plannen en organiseren
1 / 31
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Voordelen
Slide 5 - Woordweb
Nadelen
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Welke kleur heb jij het meest?
Rood
Geel
Paars
Blauw
Oranje
Geen duidelijke voorkeur
Slide 9 - Poll
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Ik denk na voor ik iets doe. Ik kan op mijn beurt wachten
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 20 - Poll
Ik kan onthouden wat ik moet doen, bijv. hoe ik huiswerk moet maken en wanneer dit af moet zijn. Ik onthoud opdrachten die ik moet doen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 21 - Poll
Ik kan volhouden om iets af te maken zonder gefrustreerd, verdrietig of boos te worden. Ik durf fouten te maken en ga door als het moeilijk is en het niet meer weet, bijv. bij een toets
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 22 - Poll
Ik kan mijn aandacht bij mijn taak houden, ook als ik word afgeleid door anderen. Als het nodig is kan ik zelfs doorgaan als ik me verveel of moe ben.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 23 - Poll
Ik kan gemakkelijk beginnen met een taak. Ik begin op tijd en gewoonlijk hoeft niemand me te helpen om te beginnen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 24 - Poll
Als ik iets wil, kan ik een plan maken om mijn doel te halen. Ik weet wat ik eerst moet doen en hoe ik verder moet gaan om iets af te krijgen of mijn doel te halen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 25 - Poll
Ik heb mijn zaakjes goed voor elkaar. Ik kan organiseren en ik doe de dingen die ik moet doen in een logische volgorde
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 26 - Poll
Ik kan inschatten hoeveel tijd mij iets kost, bijv. huiswerk. Ik kan een indeling maken per opdracht en alles op tijd afhebben.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 27 - Poll
Als ik iets écht wil, weet ik waarvoor ik het doe en zorg ik ervoor dat ik de juiste dingen doe waardoor het lukt. Ik zet door, ook als het tegenzit
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 28 - Poll
Als het tegenzit kan ik makkelijk mijn plannen veranderen en die dingen doen die dan eerst nodig zijn. Als het moet stop ik met iets, doe het op een andere tijd of zorg ervoor dat er iets anders voor in de plaats komt
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Slide 29 - Poll
Als het tegenzit kan ik rustig nadenken om te ontdekken waar het goed of fout is gegaan en ervoor zorgen dat ik weer de goede dingen doe
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
