Meerkeuze vragen beantwoorden
4. Bedenk eerst zelf het antwoord
Bedenk eerst wat jij zelf zou antwoorden op de vraag en kijk daarna of jouw antwoord overeenkomt met een van de geboden keuzes. Hiermee voorkom je dat de afleiders je beïnvloeden.
5. Laat foute antwoorden afvallenVaak zie je het al snel: een van de mogelijke antwoorden is duidelijk fout. Streep deze (‘in je hoofd’) door. Kijk daarna welk antwoord als tweede afvalt et cetera. Op deze manier werk je ‘in omgekeerde richting’ naar het juiste antwoord toe. Doe dit het liefst in combinatie met tip 4.
6. Kies het beste (of minst slechte) antwoord
Het kan voorkomen dat volgens jou geen van de mogelijke antwoorden (helemaal) goed is. Je zult dan toch een keuze moeten maken, want geen antwoord geven is sowieso fout. Kies voor het beste (of minst slechte) antwoord en bewaar je bedenkingen tot na de toets.