persoonsvorm tt - les 1
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Ik
Hij
vind
vindt
loop
wordt
loopt
word
antwoordt
antwoord
biedt
bied
Slide 2 - Sleepvraag
weigeren :
Ik ... te gehoorzamen.
Ik ... te gehoorzamen.
A
weiger
B
weigert
C
weigerdt
D
weigeren
Slide 3 - Quizvraag
weigeren :
De hond ... te gehoorzamen.
De hond ... te gehoorzamen.
A
weigert
B
weigerd
C
weigerdt
D
weigeren
Slide 4 - Quizvraag
weigeren :
Wij ... te gehoorzamen.
Wij ... te gehoorzamen.
A
weigert
B
weigerd
C
weigerdt
D
weigeren
Slide 5 - Quizvraag
houden :
Ik .... van spruitjes.
Ik .... van spruitjes.
A
houd
B
hout
C
houdt
D
houden
Slide 6 - Quizvraag
houden :
Hij ... niet van spruitjes
Hij ... niet van spruitjes
A
houd
B
hout
C
houdt
D
houden
Slide 7 - Quizvraag
houden :
De kinderen ... van aspergesoep.
De kinderen ... van aspergesoep.
A
houd
B
hout
C
houdt
D
houden
Slide 8 - Quizvraag
lachen
Ik ... om de clown.
Ik ... om de clown.
Slide 9 - Open vraag
lachen
De kleuter ... om de clown.
De kleuter ... om de clown.
Slide 10 - Open vraag
karten
Ik ... graag met mijn broer.
Ik ... graag met mijn broer.
Slide 11 - Open vraag
karten
Mijn vriend ... graag met mijn broer.
Mijn vriend ... graag met mijn broer.
Slide 12 - Open vraag
rotten
De appel ... in de fruitschaal.
De appel ... in de fruitschaal.
Slide 13 - Open vraag
snijden
Mijn moeder ... de groenten in kleine stukjes.
Mijn moeder ... de groenten in kleine stukjes.
Slide 14 - Open vraag
snijden
Wij ... de groenten in kleine stukjes.
Wij ... de groenten in kleine stukjes.
Slide 15 - Open vraag
rijden
De auto ... voorzichtig over de snelweg.
De auto ... voorzichtig over de snelweg.
Slide 16 - Open vraag
glijden
... jij niet uit over die gladde tegels?
... jij niet uit over die gladde tegels?
Slide 17 - Open vraag
vergoeden
De organisatoren ... alle onkosten.
De organisatoren ... alle onkosten.
