2.4 Verzekeren, hoezo?

Wat gaan we vandaag doen?


  • bespreken opdrachten paragraaf 3
  • Herhaling hoofdstuk 2 paragraaf 3
  • Uitleg hoofdstuk 2 paragraaf 4
  • Maken opdrachten
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?


  • bespreken opdrachten paragraaf 3
  • Herhaling hoofdstuk 2 paragraaf 3
  • Uitleg hoofdstuk 2 paragraaf 4
  • Maken opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

opdrachten bespreken

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling vorige les

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 2.3
  • Je weet welke redenen je kunt hebben om geld te lenen.
  • Je weet hoe een lening werkt.
  • Je kunt de kosten van een lening berekenen.
  • Je kunt een percentage berekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4
  1. Je weet waarom je een verzekering afsluit.
  2. Je weet hoe een verzekering werkt en bij wie je die afsluit. Je kunt met behulp van informatie de premie vaststellen.
  3. Je weet wat het gevolg is als je een eigen risico hebt.
  4. Je hebt paragraaf 2.4 goed begrepen.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een verzekering?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe werkt een verzekering?

Slide 7 - Tekstslide

Een verzekering
Een verzekering sluit je af als je kans hebt op schade en je wilt dat die schade vergoed wordt door de verzekeraar.

Slide 8 - Tekstslide

Vrijwillig

  • reisverzekering
  • inboedelverzekering
  • fietsverzekering

Verplicht

  • zorgverzekering
  • WA-verzekering voor een brommer, scooter of auto.

Slide 9 - Tekstslide

Waarom sluit je een verzekering af?
Kans op schade
Je wil, wanneer de schade ontstaat, niet de kosten zelf betalen.

Slide 10 - Tekstslide

Premie?
Polis?

Slide 11 - Tekstslide

Milan heeft een nieuwe fiets van € 675. Hij verzekert zijn fiets tegen diefstal en beschadiging voor vijf jaar. Hoeveel premie betaal je?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Eigen risico
Dat betekent dat je een deel van de schade zelf moet betalen.

Waarom?

Slide 14 - Tekstslide

Je rijdt met je scooter tegen een geparkeerde auto aan. De schade aan je scooter is € 500 en aan de auto € 750.

Je hebt een eigen risico van € 150 voor schade aan je eigen voertuig.

Hoeveel schadevergoeding betaalt de verzekering? Schrijf je berekening op.

Slide 15 - Open vraag

  • begrippen oefenen
  • extra uitleg rekenen
verdeling in 2 groepen

Slide 16 - Tekstslide


  • begrippen oefenen

begrippen oefenen door middel van kruiswoordpuzzel en begrippen opschrijven in je schrift. 

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk!

Lees de theorie en begrippen op bladzijde 14 t/m 17


Maak de opdrachten 17 t/m 28

 Vul de samenvatting op blz 17 in

 Oefenopgaven 10 t/m 20 blz 29


maken opdrachten

Lees de theorie en begrippen op blz 52 t/m 55


Maak de opdrachten 43 t/m 56


Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen 2.4
  1. Je weet waarom je een verzekering afsluit.
  2. Je weet hoe een verzekering werkt en bij wie je die afsluit. Je kunt met behulp van informatie de premie vaststellen.
  3. Je weet wat het gevolg is als je een eigen risico hebt.
  4. Je hebt paragraaf 2.4 goed begrepen.

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een verzekering?

Slide 20 - Tekstslide

Hoe werkt een verzekering?

Slide 21 - Tekstslide

Een verzekering
Een verzekering sluit je af als je kans hebt op schade en je wilt dat die schade vergoed wordt door de verzekeraar.

Slide 22 - Tekstslide

Vrijwillig

  • reisverzekering
  • inboedelverzekering
  • fietsverzekering

Verplicht

  • zorgverzekering
  • WA-verzekering voor een brommer, scooter of auto.

Slide 23 - Tekstslide

Waarom sluit je een verzekering af?
Kans op schade
Je wil, wanneer de schade ontstaat, niet de kosten zelf betalen.

Slide 24 - Tekstslide

Premie?
Polis?

Slide 25 - Tekstslide

Milan heeft een nieuwe fiets van € 675. Hij verzekert zijn fiets tegen diefstal en beschadiging voor vijf jaar. Hoeveel premie betaal je?

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Je rijdt met je scooter tegen een geparkeerde auto aan. De schade aan je scooter is € 500 en aan de auto € 750.

Je hebt een eigen risico van € 150 voor schade aan je eigen voertuig.

Hoeveel schadevergoeding betaalt de verzekering? Schrijf je berekening op.

Slide 28 - Open vraag

extra uitleg rekenen

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Aan het werk!

Lees de theorie en begrippen op bladzijde 14 t/m 17


Maak de opdrachten 17 t/m 28

 Vul de samenvatting op blz 17 in

 Oefenopgaven 10 t/m 20 blz 29


maken opdrachten

Lees de theorie en begrippen op blz 52 t/m 55


Maak de opdrachten 43 t/m 56


Slide 31 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet waarom je een verzekering afsluit.
  2. Je weet hoe een verzekering werkt en bij wie je die afsluit. Je kunt met behulp van informatie de premie vaststellen.
  3. Je weet wat het gevolg is als je een eigen risico hebt.
  4. Je hebt paragraaf 2.4 goed begrepen.

Slide 32 - Tekstslide