Autotheorie begrippen

Autotheorie begrippen
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesISK

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Autotheorie begrippen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een kruispunt?
A
B

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een invoegstrook en een uitvoegstrook?

Slide 3 - Open vraag

Hoe heet de strook waar de auto stil staat?

Slide 4 - Open vraag

Ander woord
voor trottoir is...

Slide 5 - Woordweb

Hoe noem je het verkeer dat jouw richting op rijdt?
A
meeligger
B
tegemoetkomend
C
tegenliggers
D
meekomend

Slide 6 - Quizvraag

Een bijzonder manoeuvre is een speciale handeling in het verkeer
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Voorbeelden van bijzondere verrichtingen of manoeuvres: 
- fileparkeren
- bochtje achteruit
-achteruit rijden
- keren 
- vakparkeren

Slide 8 - Tekstslide

Een onderbroken streep is...
A
B

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een suggestiestrook?
A
Een fietspad waar geen fiets op het pad staat
B
Een fietspad waar ook een fiets op het pad staat

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'uitzondering'?
A
Iets wat wel geldt
B
Iets wat niet geldt, maar normaal wel

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een verdrijvingsvlak?
A
B

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een spitsstrook?

Slide 13 - Open vraag

De wegenverkeerswet is een Nederlandse wet waarin de regels op de weg in staan!

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een 'misdrijf'?
A
overtreding
B
erg strafbare gebeurtenis
C
iets illegaals
D
drugsgebruik

Slide 15 - Quizvraag


Wat zou 'rijvaardigheid' betekenen?

Slide 16 - Open vraag

Wat betekent 'promille' of 'promillage'?
A
duizendste deel
B
alcoholgehalte in je bloed
C
bloedalcoholgehalte (BAG)
D
hoeveel alcohol

Slide 17 - Quizvraag

Voorbeeld: Als je teveel alcohol gedronken hebt, kan je 'rijontzegging' krijgen. Wat betekent dat?
A
Straf; je mag niet met het voertuig rijden
B
Straf; het voertuig wordt ingenomen (afgepakt)

Slide 18 - Quizvraag

Rijontzegging snelheid


                                       31 – 49 km/u            50 – 60 km/u         60 – 70 km/u        100 km/u of meer

1ste overtreding       Alleen boete         3 mnd OBM             5 mnd OBM            6 mnd OBM
2de overtreding      2 mnd OBM            5 mnd OBM             7 mnd OBM             8 mnd OBM
3de overtreding      4 mnd OBM            7 mnd OBM             9 mnd OBM            10 mnd OBM
4de overtreding      6 mnd OBM           8 mnd OBM              10 mnd OBM          12 mnd OBM

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een 'voorwaardelijke' gevangenisstraf en een 'onvoorwaardelijke gevangenisstraf'?
A
Voorwaardelijk; iemand heeft maar één keer een gevangenisstraf
B
Onvoorwaardelijk; iemand krijgt voor altijd een gevangenisstraf
C
Voorwaardelijk; een gevangenisstraf waar voor betaald moet worden
D
Onvoorwaardelijk; iemand moet meteen de gevangenis in

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een 'militaire colonne'?

Slide 21 - Open vraag

Hoe heet dat waar de auto staat?
A
Vluchthaven
B
Verdrijvingsvak
C
Uitrit
D
Spitsstrook

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'incidenteel'?
A
af en toe / gebeurt niet vaak
B
gebeurt vaak

Slide 23 - Quizvraag

Wat is iemand hier aan het doen?

Slide 24 - Open vraag

Noem 3 dingen waar je
aan denkt bij het
woord 'verkeersveilig'

Slide 25 - Woordweb

Wat is dit?
A
Trailer
B
Vrachtwagen
C
Trekker
D
Oplegger

Slide 26 - Quizvraag