Cours du 25 mai 1E

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Planning et buts

Planning:

1.  Luistertoets
2. Uitleg passé composé
3. Schrijfopdracht

Buts:

Aan het eind van deze les....

1. heb je de luistertoets gemaakt
2. Kan je de passé composé toepassen
3. Kan je jezelf in het Frans voorstellen
4. weet je wat je voor de volgende les moet doen
5. weet je in welke groep je zit voor Frans

Passé Composé

passé composé

Passé Composé

Passé composé

Passé composé? 

regelmatige werkwoorden

werkwoorden op -er          Stam= werkwoord-er

j'ai                   + stam + é

tu as               + stam + é

il / elle / on a + stam + é

nous avons   + stam + é

vous avez      + stam + é

ils / elles ont + stam + é

Les bleus

Les oranges

Les blancs

1E

Les bleus

Ga aan de slag met:

4a,4b,4c,4d en 5c van hoofdstuk 8(p.127, 128 +129)

11a,11c van hoofdstuk 8 (p.135)

Ben je klaar?

Maak dan nog 1abc, 2abc (p.125 +126)

Les oranges

Maak opdrachten:

17b, 17e,17f,17g (p.23-24)

Maak deze online-opdracht en maak een screenshot als bewijs als je klaar bent:

Ben je klaar?

Maak dan nog 9a, 10abcd (p.16-18)

Les blancs

Jullie maken samen

Opdracht:

Maak rijtjes met de werkwoorden: donner,demander,parler, danser, regarder en chanter.
Schrijf deze werkwoorden uit in de passé composé met de personen je,tu,il/elle/on, nous,vous, ils/elles. Zet deze rijtjes in schrift. En laat zien als je klaar bent.

Voor iedereen: schrijfopdracht

Je hebt een uitwisseling met een school in Frankrijk. Je komt tijdelijk in een Franse klas terecht. De docent/mentor is benieuwd naar wie jij bent. Gebruik een aanhef en afsluiting, dus salut/bonjour en au revoir/à plus

Stel jezelf voor en vertel:

Je leeftijd

Je woonplaats

Je schoolvakken

In welke klas je zit

Je hobby's

Met wie je woont of welke familieleden je hebt

Gebruik de zinnen uit hoofdstuk 1,2,3 en 5 (zie werkboek A en B of het stencil in Itslearning Planner)

Devoirs

Apprendre:
Leer voor de kennis- en schrijftoets;
Grammatica:
Het lidwoord (WB.A p.55)
De werkwoorden ‘avoir’, ‘être’ (WB A p.55,p.133)
De regelmatige werkwoorden op -er (WB.A p.95)
De ontkenning (WB.A p.95)
Het bezittelijk voornaamwoord (WB.A p.133)

De passé composé met avoir (WB.B p.43)

Ken je de woordjes nog niet goed uit hoofdstuk 1 t/m 3, herhaal die dan wel regelmatig voor jezelf.

Faire:

Schrijfopdracht 

Les bleus

Ga aan de slag met:

4a,4b,4c,4d en 5c van hoofdstuk 8(p.127, 128 +129)

11a,11c van hoofdstuk 8 (p.135)

Ben je klaar?

Maak dan nog 1abc, 2abc (p.125 +126)

Les oranges

Maak opdrachten:

17b, 17e,17f,17g (p.23-24)

Maak deze online-opdracht en maak een screenshot als bewijs als je klaar bent:

Ben je klaar?

Maak dan

Les blancs

Jullie maken samen

Opdracht:

Maak rijtjes met de werkwoorden: donner,demander,parler, danser, regarder en chanter.
Schrijf deze werkwoorden uit in de passé composé met de personen je,tu,il/elle/on, nous,vous, ils/elles. Zet deze rijtjes in schrift. En laat zien als je klaar bent.

Ik vond deze les....

😒🙁😐🙂😃