In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Verwarmingstoestellen
Slide 1 - Tekstslide
Wat weten wij nog van de vorige keer?
Slide 2 - Tekstslide
Bij het aanleggen van verwarmingsleidingen houd je rekening met?
Slide 3 - Open vraag
Hoeveel opschot moet een CV-leiding hebben?
A
1 a 2 mm
B
2 a 3 mm
C
3 a 4 mm
D
5 a 6 mm
Slide 4 - Quizvraag
Een stalen CV buis (α FE = 0,012 mm/m) van 25 meter wordt aangelegd bij 10 graden, hoeveel langer wordt deze in de zomer bij 32 graden? ΔL = α x Lb x ΔT
A
6,6dm
B
6,6cm
C
6,6m
D
6,6mm
Slide 5 - Quizvraag
Waarom moet je bij het aanleggen van een CV-leiding rekening houden i.v.m. de drukverliesberekening?
A
Zo min mogelijk bochten en de diameter klein houden
B
Zo veel mogelijk bochten en de diameter groot houden
C
Zo min mogelijk bochten en de diameter zo lang als mogelijk groot houden
D
Zo veel mogelijk bochten en de diameter zo lang als mogelijk klein houden
Slide 6 - Quizvraag
Toestellen voor verwarming
Toestellen voor verwarming zijn onder te verdelen in:
Toestellen voor lokale verwarming.
Centrale verwarmingstoestel.
Combinatie van beide.
Slide 7 - Tekstslide
Brandstoffen
Toestellen gebruiken voor verwarming energie die in een bepaalde vorm wordt aangeleverd:
Toestellen gestookt op gas (aardgas, propaan of butaan).
Slide 8 - Tekstslide
Brandstoffen
Toestellen gebruiken voor verwarming energie die in een bepaalde vorm wordt aangeleverd:
Toestellen gestookt op gas (aardgas, propaan of butaan).
Toestellen gestookt op vaste brandstoffen (Hout of kolen).
Slide 9 - Tekstslide
Brandstoffen
Toestellen gebruiken voor verwarming energie die in een bepaalde vorm wordt aangeleverd:
Toestellen gestookt op gas (aardgas, propaan of butaan).
Toestellen gestookt op vaste brandstoffen (Hout of kolen).
Toestellen gestookt op olie.
Slide 10 - Tekstslide
Brandstoffen
Toestellen gebruiken voor verwarming energie die in een bepaalde vorm wordt aangeleverd:
Toestellen gestookt op gas (aardgas, propaan of butaan).
Toestellen gestookt op vaste brandstoffen (Hout of kolen).
Toestellen gestookt op olie.
Toestellen gestookt op elektriciteit
Slide 11 - Tekstslide
Brandstoffen
Toestellen die gestookt worden op gas:
Toestellen gestookt op gas (aardgas, propaan of butaan) zijn toestellen die men het vaakst tegenkomt, dit komt doordat Nederland een fijnmazig gasnetwerk heeft. Wij zullen vandaag ook niet dieper ingaan op de gastoestellen.
Slide 12 - Tekstslide
Brandstoffen
Toestellen die gestookt worden op olie:
Toestellen gestookt op olie zie veel in België en Duitsland. De olie is opgeslagen in een vat of tank en daar zijn strenge regels aan verbonden.
Slide 13 - Tekstslide
Brandstoffen
Toestellen die gestookt worden op elektriciteit zijn:
Inductie CV-ketel
Slide 14 - Tekstslide
Brandstoffen
Toestellen die gestookt worden op elektriciteit zijn:
Elektrische vloerverwarming
Slide 15 - Tekstslide
Brandstoffen
Toestellen die gestookt worden op elektriciteit zijn:
Elektrische stralingspanelen en infrarood heaters
Slide 16 - Tekstslide
Brandstoffen
Toestellen die gestookt worden op elektriciteit zijn:
Warmtepomp
Slide 17 - Tekstslide
Warmtepomp
Een warmtepomp is een apparaat dat een bron met een relatief lage temperatuur gebruikt om warmte met een hogere temperatuur af te geven aan een ruimte.
Slide 18 - Tekstslide
Warmtepomp
Dat klink niet logisch, waarom niet?
Slide 19 - Tekstslide
Warmtepomp
Dat klink niet logisch, waarom niet?
Wij hebben altijd geleerd dat warmteoverdracht plaats vind van een hogere temperatuur naar een lagere temperatuur.
Slide 20 - Tekstslide
Warmtepomp
Principe warmtetransport door koudemiddel
De warmtepomp is een gesloten systeem dat gevuld is met een koudemiddel.
1 = Compressor
2 = Condensor
3 = CV pomp
4 = Expansieventiel
5 = Verdamper
6 = Pomp
7 = Verwarming
8 = Bron
Slide 21 - Tekstslide
Warmtepomp
Principe warmtetransport door koudemiddel
Het koudemiddel circuleert in het gebouw door de volgende onderdelen:
1 = Compressor
2 = Condensor
3 = CV pomp
7 = Verwarming
Slide 22 - Tekstslide
Warmtepomp
Principe warmtetransport door koudemiddel
Het koudemiddel circuleert buiten het gebouw door de volgende onderdelen:
4 = Expansieventiel
5 = Verdamper
6 = Pomp
8 = Bron
Slide 23 - Tekstslide
COP
Het rendement van een warmtepomp wordt weergegeven in de COP (coëfficiënt of performance)
Dit is de verhouding tussen:
Q = hoeveelheid afgegeven warmte (condensor 2)
W = hoeveelheid verbruikte energie
(compressor 1)
Slide 24 - Tekstslide
Gesloten bron
Slide 25 - Tekstslide
Open bron
Slide 26 - Tekstslide
Lucht
Slide 27 - Tekstslide
Hybride systemen
Een populaire tussenoplossing is gedeeltelijk verduurzamen met de hybride warmtepomp. Waarbij een bestaande ketel wordt uitgebreid met een luchtsysteem warmtepomp.
Dit levert voor CV en WW het beste van twee werelden: