Paragraaf 5 + 6: Oefenen

Lesdoel
Je kunt de volgende aanduidingen van tijd gebruiken: jaren, eeuwen, tijdvakken, periodes.

Je kunt gebeurtenissen en ontwikkelingen uit het verleden ordenen met behulp van een tijdbalk.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lesdoel
Je kunt de volgende aanduidingen van tijd gebruiken: jaren, eeuwen, tijdvakken, periodes.

Je kunt gebeurtenissen en ontwikkelingen uit het verleden ordenen met behulp van een tijdbalk.

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 5
- Jaar
- Eeuw: 100 jaar, 1e, 2e, 3e
- Tijdvak: Tijd van ... en ...
- Periode: Namen (voorbeeld: oudheid, middeleeuwen, moderne tijd)

Slide 2 - Tekstslide

Blz. 9
2.1 en 2.2

Slide 3 - Tekstslide

In welke eeuw valt het jaar 265 n.C.?
A
2e eeuw
B
2e eeuw v.C.
C
3e eeuw
D
4e eeuw

Slide 4 - Quizvraag

Welke jaartallen horen bij de 3e eeuw v.C.?
A
200-300
B
300-400
C
300-200 v.C.
D
400-300 v.C.

Slide 5 - Quizvraag

Opdracht It's Learning

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 5: Alle vragen
Opdracht It's Learning

Tijd over: Paragraaf 6: Alle vragen

Slide 7 - Tekstslide

Blz. 131
Lezen.

Slide 8 - Tekstslide

Paragraaf 6
Let op: Basis paragraaf 3.2 en 3.3.

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 5: Vraag 1-12
Paragraaf 6: Vraag 1-10

Slide 10 - Tekstslide