ÓRDENES

ÓRDENES
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ÓRDENES

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Clase 7 El miércoles 17 de octubre de 2022

Slide 18 - Tekstslide

Los días de la semana
lunes
maandag
martes
dinsdag
miércoles
woensdag
jueves
donderdag
viernes
vrijdag
sábado
zaterdag
domingo
zondag

Slide 19 - Tekstslide

Las asignaturas

Slide 20 - Tekstslide

timer
2:00
Encuentra las 9 asignaturas

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide




A
mérica del Sur 
& typische gerechten
  1. Chile
  2. Argentina
  3. Uruguay
  4. Paraguay
  5. Bolivia
  6. Perú
  7. Ecuador
  8. Colombia
  9. Venezuela 

Zoek op internet wat 
de typische gerechten zijn van: 

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de betekenis van 'buenos días'?
A
goedemiddag
B
hoi
C
goedenavond
D
goedemorgen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'buenas tardes'?
A
goedemiddag
B
hoi
C
goedenavond
D
goedemorgen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de betekenis van 'buenas noches'?
A
goedemiddag
B
hoi
C
goedenavond
D
goedemorgen

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Hoe vraag je hoe oud iemand is?
A
¿Cuántos años tienes?
B
¿Cómo te llamas?
C
¿Dónde vives?

Slide 28 - Quizvraag

Hoe vraag je naar de woonplaats van een persoon?
A
¿Cuántos años tienes?
B
¿Cómo te llamas?
C
¿Dónde vives?

Slide 29 - Quizvraag

Hola, ¿Cómo estás?
timer
0:30
Estoy bien 👍
¡Estupendo! 😁
Maravilloso 🤩
Cansado 😴🥱
Hambriento 🍕🍔🍟🌭😋
No muy bien :/ 👎😭

Slide 30 - Poll

Slide 31 - Tekstslide

HOLA CHICOS Y CHICAS
HOY ES: MIÉRCOLES

Slide 32 - Tekstslide

Los días de la semana
lunes                                      Maandag
martes                                   Dinsdag
miércoles                             Woensdag
jueves                                    Donderdag
viernes                                   Vrijdag
sábado                                  Zaterdag
domingo                               Zondag
Fin de semana                   weekend

Slide 33 - Tekstslide

Sleep de Spaanse woorden naar de Nederlandse betekenis.
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
lunes
martes
miércoles
jueves
viernes
sábado
domingo

Slide 34 - Sleepvraag

¿cómo se dice 'taal' en español?
A
oficina
B
idiomo
C
idioma
D
editar

Slide 35 - Quizvraag


Ik kan 10 woorden noemen van spullen in het klaslokaal in het Spaans.
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 36 - Poll


Ik ken de namen van 5 kleuren in het Spaans.
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)

Slide 37 - Poll