04-11-2024

04 novembre 2024 
1. Choisis ta place. 
2. Lis le programme du chapitre 2. 
3. Réfléchis :
Elles font quoi? 
VWO3
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

04 novembre 2024 
1. Choisis ta place. 
2. Lis le programme du chapitre 2. 
3. Réfléchis :
Elles font quoi? 
VWO3

Slide 1 - Tekstslide

Programme et objectifs
Période 2

Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 2 
- Un nouveau chapitre P54 : 
"Je suis libre"
- Wat is de vertaling van 
"vrije tijd" in het Frans?
Réfléchis 30 secondes.

Slide 3 - Tekstslide

Voor activiteit : 4 oefeningen om woordenschat / constructies op te bouwen en activatie van voorkennis 

Kern activiteit : een video kijken globaal begrijpen + vragen beantwoorden

Na activiteit : praten over de sporten dat je doet
Je kan zeggen in het Frans welke sport je doet met behulp van de constructie : 
"Faire de + article + sport/activité."

Je gebruik verwachtingen + voorkennissen als strategie om jouw luistervaardigheid te bevorderen. 



Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis H2
  • Quoi : 4 exercices
  • Temps : 7 minutes
  • Comment : en duo
  • Fini : vraag je buurman wat voor sport hij doet
timer
7:00

Slide 5 - Tekstslide

Regarder une video 
We gaan een video kijken. Lees de intro hieronder en bepaalt wat jouw verwachtingen zijn qua inhoud?
"Le sport au collège
Nous retrouvons les élèves du collège Massillon de Clermont Ferrand ! Qu'est-ce qu'ils font ?"

Slide 6 - Tekstslide

Verwachtingen en voorkennis
We gaan een eerste keer dit video kijken zonder ondertitels.
Lees de eerste opdracht goed. Wat kun je al bepalen? 
1. Choisis les bonnes réponses.


Slide 7 - Tekstslide

Le sport au collège

We gaan een tweede keer dit video kijken zonder ondertitels.
Wat kun je al bepalen?
2. Choisis le bon ordre des phrases.




Slide 8 - Tekstslide

Le sport au collège

We gaan een deerde keer dit video kijken met ondertitels.
Verwachting, voorkennis?

3. Remplis les colonnes avec les bons sports.

Slide 9 - Tekstslide

Le sport au collège

4. Remplis les cases avec le bon article :
 le, la, l', les ou du, de la, de l', des.


Slide 10 - Tekstslide

Faire du sport / Faire de la musique
Ik sport.
Je fais du sport.
We zwemmen.
On fait de la natation.
- Welk groot verschil zie je tussen de Franse en Nederlandse taal als het om sport gaat?
- Wat gebeurt er als het werkwoord “faire” aanwezig is?


Slide 11 - Tekstslide

 faire + voorzetsel + lidwoord
Lidwoord
Gecontracteerd lidwoord
Voorbeeld
Mannelijke
(le basket, le foot)
de + le = du
Je fais du foot.
Vrouwelijke 
(la danse, la natation)
de + la = de la
Je fais de la danse.
Met een klinker of stomme h
(l'athlétisme, l'équitation)
de + l' = de l'
Je fais de l'athlétisme.
Meervoud (les arts martiaux) 
de + les = des
Je fais des arts martiaux

Slide 12 - Tekstslide

Parler





Quels sports fais-tu? Réfléchis 2 minutes et pose la question à ton voisin.

Slide 13 - Tekstslide