Nectar 3.4 Voedselrelaties

Thema 3
Organismen leven samen
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema 3
Organismen leven samen

Slide 1 - Tekstslide

Lesindeling
Vorige keer
Leerdoelen
Uitleg 3.4 Voedselrelaties
Nabespreken oefenvragen vorige les
Huiswerk 
Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

haaksnavel
zeefsnavel
pincetsnavel
kegelsnavel
Sleep de afbeelding van de soort snavel en het soort voedsel naar het juiste hokje.

Slide 3 - Sleepvraag

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 4 - Sleepvraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun jij:
  1. Uitleggen uit welke verschillende niveaus een ecosysteem is opgebouwd (individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem)
  2. Een voedselketen maken met hierin de producenten en consumenten van verschillende ordes
  3. Uitleggen hoe een voedselpiramide is opgebouwd en hoe je een voedselpiramide kunt aflezen.
  4. Uitleggen wat een piramide van biomassa is

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg 3.4 Voedselrelaties

Slide 6 - Tekstslide

Ecosysteem
Alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied

Bijvoorbeeld:
In de sloot leven vissen, algen, waterplanten, kikkers en insecten (biotische factoren). De watertemperatuur, de helderheid van het water en de hoeveelheid licht (abiotische factoren) spelen een rol in het leefgebied van deze dieren en planten. 

Slide 7 - Tekstslide

Niveaus van een ecosysteem

Slide 8 - Tekstslide

Voedselrelaties
In ieder ecosysteem is de voedselrelatie een belangrijke biotische factor. Een voedselrelatie geeft aan welke organismen in een ecosysteem elkaar eten. 

Slide 9 - Tekstslide

Voedselketen

Slide 10 - Tekstslide

Voedselketen
Begint altijd met een producent. Vervolgens komen de consumenten
Je noteert altijd een pijltje tussen de organismen. 

Slide 11 - Tekstslide

Voedselketen

Slide 12 - Tekstslide

Voedselweb
In een ecosysteem zijn verschillende voedselketens. 

Wanneer deze ketens met elkaar verbonden worden krijg je een voedselweb. 

Slide 13 - Tekstslide

Voedselpiramide
Je kunt ook gaan kijken naar de aantallen organismen die opgegeten worden in een voedselketen.
Je maakt dan een voedselpiramide.

Slide 14 - Tekstslide

Voedselpiramide: piramide van aantallen
een piramide die laat zien hoeveel organismen de ene soort nodig heeft om te overleven.

De havik eet koolmezen.
De koolmezen eten rupsen.
De rupsen eten bladeren.

Slide 15 - Tekstslide

Biomassa
Het gewicht van alle stoffen in een organisme, zonder water.

Dieren verbruiken stoffen, scheiden stoffen uit en bouwen stoffen op. 

Slide 16 - Tekstslide

er is dus eigenlijk sprake van (zonne)energieverlies
in de biomassa is zonne-energie vastgelegd

Slide 17 - Tekstslide

Piramide van biomassa
Blauw = verbranding
Bruin = vertering
Rood = assimilatie van eiwitten

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

maken en nakijken/ verbeteren 3.4

Slide 20 - Tekstslide

Voedselkringloop
Producenten = produceren energierijke stoffen
Consumenten = gebruiken energierijke stoffen
Afvaleters = consumenten die de resten van dode dieren en planten eten
Reducenten = reduceren het restafval tot mineralen

Slide 21 - Tekstslide

Stofwisselingsprocessen
1. Fotosynthese = aanmaak energierijke stoffen door producenten

2. Verbranding = afbraak energierijke stoffen (alle organismen doen dit!)

Slide 22 - Tekstslide

Stoffen bestaan uit bouwstenen (moleculen)

Slide 23 - Tekstslide

Koolstofkringloop
Koolstof is een stof die aanwezig is op aarde.
Koolstof komt voor in de oceanen, atmosfeer, biosfeer etc. 
Koolstof wordt gebruikt door organismen.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

maken
zelf samenvatten 3.5
afmaken samenvatten 3.1 t/m 3.5
oefentoets op de digitale methode.

Slide 27 - Tekstslide

Een boom is een producent
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Een havik is een producent
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Een reiger is een consument
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Een individu is onderdeel van een populatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Klaas zegt:
Een ecosysteem omvat alle abiotische factoren in een bepaald gebied.
Is zijn uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.

Slide 33 - Sleepvraag

Voedselketen
Voedselweb

Slide 34 - Sleepvraag

Welk begrip hoort bij welke omschrijving?
het gewicht van alle organische stoffen in een organisme
schema dat laat zien hoeveel individuen in elke schakel van een voedselketen voorkomen
schema dat laat zien wat het gewicht is van alle organische stoffen in elke schakel van een voedselketen
Biomassa
Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 35 - Sleepvraag

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun jij:
  1. Uitleggen uit welke verschillende niveaus een ecosysteem is opgebouwd (individu, populatie, levensgemeenschap, ecosysteem)
  2. Een voedselketen maken met hierin de producten en consumenten van verschillende ordes
  3. Uitleggen hoe een voedselpiramide is opgebouwd en hoe je een voedselpiramide kunt aflezen.
  4. Uitleggen wat een piramide van biomassa is

Slide 36 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 37 - Woordweb