1.3 Het ademhalingsstelsel

Thema 1: verbranden en 
ademhaling

Basisstof 3
Het ademhalingstelsel


1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Thema 1: verbranden en 
ademhaling

Basisstof 3
Het ademhalingstelsel


Slide 1 - Tekstslide

1.3 Leerdoel
Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functie


Voor verbranding in je lichaam is zuurstof nodig. Zuurstof neem je uit de lucht op met je longen. Ook je neus en het middenrif horen bij het ademhalingsstelsel.

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Ademhalingsstelsel

Slide 4 - Tekstslide

Kun je het beste door je mond of je neus ademhalen?

Slide 5 - Tekstslide

Neusholte en mondholte
Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
De neusholte is bekleed met neusslijmvlies. 

Neusslijm: kleine stofdeeltjes en 
ziekteverwekkers blijven kleven aan het slijm.

Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte
Reukzintuig: zit boven in je neusholte

Slide 6 - Tekstslide

Keelholte en strottenhoofd
In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.
De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt. 
De strottenklep: sluit de luchtpijp af.

In het strottenhoofd zitten de stembanden.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Luchtpijp
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.

Kraakbeenringen: zorgen voor de stevigheid van de luchtpijp.

De luchtpijp is bedekt met slijmvlies.

Slide 10 - Tekstslide

De weg van de lucht
Mond- of neusholte
Keelholte
Strottenhoofd
Luchtpijp
Bronchiën
Luchtpijptakjes
Longblaasjes

Slide 11 - Tekstslide

Longblaasjes
Oppervlakte van longblaasjes heel groot.

Om de longblaasjes heen liggen kleine bloedvaatjes: longhaarvaten.

In de longblaasjes vind stofwisseling plaats
(zuurstof gaat naar bloed, koolstofdioxide uit bloed)

Slide 12 - Tekstslide

Formule van verbranding?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Quiz
Lessonup erbij pakken

Slide 15 - Tekstslide

Bij ademhalen is...
A
Zowel de huig als het strotklepje is dicht
B
De huig is open het strotklepje is dicht
C
zowel de huig als het strotklepje is open
D
De huig is dicht, het strotklepje is open

Slide 16 - Quizvraag

Wat gebeurt er in het longblaasje?
A
Zuurstof in het bloed Koolstofdioxide uit het bloed
B
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide in het bloed
C
Zuurstof uit het bloed Koolstofdioxide in het bloed
D
Zuurstof en Koolstofdioxide gaan beide uit het bloed

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een
longblaasje?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 18 - Quizvraag

Bij verslikken gebeurt er dit
A
Huig sluit niet
B
Strotklepje en huig sluiten
C
Strotklepje en huig sluiten niet goed
D
Strotklepje sluit niet

Slide 19 - Quizvraag

Zorgen kraakbeenringen in de luchtpijp ervoor dat je je niet kan verslikken?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn de voordelen van door je neus inademen?

Slide 21 - Open vraag

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
  _______>
verbranding
koolstofdioxide
zuurstof
water
glucose

Slide 22 - Sleepvraag

+
+
+
Fotosynthese
Koolstofdioxide
Glucose
Water
Zuurstof
Licht

Slide 23 - Sleepvraag

Aan het werk
Maken basisstof 1.3:
opdracht 1 t/m 10 behalve opdracht 5 


Dit is ook huiswerk voor de volgende les
volgende week woensdag.

timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Wat weten jullie nog?
Verbrandingsschema 

              +              -->                     +                  +                          (beweging en warmte)
(brandstof)                     (Verbrandingsproducten)
Glucose
1
Zuurstof
2
Koolstofdioxide 
3
Water
4
Energie
5

Slide 25 - Tekstslide

Noem alle onderdelen die je weet van het ademhalingsstelsel

Slide 26 - Open vraag

Wat is het doel van het neusslijmvlies en trillharen?

Slide 27 - Open vraag

Wat doet het strotklepje in de keelholte?

Slide 28 - Open vraag

Waar bevinden zich de longblaasjes?

Slide 29 - Open vraag

Spieren tussen de ribben waarmee de ribben en het borstbeen kunnen worden bewogen.
Spieren waarmee het midden-rif kan worden bewogen.
Ademhaling dankzij het samentrekken van het middenrif en de buikspieren.
Ademhaling dankzij het bewegen van de ribben en het borstbeen.
Voortdurende verversing van de lucht in de longen.
Tussenribspieren
Middenrifspieren
Buik-ademhaling
Borst-ademhaling
Ventilatie

Slide 30 - Sleepvraag