H3 voorbeeldvragen toetsweek

Overzicht
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Overzicht

Slide 1 - Tekstslide

Vocabulary:
maak de zin compleet
(kies uit): magnificent - harsh - eager

They were really ___________ to eat after trekking for a whole day.



Slide 2 - Open vraag

Vocabulary:
maak de zin compleet met een vertaling
kies uit: ingewikkeld - inleveren - vluchten

If you ______ you confess. That's what police says.


Slide 3 - Open vraag

Vocabulary:
Schrijf een Engelse zin waaruit de betekenis duidelijk wordt. Spellingsfouten tellen niet mee.

vivid

Slide 4 - Open vraag

Vocabulary:
Kies het woord dat niet in het rijtje past. Leg in het Nederlands uit waarom je je antwoord hebt gekozen.

nowadays - contemporary - feature - modern

Slide 5 - Open vraag

Past Simple vs Past Continuous

Schrijf het werkwoord in de juist vorm op. Gebruik elke keer de past simple of de past continuous.

For the longest time we ______________ (to bet) on Clinton, but then we _______ (to see) the news..

Slide 6 - Open vraag

Past Simple vs Present Perfect

Schrijf het werkwoord in de juist vorm op. Gebruik elke keer de past simple of de present perfect.

To make movies is the one thing that ____________ (to do) since I was young, and I ___________ (to love) being nominated for this year's Oscars.

Slide 7 - Open vraag

Past simple vs present perfect vs past continuous

Schrijf het werkwoord in de juist vorm op. Gebruik elke keer de past simple of de present perfect.

I ____________ (to go) to the moon in a rocket last year. We _____________ (to investigate) the Appennine Mountain Region when a meteor just missed us and we almost ________ (to die). We should be glad to _________ (to survive) so we can tell this story.

Slide 8 - Open vraag

Used to
Vertaal de volgende zinnen. Gebruik used to.

Vroeger had Ali een hond als huisdier.

Slide 9 - Open vraag

Schrijf op welk lidwoord je moet gebruiken. Kies uit the, a, an, Ø.

Mary wants to be ______ president of the USA.
Philip has always been _____ kind man.

Slide 10 - Open vraag