8.1 De industriële revolutie

De industriële samenleving
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

De industriële samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  • Uitleggen waarom innovaties in de kledingindustrie noodzakelijk waren
  • Verklaren waarom het waterframe tot de industriële samenleving leidde
  • De industriële samenleving herkennen
  • De sociale kwestie uitleggen
  • De politieke, economische en culturele motieven van het modern imperialisme benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

Discussies over de sociale kwestie


Slide 3 - Tekstslide

Verandering
  • Vanaf de middeleeuwen is Europa een landbouwstedelijke samenleving
  • Nijverheidsproducten werden met de hand gemaakt
  • Door een landbouwrevolutie vindt een bevolkingsexplosie plaats (enclosures, ijzeren ploeg)
  • -> Doorbraak Plafond van Mathus
  • Gevolg: groeiende vraag naar kleding + grote groep werklozen

Slide 4 - Tekstslide

Innovatie
  • Ondernemers zoeken een oplossing voor dit probleem -> innovatie -> efficiëntie
  • Schietspoel (1733, John Kay): weefgetouw
  • Spinning Jenny (1764, Hargreaves): spinnenwiel voor huisnijverheid
  • Waterframe (1769, Richard Arkwright): spinmachine op waterkracht
  • Waterframe maakt een einde aan huisnijverheid 
  • Gevolg: ontstaan fabrieken -> kenmerk industriële samenleving

Slide 5 - Tekstslide

Samenleving
  • 1769: verbetering stoommachine door James Watt -> inzetbaar kledingindustrie
  • Fabrieken worden in nabijheid steenkoolmijnen gebouwd
  • Arbeiders trekken deze nieuwe fabriekssteden (urbanisatie
  • Woon- en werkomstandigheden zijn verschrikkelijk door gebrek bescherming
  • Woningen naast fabrieken, géén riolering, kleine woningen, kinderarbeid
  • Gevolg: daling levensverwachting

Slide 6 - Tekstslide

Sociale kwestie
  • Géén sociale wetten om arbeiders te beschermen
  • Groep arbeiders wordt in de tweede helft 19de eeuw gigantisch
  • Daarnaast: groeiende kennis over arbeidsomstandigheden
  • Gevolg: discussie of overheid arbeiders moet beschermen -> sociale kwestie
  • Voorbeeld: kinderwet van Van Houten (1874) -> verbod kinderarbeid

Slide 7 - Tekstslide

Kolonialisme
  • Vanaf 15de eeuw Europese expansie buiten Europa
  • Doelen: rijkdom (Amerika) & handel (Azië)
  • Europese handelsmaatschappijen stichten factorijen om handel te drijven
  • Europeanen domineren handel máár veroveren gebieden nauwelijks
  • 19de eeuw: nationalisme en industrialisatie
  • Combinatie leidt tot modern imperialisme:
  • 1. Grondstoffen + afzetmarkten
  • 2. Glorie natie vergroten

Slide 8 - Tekstslide

Afrika
  • Na verovering Aziatische gebieden richt men zich op Afrika
  • Staten sturen ontdekkingsreizigers de binnenlanden in 
  • 1884: Conferentie van Berlijn: afspraken over invloedssferen en rechten
  • Binnen enkele decennia worden de Afrikaanse gebieden veroverd
  • Dankzij industrie is verovering mogelijk: transport, wapens, medicijnen

Slide 9 - Tekstslide

Cultuur
  • Naast economische en politieke kenmerken zijn er ook culturele:
  • 1. Verspreiding geloof
  • 2. Verspreiding "cultuur"
  • Dit laatst is gebaseerd op sociaal Darwinisme
  • Het is de taak van de Europeaan op de Afrikanen op te voeden: Wite man's burden

Slide 10 - Tekstslide