In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Biologie
Klas 1
Slide 2 - Tekstslide
Tijdens de les
Doe je actief mee.
Steek je vinger op.
Blijf op je plek.
Schrijf je je huiswerk in je agenda.
Houd je het lokaal netjes.
Slide 3 - Tekstslide
Thuis
Lees je voor de les de paragraaf door.
Bestudeer je de begrippen.
Leer je de paragraaf.
Maak je je huiswerk.
Schrijf je vragen voor de volgende les op.
Slide 4 - Tekstslide
Tip
Leerlingen die meteen hun huiswerk maken, hebben meestal tijdens de les het grootste deel af...
Succesvolle leerlingen gaan thuis serieus met de leerstof aan het werk.
Slide 5 - Tekstslide
Leren
Begin op tijd.
Verdeel het in stapjes.
Leer de begrippen.
Markeer belangrijke tekst.
Maak het huiswerk.
Kijk de opdrachten na & verbeter wat fout was.
Slide 6 - Tekstslide
Wat is biologie?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Biologie komt van de Griekse woorden:
Bios (leven) & logos (kennis)
Letterlijk betekent biologie: de kennis van het leven.
Wat is biologie?
Slide 9 - Tekstslide
Het vak gaat dus over het leven, planten, dieren, bacteriën en schimmels. Hoe ze eruit zien, hoe ze in leven blijven, hoe alles in hun binnenste werkt.
Alles wat er te weten valt over hoe ze leven, samenleven, overleven hoort bij biologie.
Slide 10 - Tekstslide
Jezelf leren kennen:
Lichaam
Organen
Gezond blijven
Voeding
Sport
Kinderen krijgen
Blessures
Ziektes
Behandeling
Beroepen met biologie:
Landbouw productie
Voeding: vlees, vis, plantaardig
Plantaardige producten
Biochemie
Medische beroepen
Zorgberoepen
Sport(-begeleiding)
Bosbouw
Hovenier
Wat kun je met biologie?
Slide 11 - Tekstslide
H1 Onderzoeken en ontdekken
1.1 Ontdek je binnenste
1.2 Je omgeving ontdekken
1.3 Gegevens vastleggen
1.4 Onderzoek doen
1.5 Samenhang
Slide 12 - Tekstslide
Get the picture
Wie weet
wat er op de foto's staat?
Op de volgende pagina staan de antwoorden, maar ...
ze staan nog niet goed. Zet de woorden op het goede plaatje.
Slide 13 - Tekstslide
Doorsnede van een boomstam
Haaienvin
Hersenen
Klokhuis van een appel
Neus van een hond
Nerven van een blad
Objectief van een microscoop
Oog
Onderkant voet van
een mens
Pissebed
Röntgenfotovan een ribbenkast
Zonne-bloem
Slide 14 - Sleepvraag
1.1 Ontdek je binnenste
Je leert hoe je er van binnen uitziet
en uit welke delen je lichaam
is opgebouwd.
Slide 15 - Tekstslide
Waar luistert de dokter naar?
Slide 16 - Open vraag
Waaruit bestaat je lichaam?
Orgaan => ieder orgaan heeft zijn eigen taak
Organen die samenwerken noem je een organenstelsel
Torso => een lichaam zonder hoofd, armen en benen
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Orgaanstelsels werken samen
Zo kun je leven en bewegen
Slide 20 - Tekstslide
Waaruit bestaan organen?
Organen bestaan uit cellen.
Bouwstenen = cellen
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
timer
20:00
Aan de slag:
Ga naar blz. 9 in je boek
Maak opdracht 1 t/m 14 in je boek
Maak opdracht 8 + 9 + 10 als laatste
Alle opdrachten gemaakt? Leer dan Om te onthouden op blz. 16 in je boek.
Is de tijd op? Dan bespreken we de opdrachten kort na.
Werk in stilte. Als je een vraag hebt,
dan stel je die zachtjes aan je buurman/-vrouw.
Slide 25 - Tekstslide
Welke vragen vond jij moeilijk en welke juist makkelijk?
Welke vragen vond jij moeilijk en welke juist makkelijk?
Slide 26 - Tekstslide
Herhaling
Delen van je lichaam met een bepaalde taak heten organen.
Een orgaanstelselis een groep samenwerkende organen.
Slide 27 - Tekstslide
Herhaling
Delen van je lichaam met een bepaalde taak heten organen.
Een orgaanstelsel is een groep samenwerkende organen.
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
De kleinste bouwsteentjes van je lichaam heten cellen.
Zij bestaan uit:
1 celkern
2 celplasma
3 celmembraan
celmembraan
celkern
celplasma
Slide 31 - Tekstslide
De kleinste bouwsteentjes van je lichaam heten cellen.
Zij bestaan uit:
1 celkern
2 celplasma
3 celmembraan
celmembraan
celkern
celplasma
Slide 32 - Tekstslide
Huiswerk voor de volgende les
Leer paragraaf 1.1 = blz. 9 t/m 16
Maak opdracht 1 t/m 14 (als je die in de les nog niet af had)
Leer Om te onthouden = blz. 16
Schrijf dingen die je wilt vragen in de volgende les op.
Lees paragraaf 1.2 = blz. 17 t/m 27 goed door.
Slide 33 - Tekstslide
Thuis
Lees je voor de les de paragraaf door.
Bestudeer je de begrippen.
Leer je de paragraaf.
Maak je je huiswerk.
Schrijf je vragen voor de volgende les op.
Tip
Leerlingen die meteen hun huiswerk maken, hebben meestal tijdens de les het grootste deel af...
Succesvolle leerlingen gaan thuis serieus met de leerstof aan 't werk.