PupQuiz
1 / 26
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn de voornamen van deze 4 figuren?
A
Dinky Winky, Tipsy, Lala & Po
B
Tinky Winky, Dipsy, Lolo & Po
C
Tinky Winky, Dipsy, Lala & PiePie
D
Tinky Winky, Dipsy, Lala & Po
Slide 2 - Quizvraag
Hoe wordt een middagdutje zoals dit bijvoorbeeld in Spanje wordt gehouden genoemd?
A
nap
B
siësta
C
dormez-vous
D
manana
Slide 3 - Quizvraag
Wanneer is Kerst?
A
24 december
B
25 december
C
26 december
D
27 december
Slide 4 - Quizvraag
Hoe heet de vriend van Barbie?
A
Ben
B
Bob
C
Ken
D
Gerald
Slide 5 - Quizvraag
Hoe wordt een babyschaap genoemd?
A
Ooi
B
Lammetje
C
Schaapje
D
Ram
Slide 6 - Quizvraag
Wat gooi je om als je een heel ander leven begint?
A
De Boot
B
Het Roer
C
De fiets
D
Het stuur
Slide 7 - Quizvraag
Wat heb je niet meer als je blut bent?
A
Doekie
B
Pondjes
C
Geld
D
Geluk
Slide 8 - Quizvraag
Hoe wordt iemand die bijen houdt genoemd?
A
Bijenhouder
B
Imker
C
Anker
Slide 9 - Quizvraag
Waar is iemand met claustrofobie bang voor?
A
Grote ruimtes
B
Kleine ruimtes
C
Prins Claus
D
Liften
Slide 10 - Quizvraag
Waarvan is de pompoen familie?
A
Tomaat
B
Suikerbiet
C
Wortel
D
Komkommer
Slide 11 - Quizvraag
Hoe wordt een looprek voor oudere mensen ook wel genoemd?
A
Looprekje
B
Perforator
C
Rollerbank
D
Rollator
Slide 12 - Quizvraag
Wat wordt gedoeld met een huis van bewaring?
A
Een gevangenis
B
Een opslagruimte
C
De wc
D
Gevonden voorwerpen plek
Slide 13 - Quizvraag
Waarvoor staat de O bij een KNO-arts?
A
Keel
B
Oog
C
Oor
D
Neus
Slide 14 - Quizvraag
Welke kleur heeft geld spreekwoordelijk wanneer er geen belasting over is betaald?
A
Rood
B
Geel
C
Zwart
D
Groen
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel uur duurt een etmaal?
A
24 uur
B
36 uur
C
48 uur
D
12 uur
Slide 16 - Quizvraag
In welk lichaamsdeel vind je een hamer, aambeeld en stijgbeugel?
A
De neus
B
Het oor
C
De teen
D
Het oog
Slide 17 - Quizvraag
Over welke maand wordt gezegd dat hij doet wat hij wil?
A
Mei
B
April
C
Augustus
D
Maart
Slide 18 - Quizvraag
Voor hoeveel procent bestaat een menselijk lichaam uit water?
A
50
B
60
C
70
D
80
Slide 19 - Quizvraag
Hoe wordt het lees- en schrijfalfabet voor blinden genoemd?
A
Brille
B
Braille
C
Bralle
D
Bruille
Slide 20 - Quizvraag
Hoe noem jij de broer van je moeder?
A
Zwager
B
Broer
C
Neef
D
Oom
Slide 21 - Quizvraag
Met welk apparaat maak je gaatjes in papier, karton of folie?
A
Perforator
B
Gaatjesmaker
C
Rollator
D
Priem
Slide 22 - Quizvraag
Door welke kleur bril kijk je wanneer je alles optimistisch bekijkt?
A
Blauwe
B
Paarse
C
Gele
D
Roze
Slide 23 - Quizvraag
Welk automerk bracht de automodellen Golf, Polo en Passat uit?
A
BMW
B
Volkswagen
C
Mercedes
D
Audi
Slide 24 - Quizvraag
Welk dier staat symbool voor het
WNF
WNF
A
De wolf
B
Het konijn
C
De panda
D
De aap
Slide 25 - Quizvraag
Wat is nagellak in het Engels?
A
nail lack
B
nale paint
C
nail paint
D
nail polish
