6.3 betalen aan de overheid

6.3 Hoe komt de overheid aan geld?
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.3 Hoe komt de overheid aan geld?

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 6.3
  • wat belasting is en waarom we dat moeten betalen
  • wat is het verschil tussen directe en indirecte belastingen
  • wat is subsidie en accijns
  • welke andere inkomsten de overheid heeft

Slide 2 - Tekstslide

Belasting
Belasting is een verplichte bijdrage van burgers en bedrijven aan de overheid.
  
Bijvoorbeeld:
Inkomstenbelasting betaal je over je inkomen. Werk je bij een baas, dan heet dat loonbelasting. Dit gaat van je brutoloon af.


Slide 3 - Tekstslide

Belasting
Bijvoorbeeld:

Btw betaal je als je iets koopt. De winkelier geeft de btw door aan de belastingdienst.

Slide 4 - Tekstslide

Subsidie 
Soms wil de overheid mensen of bedrijven stimuleren om iets te doen. Dat kan door hun geld te geven. Dit noem je subsidie.

Met subsidie kan een sportvereniging bijvoorbeeld de contributie verlagen. Dan is er kans dat meer mensen gaan sporten.

Slide 5 - Tekstslide

Accijns
De overheid wil dat we minder roken, minder alcohol drinken, minder benzine verbruiken.
Daarom betaal je op tabak, alcohol en brandstof accijns

Deze extra verbruiksbelasting maakt deze producten duurder. De overheid hoopt dat we ze dan minder kopen.

Slide 6 - Tekstslide

Tijdens deze les leer je:
  • Over verschillende belastingen;
  • Waarom de overheid soms subsidie geeft;
  • Waarom de overheid soms accijns heft;
  • Wat voor niet-belastingontvangsten er zijn.


Slide 7 - Tekstslide

Opdrachten
Maken: 7 t/m 11 van blz 193 - 194
Tijd: 10 minuten
Werkvorm: Zelfstandig in stilte
Klaar? Lees vast het blauwe deel op blz 194 door.
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Niet belasting ontvangsten
De overheid krijgt niet alleen geld van de belastingen. Ze ontvangt ook:

  • Inkomsten uit aardgas, dit wordt minder!!
  • Winst van overheidsbedrijven;
  • Inkomsten van boetes;
Die noem je de niet-belastingontvangsten.

Slide 9 - Tekstslide

Opdrachten
Maken: Opdracht 12 t/m 15
Tijd: rest van de les
Werkvorm: Zelfstandig in stilte
Klaar? Top!! Mag je wat voor jezelf doen. Uiteraard niet op je telefoon. Opdrachten die niet klaar zijn is huiswerk.

Slide 10 - Tekstslide