Het Romeinse Rijk

Huiswerkcontrole
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Huiswerkcontrole

Slide 1 - Tekstslide

Oorzaak neolithische revolutie?
A
mensen gingen in grotere groepen samenleven
B
dorpen ontstonden
C
dieren trokken weg
D
het klimaatsverandering

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn de twee gevolgen van de landbouwrevolutie?
A
Mensen gingen een nomadisch bestaan leiden
B
Mensen gingen op een vaste plaatsen wonen.
C
Mensen wonen dichter op dieren; zo ontstonden nieuwe ziektes
D
Mensen stopten compleet met jagen.

Slide 3 - Quizvraag

Een vereiste voor het voortbestaan van een agrarisch-urbane samenleving is
A
dat er goede bestuurders zijn
B
dat er handel is
C
dat er een landbouwoverschot is
D
dat er ambachtslieden zijn

Slide 4 - Quizvraag

Lees de bron.

Van welke bestuursvorm was Plato voorstander?
A
aristocratie
B
democratie
C
monarchie
D
tirannie

Slide 5 - Quizvraag


Hippokrates kwam erachter dat ziektes zich minder verspreiden wanneer water kookt.
Waar is dit een goed voorbeeld van?
A
Wetenschappelijk denken
B
Mythisch denken

Slide 6 - Quizvraag

1
2
3
4
5
Pythagoras bedenkt zijn beroemde stelling 
jagers maken rotsschilderingen in Lascaux
Neolithische revolutie
De staat Egypte wordt opgericht
Alexander de Grote verovert de Griekse poleis

Slide 7 - Sleepvraag

1
2
3
4
5
Griekse wetenschappers verhuizen richting het Midden-Oosten
jagers maken rotsschilderingen in Lascaux
Egyptische schrijvers ontwikkelen het hiëroglief schrift
De eerste boerderijen ontstaan in Mesopotamië
In Athene wordt de democratie ingevoerd

Slide 8 - Sleepvraag

Het Romeinse Rijk


tijdvak 2 Grieken en Romeinen
3000 v.Chr. - 500 na Chr.

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen
  • je kunt uitleggen wat een imperium is
  • Je kunt uitleggen hoe de Romeinen hun imperium uitbreidden en onder controle hielden.
  • Je kunt uitleggen waardoor zich in het Romeinse Rijk een Grieks- Romeinse mengcultuur verspreidde.
  • Je kunt voorbeelden herkennen van de Grieks- Romeinse vormentaal in gebouwen

Slide 10 - Tekstslide

Ontstaan Rome
In 753 v.Chr. gesticht door Romulus?

Waarschijnlijk ontstaan uit samenwerking tussen dorpen op verschillende Romeinse  bergen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Van stad tot imperium
  • 509 v. Chr - laatste Romeinse koning verjaagd; Rome wordt republiek.
  • In republiek veel macht voor adelijke families (=aristocratie)
  • In de eeuwen hierna veroverde Rome een groot rijk (=imperium)
  • Voordelen van veroveringen zorgden voor nog meer veroveringen;
Voordelen als slaven, meer belastingen en meer landbouwgrond.
  • Romeinen waren mild voor veroverde volken, mits ze Romeinse overheersing accepteerden.
Republiek = land zonder koning, de macht is verdeeld onder (een deel van) de burgers

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

Grieks- Romeinse cultuur
  • Door verovering van Griekse koloniën en Griekenland kwamen Romeinen in aanraking met Griekse cultuur.
  • Voor Romeinen werden Grieken een voorbeeld, in Griekse architectuur veel symmetrie en zuilen. Romeinen doen dit ook
  • Romeinen verbeterden Griekse architectuur op 2 punten; bogen en beton.
  • Omdat Romeinen grote gebieden veroverden verspreidde de klassieke cultuur (=Grieks- Romeinse vormentaal) zich over Europa.

Slide 15 - Tekstslide

Parthenon in Athene, een Griekse tempel met veel zuilen aan alle zijden

Slide 16 - Tekstslide

Pantheon in Rome, een Romeinse tempel met veel zuilen aan de voorzijde

Slide 17 - Tekstslide

Pantheon, binnenzijde met een goed zicht op de koepel (en het gat daarin) De koepel konden ze alleen bouwen door het gebruik van beton

Slide 18 - Tekstslide

Aquaduct (de Romeinse versie van een waterleiding) met heel veel bogen

Slide 19 - Tekstslide

Colloseum, een arena in Rome. Gebruik van zuilen, symmetrie, bogen

Slide 20 - Tekstslide

Plattegrond Colloseum, Rome

Slide 21 - Tekstslide

Grieks- Romeinse cultuur
  • Romeinen namen vaak slaven mee van de overwonnen volken.
  • Niet alle slaven deden zwaar werk, sommigen werden huisslaaf.
  • Griekse ontwikkelde slaven werden arts, leraar of schrijver. Zo verspreidde Griekse wetenschap en filosofie.
  • Naast bewondering voor de Grieken hadden de Romeinen ook minachting voor de Griekse leefstijl.
  • Grieken waren geen eensgezind volk in de ogen van de Romeinen, ze hadden teveel ruzies onderling.


Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
  • je kunt uitleggen wat een imperium is
  • Je kunt uitleggen hoe de Romeinen hun imperium uitbreidden en onder controle hielden.
  • Je kunt uitleggen waardoor zich in het Romeinse Rijk een Grieks- Romeinse mengcultuur verspreidde.
  • Je kunt voorbeelden herkennen van de Grieks- Romeinse vormentaal in gebouwen

Slide 23 - Tekstslide

Verwerking
beantwoord de leerdoelen
maak §2.3 opdr. 3

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen op welke verschillende manieren het Romeinse Rijk werd bestuurd en waarom er gewisseld werd van bestuur
  • Je kunt uitleggen wat de oorzaken en gevolgen waren van romanisering
  • Je kunt uitleggen waardoor zich in het West- Romeinse Rijk groepen Germanen vestigden en wat daarvan de gevolgen waren.
  • Je kunt verschillen noemen tussen het West- en het Oost- Romeinse Rijk

Slide 25 - Tekstslide

Van republiek tot keizerrijk
  • In Romeinse republiek was macht verdeeld.
  • Er was een volksvergadering maar de meeste macht lag bij senaat, waarin alleen rijke families zaten.
  • Groei van Romeins imperium zorgt ervoor dat generaals steeds machtiger worden. Soldaten vochten voor hun generaal en niet meer voor  Republiek.
  • Generaals beloonden hun soldaten met buit of stukjes land.
  • Steeds vaker vochten verschillende generaals tegen elkaar. In 49vC leidde dit tot een burgeroorlog.

Slide 26 - Tekstslide

Van republiek tot keizerrijk
  • Burgeroorlog werd gewonnen door Julius Caesar. Caesar werd daarop vermoord door een aantal senatoren, uit angst dat Caesar alle macht naar zich toe zou trekken.
  • Gevolg: burgeroorlogen. Winnaar = Octavianus,  geadopteerde zoon van Caesar.
  • Octavianus neemt nieuwe naam: Augustus (verhevene), en wordt eerste keizer.
  • Augustus zorgt voor orde en rust tijdens zijn bestuur (=Pax Romanum)
  • Met Augustus begon de keizertijd, die tot 476nC zou duren.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Keizer Augustus 

Slide 29 - Tekstslide

Romanisering
  • Gebieden waar Romeinen de baas waren veel invloed van Romeinen.
  • Bestuurlijk door Romeinse wetten, economisch want veilig handelen, sociaal doordat iedereen onderdeel uit kon maken van Romeinse Rijk.
  • Maar wel culturele verschillen tussen oosten en westen van  Rijk. 
  • In oosten was al landbouw- stedelijke samenleving.
  • Hier namen Romeinen juist veel van bestaande cultuur over. 
  • In westen stichtten Romeinen zelf veel steden, naar Romeins voorbeeld.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Romanisering

  • In het westen namen Germanen veel over van Romeinen zoals schrift, kledingstijl en Romeinse taal (het Latijn).
  • Dit verschijnsel heet Romanisering.
  • Romanisering werd versneld doordat Germanen soldaten werden in Romeinse leger. Beloning voor Germanen: Romeins Burgerrecht. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Romeinse baden, Bath (GB)

Slide 34 - Tekstslide

Grenzen onder druk
  • Romeinen lieten sommige veroverde volken zichzelf besturen. Motivatie om vijanden buiten te houden, anders raakten ze hun macht kwijt.
  • Romeinen konden snel ter plaatse zijn dankzij hun wegennet.
  • Langs de grenzen (limes) legden Romeinen een verdedigingssysteem aan met legerkampen en wachttorens.
  • In vredestijd kon de grens worden overgestoken en kon er worden gehandeld aan beide zijden van de grens.

Slide 35 - Tekstslide

Romeinse limes In het huidige Nederland

Slide 36 - Tekstslide

Muur van Hadrianus in Groot Brittannië
De grens tussen het Romeinse Rijk en de rest van Engeland

Slide 37 - Tekstslide

Grenzen onder druk
  • Vanaf 2e eeuw vielen steeds meer Germanen  Romeinse Rijk binnen.
  • Germanen gaan in Rijk wonen óf ze kwamen plunderen
  • Bestuur van Romeinse Rijk ook minder stabiel, steeds vaker grepen generaals de macht 
  • Westen verzwakte, terwijl oosten hier geen last van had.
  • Daarom werd rijk gesplitst in Oost en West
  • In 476 n.Chr. stortte het West-Romeinse Rijk in 

Slide 38 - Tekstslide

Splitsing in West en Oost-Romeinse Rijk

Slide 39 - Tekstslide

Van Oudheid naar Middeleeuwen

  • Het Oost- Romeinse Rijk was beter georganiseeerd en kon zich beter verdedigen tegen aanvallen van buitenaf. Dit rijk (= Byzantijse Rijk) zou blijven bestaan tot 1493.
  •  Vijfde eeuw = einde West- Romeinse Rijk . Oorzaak hiervoor zijn de volksverhuizingen. Volkeren uit Azië en Oost- Europa zorgden voor onveiligheid in de Romeinse grensstreken. Germaanse volken trokken hierdoor verder het Romeinse Rijk in.

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Van Oudheid naar Middeleeuwen

  • In het Romeinse leger werden Germanen steeds belangrijker
  • Deze Germanen waren geromaniseerd, maar stichtten ook steeds vaker eigen koninkrijkjes binnen het Rijk. Zo was het Romeinse Rijk al flink veranderd, ook op economisch gebied.
  • Door de toenemende onveiligheid was er minder handel, steden krompen en de bevolking trok naar het platteland.
  • 476 - Einde Romeinse Rijk, begin middeleeuwen.

Slide 42 - Tekstslide

Welke gebeurtenis had een grote invloed op de val van het Romeinse Rijk?
A
misoogsten
B
christenvervolgingen
C
Slechte koningen
D
Volksverhuizingen

Slide 43 - Quizvraag

Wat was de Limes?
A
Reeks forten om het rijk te beschermen
B
Een rang in het Romeinse leger
C
De natuurlijke grenzen van het rijk
D
Een soort van tweede kamer van de Romeinen

Slide 44 - Quizvraag

Welk volk wierp het Romeinse rijk omver?
A
De Germanen
B
De Perzen
C
De Hunnen
D
De Ottomanen

Slide 45 - Quizvraag

Zet de onderstaande zinnen over de Romeinen in de juiste chronologische volgorde,
van vroeger naar later.
1
2
3
4
5
Het Romeinse Rijk wordt een Republiek met een senaat als bestuur.
Het Romeinse Rijk werd gesplitst in een West- en een Oost-Romeinse Rijk

Romulus en Remus worden grootgebracht door de wolvin.
Julius Caesar wordt vermoord.
Augustus wordt de eerste keizer.

Slide 46 - Sleepvraag

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen op welke verschillende manieren het Romeinse Rijk werd bestuurd en waarom er gewisseld werd van bestuur
  • Je kunt uitleggen wat de oorzaken en gevolgen waren van romanisering
  • Je kunt uitleggen waardoor zich in het West- Romeinse Rijk groepen Germanen vestigden en wat daarvan de gevolgen waren.
  • Je kunt verschillen noemen tussen het West- en het Oost- Romeinse Rijk

Slide 47 - Tekstslide

Verwerking
beantwoord de leerdoelen
maak §2.2 opdr. 5 

Slide 48 - Tekstslide

Betrouwbaarheid
Om te onderzoeken of een bron betrouwbaar is, werk je volgens het volgende stappenplan:
  • wat voor een soort bron? (primair/secundair; dagboek, propaganda etc)
  • wie is de maker/wat is de achtergrond van de maker?
  • bevat de bron feiten of meningen?

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

0

Slide 51 - Video

0

Slide 52 - Video