7.5

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom! 

Pak je spullen, ga rustig zitten en pak de LessonUp erbij

Hoofdstuk 7    Woordformules

7.1  Van beschrijving naar formule 

7.2  Grafieken bij formules 

7.3  Lineaire formules 

7.4  Formules opstellen bij grafieken 

7.5  Vergelijken met grafieken

Hoofdstuk 7    Woordformules

7.1  Van beschrijving naar formule 

7.2  Grafieken bij formules 

7.3  Lineaire formules 

7.4  Formules opstellen bij grafieken 

7.5  Vergelijken met grafieken

Maar eerst

Nog een vraagje uit paragraaf 4: 

Even oefenen

Danté krijgt 5 euro zakgeld per 

week en heeft al 35 euro op zijn rekening staan. 

Noa krijgt 2,50 zakgeld per week en heeft al 50 euro op haar rekening staan. 

Na hoeveel weken hebben ze evenveel geld op hun rekening? 

Wie heeft er na 10 weken het meest? 

Danté krijgt 5 euro zakgeld per week en heeft al 35 euro op zijn rekening staan. 

Noa krijgt 2,50 zakgeld per week en heeft al 50 euro op haar rekening staan. 

Hellingsgetal (richtingscoëfficiënt) 

Startgetal 

Danté krijgt 5 euro zakgeld per week en heeft al 35 euro op zijn rekening staan. 

Noa krijgt 2,50 zakgeld per week en heeft al 50 euro op haar rekening staan. 

Hellingsgetal (richtingscoëfficiënt) 

Startgetal 

Standaard formule: 

y = a x + b 

Danté krijgt 5 euro zakgeld per week en heeft al 35 euro op zijn rekening staan. 

Noa krijgt 2,50 zakgeld per week en heeft al 50 euro op haar rekening staan. 

Hellingsgetal (richtingscoëfficiënt) 

Startgetal 

Standaard formule: 

y = a x + b 

Dante: y = 5 x + 35

Danté krijgt 5 euro zakgeld per week en heeft al 35 euro op zijn rekening staan. 

Noa krijgt 2,50 zakgeld per week en heeft al 50 euro op haar rekening staan. 

Hellingsgetal (richtingscoëfficiënt) 

Startgetal 

Standaard formule: 

y = a x + b 

Dante: y = 5 x + 35

Noa: y = 2,50 x + 50 

Danté krijgt 5 euro zakgeld per week en heeft al 35 euro op zijn rekening staan. 

Noa krijgt 2,50 zakgeld per week en heeft al 50 euro op haar rekening staan. 

Hellingsgetal (richtingscoëfficiënt) 

Startgetal 

Standaard formule: 

y = a x + b 

Dante: y = 5 x + 35

Noa: y = 2,50 x + 50 

Teken in een assenstelsel de bijbehorende grafieken. 

Dante: y = 5 x + 35

Noa: y = 2,50 x + 50 

Stap 1:  maak tabellen 

Dante: y = 5 x + 35

Noa: y = 2,50 x + 50 

Stap 1:  maak tabellen 

Dante: 

Noa: 

x	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10
y	35

x	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10
y	50

Dante: y = 5 x + 35

Noa: y = 2,50 x + 50 

Stap 1:  maak tabellen 

Dante: 

Noa: 

x	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10
y	35	40	45	50	55	60	65	70	75	80	85

x	0	1	2	3	4	5	6	7	8	9	10
y	50	52,5	55	57,5	60	62,5	65	67,5	70	72,5	75

Stap 2: maak een assenstelsel

Stap 3: verwerk de gegevens uit de tabel in de grafiek 

Danté krijgt 5 euro zakgeld per 

week en heeft al 35 euro op zijn rekening staan. 

Noa krijgt 2,50 zakgeld per week en heeft al 50 euro op haar rekening staan. 

Na hoeveel weken hebben ze evenveel geld op hun rekening? 

Wie heeft er na 10 weken het meest? 

Antwoorden:

Na 6 weken hebben ze evenveel geld op hun rekening, namelijk: 65 euro

De coördinaten van het snijpunt zijn dan ook S(6,65)

Na 10 weken heeft Danté het meest. 

We werken de eerste 10 minuten zelfstandig. 

Daarna: fluisterend samenwerken en vragen stellen. 

Klaar? Pak een nakijkbundel en kijk na

   Eerste 10 minuten zelfstandig. 

   Daarna: fluisterend samenwerken 

   en vragen stellen. 

   

Aan de slag! 

Maak paragraaf 5