BS1 & 2 alleen de oefenvragen

• Biologie
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Voortplantingsstelsel vrouw

Hoe heet deel 1?

1. Eierstok
2. Eileider
3. Baarmoedermond
4. Vagina

Hoe noemen we nummer 1?

1. eileider
2. vagina
3. baarmoeder
4. eierstok

Nr. 1

Nr. 3

Nr. 4

Nr. 5

Nr. 7

Vagina

Baarmoeder

Baarmoederwand

Eileider

Eierstok

zijkant

1: eileider

2: blaas

4: vagina

8: eierstok

In de afbeelding hiernaast staan de organen van het vrouwelijke voortplantingsstelsel. Er staan acht organen aangegeven met een cijfer. Sleep de groene namen achter het juiste cijfer.

kleine schaamlip

vagina

clitoris

grote schaamlip

eileider

baarmoeder

urineblaas

eierstok

In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw bevindt zich het maagdenvlies?

1. In de baarmoeder
2. In de grote schaamlippen
3. In de vagina
4. In de eierstok

Welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw is het meest gevoelig voor seksuele prikkels?

1. Grote schaamlippen
2. Vagina
3. Kleine schaamlippen
4. Clitoriseikel

Voortplantingsstelsel vrouw- zijkant 

Kunnen eicellen zichzelf voortbewegen?

1. Ja
2. Nee

Wanneer en waar kan een eicel worden bevrucht?

1. dag 14 van cyclus, baarmoeder
2. dag 7 van cyclus, baarmoeder
3. Dag 7 van cyclus ,eileider
4. dag 14 van cyclus, eileider

Eileider

Eisprong

Eierstok

Eicel

Follikel 

voortplantingsstelsel man 

zijkant 

voortplantingstelsel man 

waar worden zaadcellen geproduceerd? 

voortplantingstelsel man 

Welk onderdeel vervoerd de zaadcellen richting prostaat?

voortplantingstelsel man 

Welke 2 onderdelen voegen vocht toe aan de zaadcellen 

Welk nummer geeft het onderdeel aan waardoor de penis 'stijf' wordt/ in erectie komt?

1. 3
2. 4
3. 5
4. 6

Hoe heet het orgaan dat zorgt voor een erectie

1. Penis
2. Eikel
3. Voorhuid
4. Zwellichamen

sperma bestaat uit:

1. zaadcellen met vocht uit blaas en zaadblaasjes
2. zaadcellen met vocht uit zaadleiders en prostaat
3. zaadcellen met vocht uit zaadblaasjes en vocht uit prostaat
4. zaadcellen met vocht uit teelballen en zaadblaasjes

EVALUATIE

1. Wat heb je geleerd?

2. Wat zou je de volgende keer anders doen?

3. Hoe vind jij dat je hebt gewerkt?