Klas 4 les 27 schooljaar 2023/2024

Startaufgabe:
Wiederholung Grammatik 


Macht den Startaufgaben auf das Arbeitsblatt


Fertig? Nimmt die Wörter von Lektion 3 (S.108) durch.  

timer
8:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startaufgabe:
Wiederholung Grammatik 


Macht den Startaufgaben auf das Arbeitsblatt


Fertig? Nimmt die Wörter von Lektion 3 (S.108) durch.  

timer
8:00

Slide 1 - Tekstslide

Startaufgabe

Slide 2 - Tekstslide

Das Programm
Übersetzen
Examentraining 
Hausaufgaben
Pause 
Grammatik wiederholung
Übungstest Grammatik



 

Slide 3 - Tekstslide

C2: Miau, Ich bin die Neue. 
Eine Mittelschule in Cambridge (Großbritannien)hat sich ein sehr ungewöhnliches Schul-Haustier angeschafft: Cinder, eineKatze. Das Besondere an Cinder: Sie ist virtuell, lebt
also nur auf den Rechnernder Schule. Cinder kann aufden Schüler-Laptops auftauchen oder auf dem großen Bildschirm in der Pausenhalle. Da wird die Computerkatze
dann in ein echtes Bild der Halle eingeblendet – so ähnlich wie bei„Pokemon Go“. Die Schule ist neu und modern, Cinder soll die Schüler mit dem neuen Gebäude vertraut machen. Zum Beispiel so: Auf dem Dach der Schule befindet sich eine Solaranlage, die
Schüler können Cinder mit Sonnenstrahlen füttern – aber nur, wenn
die Anlage genug Licht eingefangen hat. Die Kinder müssen also
lernen, sich Dinge einzuteilen und als Team zusammenzuarbeiten.
A

Slide 4 - Tekstslide

 Wortschatz
Macht Aufgabe 7 auf S.108
Benutzt dazu die Redemittel von Lektion 3 auf S. 124

Ihr dürft zusammenarbeiten. 

Fertig? Macht Aufgabe 2 auf S.112
(= maak zinnen bij de afbeeldingen)
Benutzt die Wortschatz über Hobbys auf S. 270


timer
8:00

Slide 5 - Tekstslide

Antworte Aufgabe 7 auf S.108
Antworte Aufgabe 2 auf S.112

Slide 6 - Tekstslide

Pause :) 
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

1. voorzetsels
2. persoonlijk vnw 
3. der schema + ein schema
4. bezittelijk vnw & uitgangen
5 regelmatige werkwoorden (in drie vormen) 
6.voltooid deelwoord 
7. haben/sein/werden 
8. im/am/um 
9. rangtelwoorden 
10. vraagwoorden 
11. kloktijden 
12. sterke werkwoorden
      met een a in de stam 

Slide 8 - Tekstslide

 Voorzetsels 3e naamval 
aus, bei, mit, nach, seit, 
von, zu 

haben dritten Fall dazu. 

Slide 9 - Tekstslide

Voorzetsels 4e naamval 
durch, für, ohne, um, bis , gegen & entlang 
de 4e 4e naamval naamval
ZING MEE! 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

DER schema 
M
V
O
MV
1e 
der
die
das
die
3e
dem
der
dem
den
4e
den
die
das
die
4e naamval: 
durch, für, ohne, um, bis , gegen, entlang 
3e naamval: 
aus,bei,mit,nach,seit,von, zu 

Slide 12 - Tekstslide

EIN schema 
M
V
O
MV
1e 
ein
eine
ein
eine
3e
einem
einer
einem
einen
4e
einen
eine
ein
eine
4e naamval: 
durch, für, ohne, um, bis , gegen, entlang 
3e naamval: 
aus,bei,mit,nach,seit,von, zu 

Slide 13 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord
mein
mijn
dein
jouw
sein
zijn
ihr
haar
unser
onze
euer
(van) jullie
ihr/Ihr
hun/uw

Slide 14 - Tekstslide

Uitgangen schema (bezittelijk vnw)
M
V
O
MV
1e 
x
e
x
e
3e
em
er
em
en
4e
en
e
x
e
4e naamval: 
durch, für, ohne, um, bis , gegen, entlang 
3e naamval: 
aus,bei,mit,nach,seit,von, zu 

Slide 15 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden 
pers. vnw
standaard
stam -d/-t
stam sis
ich 
mache
arbeite
reise
du
machst
arbeitest   !!
reist       !!
er/sie/es
macht
arbeitet     !!
reist
wir
machen
arbeiten
reisen
ihr
macht
arbeitet     !!
reist
sie/Sie
machen
arbeiten
reisen

Slide 16 - Tekstslide

Voltooid deelwoord 

ge + stam + t     ---->      standaard 

ge + stam + et  ---->      stam op -d of -t 

stam + t            ---->      werkwoorden die eindigen op -ieren 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

im/am/um
im = in de/het
am= op de/het
um= om
maanden van het jaar
dagen van de week
kloktijden
seizoenen 
"Wochenende"
Datum 

Slide 19 - Tekstslide

Rangtelwoorden

1) Rangtelwoorden t/m 19 = het Duitse getal + te 

2) Rangtelwoorden vanaf 20 = het Duitse getal + ste 

3) !!Uitzonderingen!! 






1e = erste                7e = siebte
3e = dritte                8e = achte

Slide 20 - Tekstslide

Vraagwoorden

Slide 21 - Tekstslide

Kloktijden 
Uhr
uur
halb
half
Minuten
minuten
Viertel vor
kwart voor
Viertel nach
kwart over
vor 
voor
nach
over

Slide 22 - Tekstslide

Sterke werkwoorden met een A in de stam. 
ich
fahre
du
fährst
er/sie/es
fährt
wir
fahren
ihr
fahrt
sie/Sie
fahren
sterke werkwoorden met een a in de stam, krijgen bij de du en de er/sie/es vorm een umlaut op de a --> ä

Slide 23 - Tekstslide

Übungstest
  • Maak oefentoets van de grammatica

OF
  • Leer de woorden/zinnen/grammatica 

Gedurende de timer wordt er stilletjes gewerkt.
Na de timer is er ruimte om vragen te stellen. 
timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Volgende les


Grammatik Prüfung :) 

Slide 25 - Tekstslide