Les 2 - 6.1B

Deze les:

Procentuele toename herhalen
Nieuwe onderwerp: rekenen met procentuele afname
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les:

Procentuele toename herhalen
Nieuwe onderwerp: rekenen met procentuele afname

Slide 1 - Tekstslide

Een ticket voor het pretpark kost 20 euro maar wordt 18% duurder. Hoe duur is het ticket nu?

Slide 2 - Tekstslide

Een ticket voor het pretpark kost 20 euro maar wordt 18% duurder. Hoe duur is het ticket nu?
typ in je rekenmachine:

20 + 0,18 x 20 = 23,6

Het ticket kost dus 23,60 euro

Let op, geldbedragen ronden we af op 2 decimalen

Slide 3 - Tekstslide

Vorig jaar waren 1045 mensen lid van de sportvereniging. Dit jaar zijn dat er 6,4% meer. Hoeveel mensen zijn nu lid? 

Slide 4 - Tekstslide

Vorig jaar waren 1045 mensen lid van de sportvereniging. Dit jaar zijn dat er 6,4% meer. Hoeveel mensen zijn nu lid? 
Let op:          6,4% =          = 0,064


Dus 1045 + 0,064 x 1045 =   1111,88

Dus er zijn nu 1112 mensen lid
Let op, het aantal mensen ronden we af op hele getallen
1006,4

Slide 5 - Tekstslide

Vorig jaar waren 1045 mensen lid van de sportvereniging. Dit jaar zijn dat er 6,4% meer. Hoeveel mensen zijn nu lid? 
Let op:          6,4% =          = 0,064


Dus 1045 + 0,064 x 1045 =   1111,88

Dus er zijn nu 1112 mensen lid
Let op, het aantal mensen ronden we af op hele getallen
1006,4

Slide 6 - Tekstslide

Een pak melk kost 1,25 euro. Volgende week is het pak 12% duurder. Hoe duur is het pak dan?

Slide 7 - Open vraag

Een pak melk kost 1,25 euro. Volgende week is het pak 12% duurder. Hoe duur is het pak dan?
typ in je rekenmachine:

1,25 + 0,12 x 1,25 = 1,4

Dus het pak melk kost 1,40 euro

Let op! Geldbedragen ronden we af op 2 decimalen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Een telefoon kost 253 euro. Hij is nu met 15% korting. Hoeveel kost de telefoon?

Slide 14 - Open vraag

Een telefoon kost 253 euro. Hij is nu met 15% korting. Hoeveel kost de telefoon?
253 - 0,15 x 253 = 215,05

De telefoon kost dus 215,05 euro

Slide 15 - Tekstslide

Een pak koffie kost 1,50 euro. Volgende week is het pak 14% goedkoper. Hoe rekenen we dat uit?
A
1,50+0,141,50
B
1,500,141,50
C
1,500,141,50
D
1,501,500,14

Slide 16 - Quizvraag

Een school had vorig jaar 1252 leerlingen. Dit jaar is dat 9% minder. Hoeveel leerlingen heeft de school?

Slide 17 - Open vraag

Een telefoon kost 253 euro. Hij is nu met 15% korting. Hoeveel kost de telefoon?

Slide 18 - Open vraag

Een telefoon kost 253 euro. Hij is nu met 15% korting. Hoeveel kost de telefoon?
253 - 0,15 x 253 = 215,05

De telefoon kost dus 215,05 euro

Slide 19 - Tekstslide

Een school had vorig jaar 1252 leerlingen. Dit jaar is dat 9% minder. Hoeveel leerlingen heeft de school?

Slide 20 - Open vraag

Een school had vorig jaar 1252 leerlingen. Dit jaar is dat 9% minder. Hoeveel leerlingen heeft de school?
1252 - 0,09 x 1252 = 1139,32

De school heeft dus 1139 leerlingen

Slide 21 - Tekstslide

Ik snap het rekenen met procentuele toe -en afname
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll


Slide 23 - Open vraag