Les 1 (non)Fictie , (niet)realistisch, leessmaak, waargebeurd

Fijn dat je er bent!!


Ga lekker zitten en pak je pen, schrift en leesboek.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Fijn dat je er bent!!


Ga lekker zitten en pak je pen, schrift en leesboek.

Slide 1 - Tekstslide

Maar nu eerst: 
Kijk de toets uit de toetsweek na en beslis of je de leestoets wilt herkansen of de schrijftoets.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les:
- heb je je enkele begrippen over Fictie herhaald en opgeschreven
- heb je weer enkele bladzijden uit het leesboek gelezen

Slide 3 - Tekstslide

Programma:        
- Je gaat een aantekening maken bij de begrippen:
       1. Fictie/non-fictie
       2. Leessmaak
       3. realistisch/niet-realistisch
      4. Waargebeurd
- Zoek in je boek naar bewijs!
- Verder lezen in het boek + maak een samenvatting

Slide 4 - Tekstslide

Fictie = 
Betekenis: alles wat verzonnen is. Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.




Geschreven om je te vermaken.

Voorbeelden:
Leesboek, stripverhaal, musical/toneelstukken en gedichten.




Slide 5 - Tekstslide

Non-fictie =
Betekenis: alles wat niet verzonnen is. Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.




Het is geschreven om je te informeren of instrueren.

Voorbeelden:
Nieuwsbericht, schoolboeken, kookboeken en een handleiding




Slide 6 - Tekstslide

Fictie (verzonnen verhalen)


sciencefiction
thriller / horror
fantasy
games
toneelstukken
tv-series
strips
tekenfilms
Non-fictie (Verhalen die echt gebeurd zijn of die je feitelijke informatie geven)

krantenbericht
tijdschriftartikel
studieboek
documentaire
journaal / nieuws op tv
agenda
biografie
reisgidsen

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht:
Lees bladzijde 26, 27 en 28. 

--> Is Het Diner fictie of non-fictie?

Slide 8 - Tekstslide

Realistisch en niet-realistisch = 
Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn:




Realistisch:
- Verhaal lijkt heel erg op de werkelijkheid, alles kan in het echt ook gebeuren.

Niet-realistisch:
-Verhalen met veel dingen die niet echt kunnen gebeuren.




Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Oppenheimer is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Barbie is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie

Slide 13 - Quizvraag

Opdracht:
Lees bladzijde 29 t/m 32.

--> Is Het Diner realistisch of niet-realistisch?

Slide 14 - Tekstslide

Leessmaak = 
Welke boeken en verhaal jij leuk vindt om te lezen. Het gaat om jouw eigen persoonlijke voorkeur. 




Slide 15 - Tekstslide

Waargebeurd = 
Een schrijver kan gebruik maken van waargebeurde dingen in een verhaal, zoals mensen of gebeurtenissen uit de geschiedenis. 
Een verhaal met waargebeurde dingen is wel fictie. Een schrijver past het verhaal altijd aan. 

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht:
Lees bladzijde 33 t/m 39

--> Is Het Diner een waargebeurd verhaal?

Slide 17 - Tekstslide

Aan het einde van de les:
- heb je je enkele begrippen over Fictie herhaald en opgeschreven
- heb je weer enkele bladzijden uit het leesboek gelezen

Slide 18 - Tekstslide