In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Pak je werkboek en lesboek
Ga naar H3
Slide 1 - Tekstslide
Les
Oefenen I (individueel) 20 min
Oefenen II (gezamenlijk) 25 min
Afsluiting 5 min
Slide 2 - Tekstslide
Hoe moet je leren?
1. Basisboek leren (lezen + iets actiefs doen)
2. Leerboek leren (lezen + iets actiefs doen)
3. Werkboekvragen oefenen
- Begrijp ik de vraag?
- Is mijn antwoord goed geformuleerd?
Slide 3 - Tekstslide
Oefenen I (individueel)
Doel: begrippenlijst op een ietsje snellere manier leren
Hoe: alleen
Erna: je hebt 6 lijsten + 1 mindmap
Tijd: 20 min
Slide 4 - Tekstslide
Oefenen I (individueel)
1. Ga naar blz 52 in je leerboek + pak je schrift
2. Gebruik 1e 2 kolommen (aanlandige wind + demografisch...)
3. Maak 6 kolommen in je schrift
4. Maak de volgende 6 kopjes
Demografie Platentektoniek
Economie Windsysteem
Vulkanisme Geografie + ligging
Slide 5 - Tekstslide
Oefenen I (individueel)
5. Lees de begrippen
6. Schrijf ze onder het juiste kopje
7. Kies het kopje 'vulkanisme' > maak een mindmap (!) van deze begrippen
20 min
timer
20:00
Slide 6 - Tekstslide
Oefenen I (individueel)
Doel van de opdracht?
Gelukt?
Slide 7 - Tekstslide
Oefenen II
Doel: oefenen + wat weet je al wel?
Hoe: in duo vragen beantwoorden
Wat: vragen beantwoorden in Lessonup + na elke vraag nabespreken
Tijd: 20 min
Vragen zijn op uitdagend niveau
Slide 8 - Tekstslide
De titel van hoofdstuk 3 is 'Chili: het land waar de aarde ophoudt'. Leg uit wat met deze titel bedoeld wordt.
Slide 9 - Open vraag
Hoe heten de regens die aan de loefzijde van de Andes vallen?
Slide 10 - Open vraag
Bekijk de bron. Hawaii is ontstaan door een rij vulkanische eilanden. Welke omschrijving klopt?
A
Hawaii ligt op een grens tussen twee platen. Door subductie ontstaan de vulkanische eilanden.
B
Onder Hawaii ligt een hotspot. Doordat de plaat beweegt maar de mantelpluim stil ligt krijg je een lange rij vulkanen.
C
Onder Hawaii ligt een hotspot. De mantelpluim beweegt mee met de platen, hierdoor ontstaat een lange rij vulkanen.
D
Hawaii ligt op een speciale plek waar verschillende platen grenzen. Doordat er zo veel breuken liggen zijn er veel vulkanen en aardbevingen.
Slide 11 - Quizvraag
Tussen de 25 en 45 graden zuiderbreedte ligt voor de kust van Chili een hogedrukgebied. Valt er bij het hogedrukgebied veel neerslag of weinig neerslag? Leg je antwoord uit.
Slide 12 - Open vraag
Wat is een kenmerkende vorm voor een archipel die ontstaan is boven een hotspot?
A
De eilanden van de archipel (eilandengroep) liggen in een rij
B
De eilanden van de archipel (eilandengroep) groeien verticaal omhoog
C
De eilanden van de archipel (eilandengroep) liggen in een ring (of fire)
D
De eilanden van de archipel (eilandengroep) liggen in een vierkant
Slide 13 - Quizvraag
Klik op het oog voor figuur 1
Slide 14 - Tekstslide
Bekijk figuur 1. Welke proces hoort bij cijfer 1 ?
A
Divergentie
B
Mid-oceanische rug
C
Subductie
D
Transversaal
Slide 15 - Quizvraag
Welke soort plaatbeweging zie je op de afbeelding?
A
Transform
B
Convergentie
C
Divergentie
D
Subductie
Slide 16 - Quizvraag
In Chili komen aardbevingen voor. Leg uit waarom aan de oostkant of westkant van Zuid-Amerika aardbevingen voorkomen.
Slide 17 - Open vraag
Iemand doet twee uitspraken: 1. Convectiestromen zijn voorbeelden van endogene krachten. 2. Graniet is een zwaarder gesteente dan basalt.
Welke uitspraak is juist?
A
Uitspraak 1 is juist, 2 is onjuist.
B
Beide uitspraken zijn juist
C
Beide uitspraken zijn onjuist
D
Uitspraak 1 is onjuist, 1 is juist.
Slide 18 - Quizvraag
Wat gebeurt er tijdens een El Niño voor de kust van Chili? Leg je antwoord uit.
Slide 19 - Open vraag
7. Wat zijn de twee kenmerken van de verstedelijking in Zuid-Amerika?
Slide 20 - Open vraag
Vond je dat je veel vragen wist?
A
Ja, eigenlijk wel
B
Ja, maar ik had ook al een (beetje) geleerd
C
Nee, ik wist bijna niks
D
50/50
Slide 21 - Quizvraag
Doel van de les
- Je weet wat je moet leren voor je toets
- Je weet hoe je moet leren voor je toets
Slide 22 - Tekstslide
Weet je nu wat je moet leren voor de toets?
A
ja
B
nee
C
half
Slide 23 - Quizvraag
Weet je nu hoe je moet leren voor de toets?
A
ja
B
nee
C
half
Slide 24 - Quizvraag
Hoe ga je nog meer leren voor de toets/ wat ga je anders doen?