4.3 een man

§ 2. het voortplantingsstelsel van een man
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§ 2. het voortplantingsstelsel van een man

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de functie van de kleine schaamlippen?
A
sluiten de vagina af.
B
beschermen de urinebuis en de clitoris.
C
zorgen ervoor dat de vagina glad wordt.
D
zorgen voor hygiëne van de vagina.

Slide 2 - Quizvraag

Gevoelig voor prikkels.
Hier vindt de ontwikkeling van eicellen plaats.
Hier vindt de ontwikkeling van het ongeboren kind plaats.
Hier komt het sperma bij de geslachtsgemeenschap.
Vervoeren van eicellen.
Vormen slijm waardoor de toegang tot de vagina gladder wordt.
Elk orgaan van het vrouwelijke voortplantingsstelsel heeft zijn eigen taak.
Kies bij elke taak het juiste orgaan.
eierstokken
binnenste schaamlippen
baarmoeder
clitoris
eileiders
vagina

Slide 3 - Sleepvraag

In welk deel van het voortplantingsstelsel van een vrouw komt het maagdenvlies voor?
A
In de baarmoeder
B
In de grote schaamlippen
C
In de vagina
D
In de kleine schaamlippen

Slide 4 - Quizvraag

De eisprong vindt plaats in de baarmoeder.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag


Waarin worden de eicellen rijp?
A
Eileider
B
Baarmoeder
C
Eierstok
D
Vagina

Slide 6 - Quizvraag

Hierin ontwikkelt een embryo zich:
A
eileider
B
baarmoeder
C
vagina
D
eierstok

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoelen
Na deze les:
- Ken je de onderdelen van het voortplantingsstelsel van de man en hun functies.
- Weet je hoe zaadcellen geproduceerd worden en waar. 
- Weet je wat sperma is. 
- Weet je wat een erectie is. 
- Weet je wat een zaadlozing is. 

Slide 8 - Tekstslide

Het voortplantingsstelsel van de man

Slide 9 - Tekstslide

Buitenkant
Aan de buitenkant zie je maar een klein deel van de voortplantingsorganen van de man. 
Het grootste deel ligt in de onderbuik. 

Slide 10 - Tekstslide

Zaadcellen
Je ziet hier de balzak. 
In deze huidplooi liggen de teelballen. 
Teelballen maken zaadcellen.
Zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Zaadcel of Spermacel
Een spermacel heeft een kop en een zweepstaart.
Met de zweepstaart kan hij zich voortbewegen. 
Mannen kunnen tot op hoge leeftijd sperma produceren. 
Zaadleiders vervoeren de zaadcellen. 

Slide 14 - Tekstslide

Sperma
Sperma bestaat uit vocht met zaadcellen. 
Het vocht komt uit de zaadblaasjes en de prostaat. 
die liggen in de onderbuik. 
Sperma is kleverig en wit van kleur. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

penis
De penis bestaat uit de eikel, de voorhuid, zwellichamen en de urinebuis. 
Door de urinebuis komt ook sperma naar buiten. 

Slide 17 - Tekstslide

Erectie
Kijk naar het plaatje. De rode delen heten 'zwellichamen'.
Zwellichamen vullen zich met bloed. Zo krijgt een man een stijve penis. 
Een ander woord voor stijve penis is 'erectie'. 

Slide 18 - Tekstslide

Orgasme
Een ander woord voor orgasme is 'klaarkomen'.  
Een man krijgt dan een zaadlozing. 
Hierbij komt het sperma uit de penis. 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

3 manieren om een orgasme te krijgen bij een man
1) zelfbevrediging of masturbatie.
Een jongen of man beweegt met zijn hand de huid om de penis op en neer. Dit wordt ook wel 'aftrekken' genoemd. 
2) Natte droom
Een jongen of man krijgt in zijn slaap vanzelf een zaadlozing. 
3) Seks
Door het bewegen van de penis in de vagina kan een man klaarkomen. 

Slide 21 - Tekstslide

de eerste zaadlozing

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Hygiëne
Het is belangrijk om de penis elke dag te wassen met warm water.

Je moet de voorhuid terugtrekken en goed onder het randje van de eikel wassen. 
Zo voorkom je ontstekingen en nare geurtjes. 

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk:
Lees basisstof  3
(blz. 28 t/m 36)

Maak van 4.3: 1 t/m 8

Slide 25 - Tekstslide