Rekenen, voorbereiding examen, OPDRACHTEN Grootheden en eenheden

les-informatie            
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   NU Rekenen mbo 2, Grootheden en eenh
              paragraaf 1.7 Gemengde opdrachten
auteur   MB
datum   augustus 2023, februari 2024

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

les-informatie            
lesdoel   uitleggen / oefenen / toetsen

past bij   NU Rekenen mbo 2, Grootheden en eenh
              paragraaf 1.7 Gemengde opdrachten
auteur   MB
datum   augustus 2023, februari 2024

Slide 1 - Tekstslide

voorbereiding van de docent
kopiëren uitlegblad afronden
              uitlegblad referentiematen


Slide 2 - Tekstslide

werken met de bundel rekenoefeningen van Nu Rekenen
domein Grootheden en eenheden
Maak de oefeningen van p.36.

opdracht 3, extra info
thermo temp - de huidige temperatuur
set temp       - de gewenste temperatuur

Als je veel sneller klaar bent
- kijk dan of je een klasgenoot kunt helpen.
- ga aan het werk in ffRekenen (thema's) 
timer
8:00

Slide 3 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
1   grootheden herkennen
woordenschat
geeft aan  - hier: betekenis, welke grootheid
het jaartal - het nummer van een jaar, bijvoorbeeld 2023
de maximumsnelheid - je mag niet harder rijden dan ...

80 geeft hier de maximumsnelheid aan.

Slide 4 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
decimeter - centimeter - millimeter

2 eenheden van lengte
a De lengte van de pen is 14,5 cm = 145 mm   .
(van cm naar mm    x 10 )

b De lengte van de pen is 14,5 cm = 1,45 dm    .
(van cm naar dm    : 10 )

Slide 5 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
3 de temperatuur
De betekenis van de Engelse termen wordt duidelijk als je ook opdracht b leest!
THERMO TEMP - de temperatuur die je nu meet
SET TEMP        - de temperatuur die je wilt bereiken
a De huidige temperatuur van het vlees is 22 graden Celsius.
b De gewenste temperatuur is 50 graden Celsius.
Het vlees moet nog verwarmen (het verschil) 50-22= 28 graden
                                                                                   Celsius

Slide 6 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
4 de tijd
Je ziet vier klokken met wijzers. Een wijzerklok wordt vaak 'analoge tijd' genoemd.
De 'digitale tijd' wordt vermeld met nummers.

l



12:30 's middags
00:30 's nachts
16:15 's middags
04:15 's nachts
19:50 's avonds
07:50 's ochtends
          's morgens
17:35 's middags
05:35 's nachts

Slide 7 - Tekstslide

werken in het ringbandje met oefeningen uit NU Rekenen
domein Grootheden en eenheden
Maak opdracht 5-8 op p.37.

extra info
- referentiemaat*: De gemiddelde wandelaar loopt 5 km/uur.
- Op de rekenkaart vind je info over giga en tera .

*de referentiemaat - Je vergelijkt een bekende maat met wat je moet berekenen.
timer
12:00
Als je veel sneller klaar bent
- kijk dan of je een klasgenoot kunt helpen.
- ga aan het werk in ffRekenen (thema's) .

Slide 8 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
5   referentiemaat snelheid
wandelen 5 km per uur
              5 km per 60 minuten
a



b  1   km = 1000 m     12,5 km - 10 km = 2,5 km
   2,5 km = 2500 m moet hij nog lopen
tijd
60 minuten
:5 = 12 minuten
x 12,5 = 150 minuten
afstand
5 km
:5 = 1 km
12,5 km

Slide 9 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
6 het gewicht
a
 1   ton = 1000 kg          0,5 = 1/2 = delen door 2 x 1
1000 : 2 x 1 = 500
0,5 ton = 500 kg mag er in de aanhanger
1 zak weegt 25 kg     500 kg : 25 kg = 20 zakken
b
1000 kg nodig : 500 kg per keer rijden = 2 keer rijden

Slide 10 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
7 het gewicht
a Er ligt 700 gram tomaten op de weegschaal.  OF       680 g
b
1 kg nodig    1 kg = 1000 gram
c
1 tomaat weegt 140 g
nog nodig 1000 gram - 700 gram = 300 g        OF      320 g 
300 g : 140 g per tomaat = 2,14 tomaten   Je kan niet een stukje tomaat kopen, dus afgerond 3 tomaten.

Slide 11 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
8 begrippen ICT-maten
 Tera - 1 000 000 000 000       (1000 miljard)
 Giga - 1 000 000 000              ( 1 miljard)
1 TeraByte = 1000 GigaByte

1000 GB : (4 GB per film) = 250 films passen op de USB-stick.

USB - universal serial bus

Slide 12 - Tekstslide

werken in het ringbandje met oefeningen uit NU Rekenen
domein Grootheden en eenheden
Maak opdracht 9-12 op p.38.

geen extra info

timer
10:00
Als je veel sneller klaar bent
- kijk dan of je een klasgenoot kunt helpen.
- ga aan het werk in ffRekenen (thema's) .

Slide 13 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
9   de tijd, de kalender
a   5 woensdagen + 4 zaterdagen
Dat zijn 9 dagen.
b   19 maart
c   Dit is een strikvraag! Het gaat niet om maart, maar om april.
op vrijdag
Let op: de namen van de dagen en de maanden mag je NIET met een hoofdletter beginnen!

Slide 14 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
10   het gewicht
a
50 tabletten x 500 mg paracetamol = 25 000 mg = 25 gram

b
20 verpakkingen x 25 g = 500 gram = 0,5 kg in de grote doos

Slide 15 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
11   de temperatuur
a
het verschil = grootste - kleinste
20,2 graden C - 10,3 graden C = 9,9 graden Celsius
b
het verschil in de binnentemperatuur 
(gemeten in de afgelopen 24 uur) 
max 23,4 - min 18,2 = 5,2 graden Celsius

Slide 16 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
extra rekenen met temperatuurverschillen
Hoeveel graden zit er tussen -7 en 10 graden?
OF
-7 graden + ..... graden = 10 graden
                    17 graden
OF
van -7 naar 0 graden   =  7 graden
van  0 naar 10 graden = 10 graden +
                                     17 graden ertussen

Slide 17 - Tekstslide

Grootheden en eenheden   1.7 Gemengde opdrachten
12 de tijd, verschillende tijden op de wereldbol

a   heenreis vertrek Amsterdam        13:25 uur
     in New York is het 6 uur vroeger   07:25 uur
aankomst N Y 15:50 uur                                              >>>
tussen 07:25 en 15:50 zit 8 uur en 25 minuten  (8:25)
b   terugreis vertrek N Y  18:42               aank in A'dam 08:15
     in Amsterdam is het 6 uur later   24:42 = 00:42
tussen 00:42 en 08:15 uur zit 7 uur en 33 minuten  (7:33)
(8:25 terug naar 8:00 = 25 min) + (8:00 t.n. 7:33 =27 min)   = 25 + 27 =  52 minuten korter                              >>>

Slide 18 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
12 de tijd, verschillende tijden op de wereldbol
a   heenreis vertrek Amsterdam        13:25 uur
                 aankomst New York         15:50 uur
Dat lijkt 2 uur+25 minuten, maar er moet nog 6 uur bij.
Dus totaal 8 uur en 25 minuten.
b   terugreis vertrek N Y                  18:42 uur
                   aankomst A'dam          08:15 uur
Dat lijkt 13 uur + 33 minuten, maar er moet nog 6 uur af
dus totaal 7 uur en 33 minuten   >>>> 52 minuten korter
8:25 - 7:33 = 52 minuten korter

Slide 19 - Tekstslide

werken in het ringbandje met oefeningen uit NU Rekenen
domein Grootheden en eenheden
Maak opdracht 13-16 op p.39.

uitdelen blad referentiematen

extra info
nr. 13
het blauwe trappenhuis
de boom bij de pijl
timer
10:00
Als je veel sneller klaar bent
- kijk dan of je een klasgenoot kunt helpen.
- ga aan het werk in ffRekenen (thema's) .

Slide 20 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
13 referentiemaat lengte
a
een verdieping is ongeveer 3 meter hoog
b Je moet ook de begane grond meetellen.
13 verdiepingen x 3 meter = 39 m

c   Je moet ook de BG meetellen.
5 verdiepingen x 3 meter = 15 m

Slide 21 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
14 passende eenheden
a   30 minuten
b   100 km/uur = 100 km/h
c   2 meter = 2 m
d   75 kilometer = 75 km
e   2,5 kilogram = 2,5 kg

extra: Hoeveel wegen de aardappels hierboven?

Slide 22 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
15   het gewicht
a
500 g = 0,5 kg
b
80 kopjes met 1 pak
c
500 g : 80 kopjes = 6,25 gram/kopje

Slide 23 - Tekstslide

Grootheden en eenheden
1.7 Gemengde opdrachten
16   de referentiemaat voor lengte
a   Letter A gaat over de voordeur.
Een deur is ongeveer 2 meter hoog.
b   De trap is ongeveer de helft v.d. deur. De helft = gedeeld door 2 x 1 . Dus 2 m : 2 x 1 = 1 m hoog   (OF 3/4 x 2 = 1,5 m)
c   Raam B bestaat uit 3 ruitjes. Daaronder zit nog een dicht stuk. De ruitjes zijn totaal 3/4 van de deur, dus 2m:4x3=1,5 m .
1 ruitje is 1/4 van de deur, dus 2 m : 4 x  1= 0,5 m .

Slide 24 - Tekstslide

huiswerk
Herhaal de opdrachten die je nog moeilijk vond.

Slide 25 - Tekstslide