leren voor de toets H3 en H4 criminaliteit

leren voor de toets H3 en H4 criminaliteit
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

leren voor de toets H3 en H4 criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

wie worden er criminineel?

Risicofactoren oorzaken                        Beschermende factoren

Slide 2 - Tekstslide

risicofactoren:
De kans op het ontwikkelen van strafbaar gedrag neemt toe als kinderen:

 Psychische - of gedragsproblemen hebben
 Een onveilige opvoeding krijgen
 Problematisch drank- en/of drugsgebruik hebben
 Foute vrienden hebben/groepsdruk ervaren

Hoe meer punten; hoe meer risico om in de criminaliteit te belanden. 

Slide 3 - Tekstslide

Beschermende factoren:
Omgekeerd bestaan er ook beschermende factoren, die zorgen voor een kleinere kans op crimineel gedrag. Het gaat hier bijvoorbeeld om:

- het hebben van een baan/het volgen van onderwijs;
- een relatie hebben/deel zijn van een hecht gezin;
- het beschikken over goede sociale vaardigheden.

Slide 4 - Tekstslide

stopt het criminele gedrag?
Uit onderzoek blijkt dat:

- Veel jongeren lichte vergrijpen plegen. 
- De meesten worden geen volwassen criminelen.
- Ongeveer 5% van de jongens blijft wel doorgaan met crimineel gedrag.
- Dit noem je recidivisten: Personen die zich bij herhaling schuldig maken aan het plegen van strafbare feiten.


Slide 5 - Tekstslide

3.2 Theorieën over criminaliteit

6 theoriën die:
- Proberen te verklaren waarom criminelen iets doen.
- Handig want dan kun je het beter aanpakken/oplossen.

Slide 6 - Tekstslide

Aangeleerd gedragstheorie:
Volgens deze theorie zijn criminelen niet slechter dan anderen ze hebben alleen verkeerd gedrag aangeleerd.

Je 'leert' crimineel gedrag van je ouders/vrienden.

Slide 7 - Tekstslide

Bindingstheorie:
Volgens deze theorie zorgt maatschappelijke binding (een band met gezin, school, vriendengroep, vrijetijdsverenigingen) ervoor dat criminaliteit sterk vermindert.
Wanneer je een hechte band hebt met mensen in je omgeving dan ga je minder snel criminele dingen doen.

Slide 8 - Tekstslide

Rationele-keuze-theorie:
Volgens deze theorie is een misdrijf altijd een rationele afweging. 
Een afweging van kosten:
- Hoe groot is de kans dat ik gepakt wordt
- Hoe goed is de beveiliging
- Hoe goed is de sociale controle

En wat levert het op?
-Hoeveel geld
- Goederen

'De gelegenheid maakt de dief'

Slide 9 - Tekstslide

Etikettentheorie:
Deze theorie stelt dat wanneer de omgeving het etiket ‘crimineel’ op een persoon drukt, die persoon zich hier ook naar gaat gedragen. 
"Iedereen denkt toch al dat ik crimineel ben, dus wat maakt het uit als ik een delict pleeg?"

Slide 10 - Tekstslide

GT Anomietheorie:
Anomie betekent letterlijk normloosheid.
Maatschappelijk succes is in de westerse samenleving heel belangrijk.
Niet iedereen lukt dat (bijvoorbeeld door armoede, discriminatie of gebrek aan opleiding).

Volgens deze theorie is succesvol zijn of lijken belangrijker dan de manier waarop je dat bereikt.

Slide 11 - Tekstslide

GT: Neutraliseringstheorie:
Volgens deze theorie hebben deze jongeren net als iedereen een innerlijke stem die zegt: ‘Dit hoor je niet te doen’.

Maar als ze in een groep op stap zijn, schakelen ze die stem uit. 

Zij leggen de schuld dan buiten zichzelf, ontkennen hun eigen verantwoordelijk of ontkennen dat iemand hiermee schade is toegebracht.

Slide 12 - Tekstslide

Nederland is een rechtsstaat:
een rechtsstaat is een land waar de rechten en plichten van de burgers en de overheid zijn vastgelegd in de wet.


Slide 13 - Tekstslide

De overheid heeft in een rechtsstaat 
2 belangrijke taken:

Rechtshandhaving: 
er wordt gezorgd dat de wet wordt nageleefd.



Rechtsbescherming: 
burgers worden door de grondwet beschermd tegen teveel macht van de overheid.

Slide 14 - Tekstslide

Trias Politica 
De politieke macht is in 3 delen gescheiden 
wetgevende macht
uitvoerende macht 
rechterlijke macht 
wie
ministers en parlement
ministers en ambtenaren
rechters
wat
stellen vast aan welke wetten burgers en overheid zich moeten houden 
zorgen dat wetten goed worden uitgevoerd
beoordelen of burgers en overheid zich aan de wet houden en oordeelt in conflicten

Slide 15 - Tekstslide

Rechtsbescherming blijkt uit de volgende kenmerken van de rechtsstaat:
  • Er is sprake van een machtenscheiding;                                                                                                            
  • de rechter is onpartijdig en onafhankelijk van de uitvoerende en wetgevende macht. (4.2)
  • Er zijn grondrechten; de vrijheid van de burger moet beschermd worden (bijv. privacy, gelijke behandeling, godsdienstvrijheid)
  • Alle burgers zijn voor de wet gelijk. Er is sprake van rechtsgelijkheid.
  • Het handelen van een overheid moet altijd gebaseerd zijn op een wet. Legaliteitsbeginsel
      Je weet wat er gebeurd als je de wet overtreed: er is sprake van rechtszekerheid.
     Nederland moet zich houden aan de NL wet, Europese wetgeving en andere verdragen zoals        de rechten van de mens  .   

Slide 16 - Tekstslide

Herhaling
kenmerken van de rechtsstaat:
  • Er is sprake van een machtenscheiding;  (trias politica)          
  • De rechter is onpartijdig en onafhankelijk van de uitvoerende en wetgevende macht. 
  • Er zijn grondrechten; de vrijheid van de burger moet beschermd worden (bijv. recht op privacy, vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting)
  • Alle burgers zijn voor de wet gelijk. (art. 1) Er is sprake van rechtsgelijkheid.
  • Het handelen van een overheid moet altijd gebaseerd zijn op een wet. Legaliteitsbeginsel
      Je weet wat er gebeurd als je de wet overtreed: er is sprake van rechtszekerheid.

Dit alles beschermd onze rechten.

Slide 17 - Tekstslide

het dilemma 
tussen rechtsbescherming en rechtshandhaving:
De overheid moet de rechtsorde handhaven maar ook onze rechten beschermen; dit botst soms.

Soms lijken de rechten van de burger even minder belangrijk.
Dit wordt het dilemma van de rechtsstaat genoemd.

Voorbeelden:

Slide 18 - Tekstslide

rechtsbescherming of rechtshandhaving?
Terrorisme -> 'we' willen meer camera's, fouilleren, inhoud tas controleren, in de gaten worden gehouden op internet voor de veiligheid.
maar
Hoeveel privacy willen we inleveren voor een veiliger samenleving?

Slide 19 - Tekstslide

Ongelijke behandeling - rechtsongelijkheid
Klassenjustitie: 
Is het ongelijk behandelen van mensen uit verschillende sociale klassen en etnische groepen.

Klassenjustitie vindt plaats bij opsporing, vervolging en berechting.


Slide 20 - Tekstslide

Waardoor komt klassenjustitie?
  • Vooroordelen. (etnische profileren = opsporing op basis van etniciteit. 
  • Grotere pakkans lagere milieus en sommige etnische groepen door type criminaliteit.
  • minder mogelijkheden om voor jezelf op te komen.
  • Zwaardere straffen jongeren migratieachtergrond.
  • Gebrek aan kennis over cultuurverschillen.



Slide 21 - Tekstslide

Soms botsen de grondrechten:
Vrijheid van meningsuiting- verbod op discriminatie
Godsdienstvrijheid- verbod op discriminatie

Slide 22 - Tekstslide