Les 8: Communiceren in de zorg

Zelfzorg en activiteiten ondersteunen bij zelfzorg

Les 8: Communiceren in de zorg


IOZ, SCT
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
ZelfzorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Zelfzorg en activiteiten ondersteunen bij zelfzorg

Les 8: Communiceren in de zorg


IOZ, SCT

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Voorbereiding vaardighedentoets
  • Communiceren in de zorg
  • Doelen communicatie
  • Vier aspecten
  • Verbale en non-verbale communicatie
  • Goed in gesprek:

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 
Aan het eind van deze les..
















Slide 3 - Tekstslide

Communiceren in de zorg
Communiceren in de zorg is het overbrengen en ontvangen van een boodschap, het uitwisselen van informatie tussen mensen.

Het is een doorlopend proces van informatie uitwisselen tussen zorgverlener en cliënt: de een reageert steeds op de ander.

Slide 4 - Tekstslide

Communicatie heeft deze doelen:

  • Elkaar willen bereiken: je wil de ander iets vertellen of vragen.
  • Zorgen voor meer contact, een betere omgang met elkaar.
  • Elkaar beter leren kennen en beter begrijpen.
  • Betere samenwerking.
  • Zorgen voor betere zorg en dienstverlening.
  • Een goed gesprek, een dialoog (een tweespraak, een samenspraak) dus luisteren en spreken.

Slide 5 - Tekstslide

Vier aspecten van goede communicatie
  • Luisteren - de bereidheid naar elkaar te luisteren, elke dag opnieuw, niet alleen naar wat de ander zegt, maar ook naar wat hij of zij bedoelt.
  • Vragen - er een gewoonte van maken een ander eerst te vragen wat hij of zij belangrijk vindt of wil, en dan met elkaar te overleggen wat mogelijk is.
  • Inleven - het besef dat niet iedereen vooraf precies kan aangeven wat hij of zij wil, maar toch rekening houden met wat voor hem of haar belangrijk is.
  • Samenwerken - het besef dat zorgverlening een zaak van samenwerken is. En dat luisteren, vragen en inleven dus niet alleen geldt in het werken met cliënten en hun netwerk, maar ook in het samenwerken met collega’s, leidinggevenden en medewerkers. 

Slide 6 - Tekstslide

Wat is verbale en non-verbale communicatie?

Slide 7 - Open vraag

Verbale en non-verbale communicatie
  • Woorden
  • Manier waarop 
  • Gezicht of lichaamstaal 
  • Fluistert of schreeuwt 
  • Ongeveer 80% van je communicatie is non-verbaal > grote invloed


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide