CAV bijeenkomst 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 4

Nederlands in het mbo

1u per week, 1 periode (acht bijeenkomsten)

Zelf oefenen en verdergaan is van belang!

Geen toetsen tussentijds

Examen per domein (vier), zelf inplannen

Waar loop je tegenaan? Breng vragen mee!

Inhoud examens

Lezen/luisteren:

Beantwoord vragen over verschillende teksten

2F  =  90 min, ± 50 vragen

3F  = 120 min. ± 60 vragen

Schrijven: 

60 minuten voor 2 à 3 (pittige!) schrijfopdrachten

Hoe schrijf ik me in?

Lezen/luisteren + schrijven:  via Supersaas
(volg de link via studie-informatie)

Spreken + gesprekken voeren is (nu) verschillend.

MZ: ook via supersaas

V&V: mail de docent, per periode een planning.

Lezen/luisteren + schrijven:  via Supersaas
(volg de link via studie-informatie)

Spreken + gesprekken voeren is (nu) verschillend.

MZ: ook via supersaas

V&V: mail de docent, per periode een planning.

Waarover wil jij uitleg?
Waar ben jij aan toe?

Wat wil je doen in de lessen?

Kan je (al) zelfstandig aan de slag met oefenen?

Ik heb al eerder Nederlands
gevolgd binnen de CAV.

1. Jazeker!
2. Nee, want ik begin net met de opleiding
3. Nee, maar had ik moeten doen; nu wil ik examen doen.

Planning maken?
(als dat lukt digitaal)

Wat is een persoonsvorm?

1. De handelende persoon in de zin
2. Het werkwoord dat mee verandert
3. Iets wat gebeurd is
4. De tijdsaanduiding

"Als je de sommen verbeterd
moeten ze wel allemaal goed zijn."

1. Deze zin klopt
2. Deze zin heeft een fout

"Hun zijn nog dommer als ons."

Hoeveel taalfouten zitten er in deze in?

1. Ik weet dat dit klopt
2. 1
3. 2
4. Ik zou niet weten wat hier fout aan is

Welk van de onderstaande woorden is een correct voltooid deelwoord?

1. verhuist
2. gebeurt
3. bevestigd
4. zijn

"Hulpverleners kunnen hen niet goed bereiken."

Is het 'hen' of 'hun'?

1. hen
2. hun
3. Vast 'hen', maar ik zeg altijd hun

Een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord is:

1. de
2. auto
3. werkt
4. goed

"Ploeglijding"

1. Goed
2. Fout

Lidwoorden zijn

1. je mij ik hij zij u
2. op in aan achter
3. mijn uw jouw zijn haar
4. de het een

"De elf jarige knullen"
Lees wat er staat. Wat staat er letterlijk?

1. De knullen zijn elf jaar
2. Het zijn er elf en ze zijn allemaal jarig

Het verslag ...... jij maakt,
moet morgen worden ingeleverd.

1. die
2. dat
3. wat

Het meervoud van categorie is:

1. categoriën
2. categorieën

Ik geef ____ een cadeau

1. hen
2. hun

Indeling verslag

Bronvermelding

Handige functies in Word

Intro opdracht:

Schrijf een brief aan mij waarin 

je je voorstelt.

Mail naar: [e-mail]

Einde bijeenkomst 1