quizvraag

Je ziet een schematische tekening van een doorsnede van het oor.
Wat is de functie van het deel dat is aangegeven met nummer 6?
A
De luchtdruk in het oor regelen.
B
Geluidstrillingen doorsturen.
C
Impulsen naar de hersenen sturen bij beweging.

Slide 15 - Quizvraag

In welke situatie trekken de straalsgewijs lopende spieren in je oog samen?
A
Als je een donkere ruimte in komt lopen.
B
Als je in de zon zit en een boek aan het lezen bent.
C
Als je tegen de zon in probeert te kijken.
D
Als iemand een bal naar je hoofd gooit.

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer het buiten vriest en je zonder handschoenen op de fiets stapt, gaan je handen eerst erg pijn doen. Als je te lang buiten blijft zonder handschoenen, zul je merken dat je handen gevoelloos worden. Je spreekt dan van bevriezingsverschijnselen.

Welk onderdeel van de huid is bij de bevriezing (tijdelijk) beschadigd geraakt en veroorzaakt zo de gevoelloosheid?
A
tastknopjes
B
zenuwen
C
zenuwuiteinden

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer je per ongeluk recht in een felle lamp kijkt, zie je eventjes zwarte vlekken. Deze vlekken ontstaan doordat een onderdeel van het oog tijdelijk beschadigd is geraakt door het felle licht. De plekken die zijn beschadigd, functioneren niet meer goed. Hierdoor zie je zwarte vlekken. Na een paar keer knipperen zijn de beschadigingen weer hersteld en kun je weer goed zien.
Welk onderdeel van je oog heeft in bovenstaand geval beschadigingen opgelopen?
A
de blinde vlek
B
de lens
C
de pupil
D
het netvlies

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen

Slide 19 - Sleepvraag

Dolfijnen bepalen door middel van echolocatie hun locatie en die van andere dieren of voorwerpen in het water. Vanuit hun kop kunnen dolfijnen hoge pieptonen uitzenden, die weerkaatsen tegen bijvoorbeeld een vis. Het teruggekaatste geluid kan de dolfijn opvangen met zijn onderkaak. Door de sterkte van het signaal kan de dolfijn bepalen hoe ver hij verwijderd is van de vis.

Met welk zintuig of welke zintuigen van de mens komt dit systeem van echolocatie (het opvangen van geluid) het meest overeen? Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open vraag

Je vult de afwasteil met heet water. Wanneer je je handen in het water stopt, voelt het water erg heet aan. Maar als je een paar minuten bezig bent, valt het met de warmte wel mee.

In de context staat: ‘Maar als je een paar minuten bezig bent, valt het met de warmte wel mee.’
Leg uit waardoor het water niet meer zo heet aanvoelt als je handen een tijdje in het water zitten. Ga er bij je antwoord van uit dat de temperatuur van het water gelijk blijft.

Slide 21 - Open vraag

Noem twee soorten prikkels die je kunt waarnemen met je tong.
Geef van elk soort prikkel een voorbeeld.

Slide 22 - Open vraag

In de linkerkolom staan kenmerken en functies van onderdelen van het oor in willekeurige volgorde.
Sleep de kenmerken en functies (A tot en met C) naar de bijbehorende onderdelen (1 tot en met 3)
gehoorgang
slakkenhuis
gehoorbeentje
bevat vloeistof en zintuigcellen
geleid geluiden naar het trommelvlies
geeft trillingen door

Slide 23 - Sleepvraag

Yolinda heeft een grote bos bloemen gekregen voor haar verjaardag. Als ze haar neus in het boeket steekt, ruikt ze een heerlijke geur. Sleep de gebeurtenissen die plaatsvinden bij het ruiken in de juiste volgorde.
De lucht strijkt langs de reukharen.
Lucht wordt opgesnoven met de neus.
Er ontstaan impulsen.
De zintuigcellen worden geprikkeld.
De gevoelszenuwen leiden de impulsen naar de hersenen.

Slide 24 - Sleepvraag

Bij een gezond oog is de lens helder. Staar is een aandoening van het oog waarbij de lens troebel (minder helder) is geworden door de ophoping van eiwitten.
Hieronder zie je vier klachten bij zien, welke van die klachten kunnen bij staar voorkomen? Sleep deze in het vak 
mogelijke klachten
bij staar
lichtschitteringen of vlekken zien
slecht in de verte kunnen kijken,
maar goed van dichtbij
een vertraagde pupilreflex
wazig zien

Slide 25 - Sleepvraag

Narsin heeft online een nieuwe broek gekocht. Wanneer hij de broek past, ontdekt hij dat hij per ongeluk de verkeerde maat heeft besteld. De broek knelt namelijk rondom Narsins buik.

De ......... in de huid zijn de zintuigen die dit gevoel registeren.

Welk woord hoort er op de stippellijn?

Slide 26 - Open vraag

Oudere mensen kunnen vaak nog wel zonder bril in de verte scherp zien, maar niet meer van dichtbij. Dit heeft te maken met de elasticiteit van hun ooglenzen.

Kunnen de ooglenzen van oudere mensen niet meer bol genoeg worden of kunnen ze niet meer plat genoeg worden? Leg je antwoord uit.

Slide 27 - Open vraag

In de afbeelding zijn een oog en een gedeelte van het gezicht getekend.

Welke delen zorgen ervoor dat het hoornvlies vochtig blijft?

Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
2 en 8
B
4 en 5
C
2 en 4
D
2 en 5

Slide 28 - Quizvraag

De politie zet bij onderzoeken zo nu en dan speurhonden in. Deze honden hebben een buitengewoon goed reukvermogen. Ze kunnen bijvoorbeeld vermiste of gevluchte mensen opsporen. Dit doen ze door aan een kledingstuk van de gezochte persoon te ruiken. De honden kunnen de geur vervolgens van grote afstand herkennen en volgen totdat de persoon is gevonden.Sommige speurhonden zijn speciaal getraind in het opzoeken van lijken. Zelfs als de lijken begraven liggen, kunnen de honden ze nog ruiken.Is de drempelwaarde voor een geurprikkel bij een speurhond hoger of lager dan die van een mens, of even hoog? Leg je antwoord uit.

Slide 29 - Open vraag

Leg uit wat een adequate prikkel is.

Slide 30 - Open vraag

Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang

Slide 31 - Sleepvraag

lens
pupil
netvlies
harde oogvlies
vaatvlies
Glasachtig lichaam
hoornlvlies

Slide 32 - Sleepvraag

Slide 33 - Tekstslide