Formatieve toets H5 - partie 1

Formatieve toets HV1
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Formatieve toets HV1

Slide 1 - Tekstslide

Vertaal de zin naar het Nederlands:
Je déteste les montagnes russes.

Slide 2 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Nederlands:
Ils visitent la capitale française.

Slide 3 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Nederlands:
Elle porte une robe et des chaussures?

Slide 4 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Nederlands:
Les casques sont gratuits.

Slide 5 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Nederlands:
Les filles sont minces et blondes.

Slide 6 - Open vraag

Vertaal het woord naar het Frans:
het haar

Slide 7 - Open vraag

Vertaal het woord naar het Frans:
lang

Slide 8 - Open vraag

Vertaal het woord naar het Frans:
de winkel

Slide 9 - Open vraag

Vertaal het woord naar het Frans:
de tas

Slide 10 - Open vraag

Vertaal het woord naar het Frans:
binnengaan

Slide 11 - Open vraag

Vertaal het woord naar het Frans:
de rok

Slide 12 - Open vraag

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm.
J'ai une veste (rood)

Slide 13 - Open vraag

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm.
Mes chaussures (v mv) sont (klein)

Slide 14 - Open vraag

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm.
Les pulls sont (grijs)

Slide 15 - Open vraag

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm.
Voilà la (mooie) fille.

Slide 16 - Open vraag

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm.
Dans ma chambre j'ai un (nieuw) lit.

Slide 17 - Open vraag

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm.
Il a acheté un (oud) produit.

Slide 18 - Open vraag

Vertaal en zet het bijvoeglijk naamwoord in de goede vorm.
Les maisons (v mv) sont (oud)

Slide 19 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Frans:
Wie is Zinédine Zidane?

Slide 20 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Frans:
Het is een voetballer.

Slide 21 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Frans:
Hij heeft groene ogen.

Slide 22 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Frans:
Hij is gemiddeld van lengte.

Slide 23 - Open vraag

Vertaal de zin naar het Frans:
Vind je dat hij mooi is?

Slide 24 - Open vraag

Vertaal de woordjes tussen de haakjes:
(Zij heeft) un frère à Paris.

Slide 25 - Open vraag

Vertaal de woordjes tussen de haakjes:
(Zij zijn) hollandais?

Slide 26 - Open vraag

Vertaal de woordjes tussen de haakjes:
(Jij bent niet) à l'école?

Slide 27 - Open vraag

Vertaal de woordjes tussen de haakjes:
(U heeft) un animal domestique.

Slide 28 - Open vraag

Ben je goed bij met je leerwerk?
Oui
Non

Slide 29 - Poll

Wat snap je nog niet goed? Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 30 - Open vraag