In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Rekenen
Getallen 2F
Slide 1 - Tekstslide
Planning voor vandaag
Herhaling van vorige week
Samen oefenen met negatieve getallen
Door t/m les 4 van Getallen 2F
Slide 2 - Tekstslide
Voor de vakantie...
< en >
ton of ton?
schrijven van grote getallen
waar zet je de puntjes?
Slide 3 - Tekstslide
Les 3 - negatieve getallen
Negatief getal = getal dat lager ligt dan 0
Saldo = bedrag wat op je rekening staat
Credit = bedrag wat erbij komt, of wat je tegoed hebt
Debet = bedrag wat eraf gaat of wat je tekort komt
Rood staan = schuld aan de bank
Slide 4 - Tekstslide
Negatieve getallen en grote getallen extra uitleg
-4,8
-12 45834
Slide 5 - Tekstslide
negatieve getallen
Slide 6 - Tekstslide
ken je voorbeelden waarbij je negatieve getallen gebruikt?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Video
Negatieve getallen
Getallen onder 0
Temperatuur
Banksaldo
waterpeil (onder zeeniveau)
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Negatieve getallen -4-3=
A
7
B
1
C
-1
D
-7
Slide 11 - Quizvraag
-2 + -4
A
2
B
6
C
-6
D
-2
Slide 12 - Quizvraag
Maria staat 15 euro rood bij de bank (schuld). Ze krijgt 27 euro overgemaakt van haar vriendin. Ze rekent haar nieuwe saldo uit. Welke rekensom past hierbij?
A
15 - 27 = -12
B
-15 - 27 = -42
C
-15 + 27 = 12
D
15 + 27 = 42
Slide 13 - Quizvraag
-2 - -4
A
2
B
-6
C
-2
D
6
Slide 14 - Quizvraag
examensom
Op de volgende dia zie je een examensom. Lees hem goed en reken op een los blaadje uit. Voer je antwoord daarna in op de daarop volgende dia.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Noteer de som en het antwoord.
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Welke van onderstaande getallen zijn negatieve getallen en welke positieve getallen?