Staal 7 - Familie

Staal 7 - Familie
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Staal 7 - Familie

Slide 1 - Tekstslide

Bij een familie horen, doordat je met iemand van die familie getrouwd bent.

Slide 2 - Open vraag

Het kind van een ander in je gezin opnemen, waardoor het volgens de wet jouw kind wordt.

Slide 3 - Open vraag

Anekdote
A
Een gedicht
B
Een nieusbericht
C
Een kort grappig verhaal
D
Een lang grappig verhaal

Slide 4 - Quizvraag

Een boek waarin iemand zijn eigen leven beschrijft.
A
Biologie
B
Anekdote
C
Genen
D
Een autobiografie

Slide 5 - Quizvraag

Familiewapen

Slide 6 - Open vraag

De deeltjes in je cellen die ervoor zorgen dat erfelijke eigenschappen van ouders overgaan op de kinderen.

Slide 7 - Open vraag

Het gezinsleven
A
Als een geadopteerd kind in het gezin komt.
B
Het dagelijks leven in het gezin.
C
Als er bijzondere gebeurtenissen in het gezin zijn.

Slide 8 - Quizvraag

Als je een sterke band met elkaar hebt.

Slide 9 - Open vraag

De mededeling, de bekendmaking.

Slide 10 - Open vraag

De zorg voor kinderen die niet bij hun eigen ouders kunnen wonen en tijdelijk in een ander gezin wonen.
A
Doorsnee
B
De traditie
C
De pleegzorg
D
Voogd

Slide 11 - Quizvraag

de verwantschap

Slide 12 - Open vraag

Iemand die wettelijk verantwoordelijk is voor een kind, vaak in plaats van de eigen ouders.

Slide 13 - Open vraag

Zwager
A
De broer van degene met wie je getrouwd bent.
B
De man met wie jouw broer of zus getrouwd is.
C
De zus van degene met wie je getrouwd bent.
D
Als je in verwachting bent van een kindje.

Slide 14 - Quizvraag

Iemand die familie van je is, niet aangetrouwd.
A
zwager
B
doorsnee
C
bloedverwant
D
voogd

Slide 15 - Quizvraag

doorsnee

Slide 16 - Open vraag

Als je iets meekrijgt van ouders of voorouders, zoals een talent.

Slide 17 - Open vraag

Goed bij elkaar passend.
A
junior
B
Harmonieus
C
nazaat
D
telg

Slide 18 - Quizvraag

De jongste van twee personen uit een gezin met dezelfde roepnaam
A
telg
B
opvolgen
C
partner
D
junior

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord betekent hetzelfde als nakomeling?
A
junior
B
telg
C
nazaat
D
vete

Slide 20 - Quizvraag

Roemrucht

Slide 21 - Open vraag

Senior
A
De jongste van een gezin
B
Hetzelfde als junior
C
de oudste van twee personen uit een gezin met dezelfde naam.

Slide 22 - Quizvraag

De telg

Slide 23 - Open vraag

De vete
A
Een langdurige vriendschap
B
Een ander woord voor avondeten.
C
Een langdurige adoptie
D
Een langdurige vijandschap

Slide 24 - Quizvraag