IK HOU VAN HOLLAND

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Hoe heet deze zanger die het Eurovisie Songfestival voor Nederland won? ( Wie Heibt dieser Sänger)
A
Armin van Buuren
B
Ali B
C
Duncan Laurence
D
Little Kleine

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de hoofdstad van Zuid-Holland? ( Was ist die Hauptstadt von Zuid-Holland)
A
Rotterdam
B
Den Haag
C
Amsterdam
D
Leiden

Slide 5 - Quizvraag

Provincies van Nederland

Noord-Holland

Zeeland

Overijssel

Groningen

Gelderland

Friesland

Flevoland

Noord-Brabant

Zuid-Holland

Limburg

Drenthe

Utrecht

Slide 6 - Sleepvraag

Lees goed en sleep 
de symbolen 
naar de goede plek
Dit is een aswolk. Bij een uitbarsting kan een aswolk kilometers hoog zijn. 

Soms is het zelfs vanuit de ruimte te zien en kunnen vliegtuigen er niet doorheen vliegen omdat piloten dan niks zien. 

Ook kan de aswolk giftige gassen hebben. 
Dit is een aardplaat. De aarde is bedenkt met meerdere aardplaten. Ze drijven op de vloeibare kern van de aarde. Ze bewegen heel erg langzaam, maar een paar milimeter per jaar. Soms botsen en schuren ze tegen een andere plaat. Daar ontstaat een aardbeving of een vulkaan.
Hier zie je een lavastroom. 
Dit kan uit de krater stromen, of uit een zijtak. 
Het is gloeiend heet en koelt langzaam af. 
Niet op blote voeten lopen! 
Dit is de magmakamer. Door een spleet tussen de aardplaten perst zich magma omhoog. Het wil eruit! 

Als de magmakamer volgeperst is en erg geen magma bij kan, zoekt het een andere uitweg. Omhoog, naar buiten! 

Als de druk groot genoeg is, perst het zich via de kraterpijp omhoog.
BOEM! Eenmaal buiten de berg noemen we magma geen magma maar lava. 

Slide 7 - Sleepvraag

Wie is dit? (Wer ist das?)
A
Koningin Wilhelmina
B
Esther van Vriesland
C
Anne Frank
D
Eva Braun

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent dit bord?
A
Fiets rustig door en als er niets aankomt mag je door
B
Je MOET hier stoppen
C
Dit bord geldt niet voor fietsers

Slide 9 - Quizvraag

Televisie en Computers
Grieken & Romeinen
Wereld-oorlogen
Burgers & Stoom-machines
Steden & Staten
Pruiken & Revoluties
Ontdekkers & Hervormers
Regenten & Vorsten
Jagers & Boeren
Monniken & Ridders

Slide 10 - Sleepvraag

Wanneer is het Koningsdag (Wann ist der Tag unseres Königs?)
A
27 april
B
4 november
C
3e dinsdag van september
D
31 januari

Slide 11 - Quizvraag

Waar staat de VOC voor? ( Wofür steht die VOC?)
A
Verenigde Oost Indische Compagnie
B
Verenigde Oost Indonesische Campagne
C
West Indische Compagnie
D
Vredestichtende Oost Indische Compagnie

Slide 12 - Quizvraag

Aan welke zee ligt Nederland? (An welchem ​​Meer liegen die Niederlande?)
A
Middellandse zee
B
Noordzee
C
Atlantische Oceaan
D
Indische Oost-zee

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Over wie gaat ons Nederlandse volkslied? (
Um wen geht es in unserer niederländischen Nationalhymne?)
A
Willem van Oranje
B
Koning Willem Alexander
C
Koning Willem 4
D
Anne Frank

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland? ( Wann begann der Zweite Weltkrieg in den Niederlanden?
A
1839
B
1840
C
1939
D
1940

Slide 16 - Quizvraag

Duitsland
Noorwegen
Polen
Spanje

Slide 17 - Sleepvraag

Welk land was vroeger een kolonie van Nederland? ( Welches Land war früher eine Kolonie der Niederlande?)
A
Spanje
B
Turkije
C
Marokko
D
Suriname

Slide 18 - Quizvraag

Die letzte Frage

Slide 19 - Tekstslide

Und jetzt!
Letterspel met Nederlandse woorden
Jongens tegen de meisjes

Slide 20 - Tekstslide

Geen appel maar een?

Slide 21 - Tekstslide

Een ander woord voor kat?

Slide 22 - Tekstslide

Als je haast hebt dan loop je niet maar je .... ?

Slide 23 - Tekstslide

Een vogel broedt eitjes op een ..... ?

Slide 24 - Tekstslide

Piet is zo zwart van het .... ?

Slide 25 - Tekstslide

Een ander woord voor een dikke buik is een dikke?

Slide 26 - Tekstslide

Ik schreeuw niet maar ik ……. om iemands aandacht te krijgen?

Slide 27 - Tekstslide

Sjaakie in de chocolade fabriek vond zijn ticket in een chocolade ..... ?

Slide 28 - Tekstslide

Het was een hele ……. om hier in Silvolde  te komen?

Slide 29 - Tekstslide

Geen puist maar een mee……?

Slide 30 - Tekstslide

  Je verdient een schop onder je?/ Een ander woord voor kont

Slide 31 - Tekstslide

 Als je een loop neus hebt komt er …….. uit?

Slide 32 - Tekstslide

 Als je in dit continent woont ben je een euro……?

Slide 33 - Tekstslide