Je kunt uitleggen hoe het fenotype van een organisme tot stand komen en hierbij de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief gebruiken.
Je kunt beschrijven hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.
Slide 2 - Tekstslide
Locus
Chromosomen komen voor in paren. De plaats van een gen op het chromosoom, noem je een locus (meervoud loci).
Een gen is het stukje DNA dat codeert voor een of meer eigenschappen
Slide 3 - Tekstslide
Allelen
Genen hebben verschillende varianten (allel/allelen), bijv. het allel voor zwart haar of het allel voor blond haar.
Deze allelen kunnen in verschillende combinaties voorkomen
Slide 4 - Tekstslide
Dominant en recessief
Een dominant allel zie je altijd terug in het fenotype (ook als er maar één dominant allel is).
Dominante allel: HOOFDLETTER
Recessieve allel: kleine letter
Slide 5 - Tekstslide
Zygotie
BB: homozygoot dominant
bb: homozygoot recessief
Bb: heterozygoot
Homo = hetzelfde
Hetero = verschillend
Slide 6 - Tekstslide
Drager
Een heterozygoot is een drager van het recessieve allel.
Dat kan bijv. voor een gen zijn dat codeert voor de haarkleur, maar ook voor een gen dat leidt tot een ziekte.
Slide 7 - Tekstslide
Intermediair fenotype
Intermediair fenotytpe:
beide allelen komen tot uiting in het fenotype
Slide 8 - Tekstslide
Onvolledig dominant
Oogkleur
Het recessieve allel komt een beetje tot uiting in het fenotype
Allel voor bruine ogen is onvolledig dominant
Slide 9 - Tekstslide
Codominantie
Bij codominantie komen de eigenschappen van beide dominante allelen volledig tot uiting.
Beide allelen worden aangegeven met een hoofdletter en een variantsaanduiding:
Rood: Ar en Geel: Ag
Slide 10 - Tekstslide
Recombinatie
Recombinatie is het herverdelen van erfelijke eigenschappen enleidt tot genetische variatie onder nakomelingen.
Genetische variatie is belangrijk voor hetoverleven van een soort.
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag
Maken:
Paragraaf 2
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe het fenotype van een organisme tot stand komen en hierbij de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief gebruiken.
Je kunt beschrijven hoe door recombinatie nieuwe combinaties van allelen ontstaan.