Thema 3 Mens & Maatschappij leerjaar 3

Thema 3 Mens & Maatschappij leerjaar 3
Zuid-Amerika en Antartica
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3 Mens & Maatschappij leerjaar 3
Zuid-Amerika en Antartica

Slide 1 - Tekstslide

Het is hier warm en vochtig. Er leven hier heel veel planten en dieren.
Waar ben ik?
A
Hooggebergte
B
Regenwoud
C
Gletsjer
D
Pampa's

Slide 2 - Quizvraag

Een uitgestrekte grasvlakte met grote kuddes runderen, paarden en schapen.
Welk begrip past hierbij?
A
Regenwoud
B
Pampa's
C
Hooggebergte
D
Gletsjer

Slide 3 - Quizvraag

Hooggebergte 
Gletsjer

Slide 4 - Sleepvraag

De mensen die op Antarctica wonen zijn wetenschappers en onderzoeken naar bijvoorbeeld klimaat, de dikte van de ijskap en/of de dieren die daar leven. Ze wonen en werken in poolstations.
Is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

De zuidpool is het Noordelijkste punt op aarde.
Is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Indianen zijn de inheemse bevolking van Zuid-Amerika.
Wat betekend inheemse?
A
De bevolking die daar van oorsprong voorkomt
B
De bevolking die deze plek heeft veroverd
C
De bevolking die hier als laatste is komen wonen
D
De bevolking die daar het langste wonen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor Indianen?
Deze indianen leven specifiek in Zuid- Amerika.
A
Indiwapi
B
Gaucho
C
Indiono
D
Kautsjoo

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent metropolen?
A
Wereldsteden met miljoenen inwoners
B
Stad met 100 inwoners
C
Stad dat niet op de kaart staat.

Slide 9 - Quizvraag

BRIC-landen bestaat uit vier landen waar het heel goed gaat met de economie.
Brazilië, Rusland, India, China.
Is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heet deze wijk?
A
Arme wijk
B
Sloppenwijk

Slide 11 - Quizvraag

Delfstoffen moet je eerst uit de bodem halen en bewerken voordat je er iets mee kunt doen, dit doen mijnwerkers en dit noem je delven. Is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het tegenovergestelde van dagbouw
A
Mijnbouw
B
Nachtbouw

Slide 13 - Quizvraag

afzetmarkt
A
Alle mensen die een bepaald product kunnen kopen
B
Alle inwoners van een land

Slide 14 - Quizvraag

Mensen hebben verschillende redenen om stukken regenwoud te kappen.
Welke reden hoort er NIET bij?
A
Ze willen het hout verkopen.
B
Ze willen de grond gebruiken als landbouwgrond.
C
Ze willen onbekende indianenstammen ontdekken.
D
Ze willen delfstoffen opgraven.

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het voordeel van hardhout in vergelijking met andere soorten hout
A
Deze soort hout is een stuk harder
B
Deze soort hout is een stuk zachter en is makkelijker te bewerken

Slide 16 - Quizvraag

Soja wordt gebruikt om biobrandstof en veevoer van te maken. In veel producten wat wij eten zit ook Soja.
Is dit waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Ijzererts
Kopererts
Goud- en zilvererts

Slide 18 - Sleepvraag

In Suriname wordt Nederlands gesproken, hoe kan dit?
A
Daar zijn in de oorlog veel Nederlanders naartoe verhuist
B
De president is daar Nederlands
C
Suriname was vroeger een kolonie van Nederland
D
Dat vinden zij een mooie taal

Slide 19 - Quizvraag

Welk hooggebergte vind je in Zuid-Amerika?
A
Rocky Mountains
B
Andes
C
Atlas
D
Alpen

Slide 20 - Quizvraag