In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H1.4 Spanje verovert Amerika
Opdrachten 59, 61, 62, 63, 64 + 66
Slide 1 - Tekstslide
Deze les.....
Uitlegvideo 'Ontdekkingsreizen'
leerdoel 1.4
Opdrachten 59, 61, 62, 63, 64 + 66 nakijken
Huiswerk opschrijven
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel H1.4
Hoe nam Spanje Amerika in bezit?
Na Columbus staken avonturiers westwaarts de oceaan over om fortuin te maken. Deze conquistadores (= veroveraars) trokken de binnenlanden van Amerika in, bezetten grote gebieden in naam van de Spaanse koning en bestreden de inheemse volkeren met wapens en oorlogstechnieken die de indianen niet kenden.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Opdracht 59
De Spaanse koning en zijn vrouw steunden Columbus´ plan om een westwaartse route te vinden. Waarom, denk je, kozen zij voor Columbus´ plan? Noteer drie redenen.
Deze route was nog onbekend en zij konden dan deze route opeisen.
Spanje had geen last van Arabieren of Portugezen als men naar Azië ging.
Zij hoopten op goud en verspreiding van geloof.
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht 61
Als je Columbus’ reis vergelijkt met de Portugese reizen, dan zie je dat Columbus meer risico nam. Welk risico was dat?
Columbus nam het risico om de oceaan over te steken. Daardoor kon hij niet steeds de kust in de gaten houden.
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht 62
Welke twee redenen geeft Toscanelli om een ontdekkingsreis te beginnen?
rijkdom (edelstenen)
christelijk geloof verspreiden
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht 63
Leg uit waarom Columbus het land waar hij aankwam San Salvador noemde.
Met deze naam wilde hij Jezus (de redder) eren. Hij was dankbaar dat het hem gelukt was om land te bereiken.
Bovendien wilde hij van het nieuwe land een christelijk land maken.
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht 64
In bron 15 lees je hoe Columbus aan land gaat en het land in bezit neemt. De tekenaar van bron 16 heeft dit moment uitgebeeld. Vind je bron 16 een goede weergave van wat in bron 15 wordt verteld? Leg je antwoord uit.
Bijvoorbeeld (ja of nee, want....):
Ja, want je ziet naakte indianen, ook zie je hoe de Spanjaarden aan land komen.
Nee, want er staan details op die niet in het verslag staan.
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 66
Leg uit dat bron 16 een geromantiseerd beeld geeft van Columbus’ ontdekking van Amerika.
Columbus is voorgesteld als een held met gescheurde kleding, die juichend het strand betreed, de indianen als naakt en weerloos.
Waarom werd Magellaes door de Spanjaarden op ontdekkingsreis gestuurd?
Magellaes werd op reis gestuurd omdat de Spanjaarden de Molukken wilden bereiken door naar het westen te varen. Ze wilden aantonen dat de Molukken bij ‘hun’ deel van de onontdekte wereld hoorde.
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht-70
Wat was het belang van de familie Fugger om de reis van Magellaes te financieren?
Zij hoopten dat er veel winst werd gemaakt en dat ze hun investering terug zouden verdienen.
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht-71
Het moment van de ontdekking van een zeestraat (bron W11) wordt uitgebeeld in bron W12. Vergelijk beide bronnen. Vind je bron W12 een betrouwbare weergave van deze ontdekking?
Nee, volgens Pigafetta (bron W11) is de zeestraat eerst door twee schepen binnengevaren, waarvan een ervandoor ging. De zeestraat is bij toeval ontdekt en niet in een klein bootje met Magellaes vooraan.
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht-73
Uitspraak: ’Een Conquistador was ook een ontdekkingsreiziger’. Leg uit of je het eens bent met deze uitspraak.
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld:
Ja, de Conquistadores trekken het onbekende binnenland in en zijn dus inderdaad ontdekkingsreizigers.
Nee, het zijn veroveraars die veel geweld gebruiken en rijk willen worden.
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht-74
De Conquistadores wisten de indianen snel te verslaan.
Geef drie redenen waarom de Conquistadores sterker waren.
sterkere wapens
honden en paarden
sluiten van bondgenootschappen met andere indianen
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht-75
Bedenk twee punten waarop de Conquistadores in het nadeel waren in de strijd.
onbekend met het terrein/ landschap
klein aantal eigen soldaten
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht-77
Bron 18 vertelt wat de Azteken opviel toen zij de Spanjaarden hadden bespioneerd. Welke twee zaken vielen de Azteken op?
De paarden: die vonden ze groot.
De honden: die vonden ze woest.
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht-78
Uitspraak: ‘De Azteken stonden op het hoogtepunt van hun beschaving toen de Spanjaarden kwamen.’
Welke drie voorbeelden kun je daarvan noemen?
De Azteken hadden een indrukwekkende stad gebouwd.
De Azteken waren militair zo sterk dat zij andere volkeren konden overwinnen.
De Azteken maakten prachtige kunstvoorwerpen.
Slide 19 - Tekstslide
Opdracht-88
Zet de volgende begrippen op de juiste plaats in de tijdbalk: Cortés verslaat de Azteken – einde Reconquista – Columbus ontdekt Amerika – Pizarro verslaat de Inca’s.
1492: einde Reconquista, Columbus ontdekt Amerika
1521: Cortes verslaat de Azteken
1532: Pizarro verslaat de Inca’s
Slide 20 - Tekstslide
Huiswerk
H1.5| De Nieuwe Wereld
Lezen blz. 18 t/m 21
maken opdrachten 92, 93, 94, 95, 97, 98, 99 + 100
H1.5| De Nieuwe Wereld
maken opdrachten 105, 106, 107, 108 + 116
Slide 21 - Tekstslide
Renaissance betekent
Renaissance betekent:
A
nieuwe interesse voor de oudheid
B
nieuwe interesse voor andere werelddelen
C
nieuwe interesse voor het geloof
D
nieuwe interesse voor de kunst
Slide 22 - Quizvraag
Welke jaartallen horen bij de Renaissance?
A
1300-1600
B
1300-1700
C
1300-1500
D
1100-1300
Slide 23 - Quizvraag
Is deze bron uit de renaissance?
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
Onderdeel van de middeleeuwen of de Renaissance?
Renaissance
Middeleeuwen
Slide 25 - Sleepvraag
1. Wat is een oorzaak van de renaissance? 2. Wat is een gevolg van de renaissance?
Slide 26 - Open vraag
Renaissance of Middeleeuwen? Leg je keuze uit.
Slide 27 - Open vraag
Wat is het Ottomaanse rijk?
A
Een rijk gesticht door de Ottomanen in het Midden Oosten
B
Het West Romeinse rijk
C
Palestina
D
Een rijk gesticht door de Joden in het Midden Oosten.
Slide 28 - Quizvraag
Het Ottomaanse rijk was vooral machtig rond
A
de Middellandse Zee
B
de Atlantische oceaan
C
de maas
D
De Zwarte Zee
Slide 29 - Quizvraag
Wie waren de eerste ontdekkingsreizigers van Europa?
A
Spanjaarden
B
Italianen
C
Engelsen
D
Fransen
Slide 30 - Quizvraag
Noem twee ontdekkingsreizigers uit hoofdstuk 1.
Slide 31 - Open vraag
Wie maakten de Spaanse ontdekkingsreizen mogelijk?
Slide 32 - Open vraag
Oorzaken van de ontdekkingsreizen
Economische oorzaak
Culturele oorzaak
Politieke oorzaak
Slide 33 - Sleepvraag
Welke zin hoort bij welk plaatje? Versleep de woorden.
Ontdekkingsreizen waren erg gevaarlijk
Iedereen moet christen worden, anders wordt je gestraft.
Deze Amerikaanse plant werd door de ontdekkingsreizigers meegenomen naar Europa.
Slide 34 - Sleepvraag
Wat is een oorzaak voor de ontdekkingsreizen?
A
De handel via het Midden-Oosten werden duurder
B
Sommige indianenculturen verdwenen bijna helemaal
C
De Europese cultuur verspreidde zich over de wereld
D
Er werden koloniën gesticht
Slide 35 - Quizvraag
Wat is tussenhandel?
A
Producten die worden doorverkocht door verschillende verkopers
B
Handel op de zwarte markt
C
Handel in de Middeleeuwen
D
Handel tussen twee mensen
Slide 36 - Quizvraag
Waarom wilden de Europeanen geen tussenhandel meer?
A
Het duurde te lang
B
Het kostte te veel geld
C
Het was te saai
D
Het was te gevaarlijk
Slide 37 - Quizvraag
Welke uitspraken over Columbus zijn juist?
Juist
Onjuist
Columbus geloofde dat je Azië kon bereiken door naar het westen te varen.
Columbus maakte vier ontdekkingsreizen: drie naar Amerika en een naar Azië.
Columbus’ succes zorgde ervoor dat veel Spanjaarden naar de Nieuwe Wereld reisden.
Columbus voer als eerste Europeaan naar Brazilië.
Columbus werkte als kapitein voor de koning en koningin van Portugal.
Slide 38 - Sleepvraag
Wie zijn de conquistadores?
A
de koning en koningin van Spanje
B
de Spaanse ontdekkingsreizigers
C
de Spaanse veroveraars en avonturiers
D
de indianenstammen
Slide 39 - Quizvraag
Wie ontdekte welk land?
Columbus
Magelhaes
Vasco Da Gama
Slide 40 - Sleepvraag
Wat hoort bij elkaar?
Pizarro
Cortes
Azteken
Inca's
Slide 41 - Sleepvraag
Columbus ontdekt Amerika
Magellaan maakt een reis om de wereld.
De eerste landbouwste-delijke samenlevingen ontstaan in Amerika
Cortés verovert en verwoest Tenochtitlan
Het Incarijk wordt gesticht in Peru
Slide 42 - Sleepvraag
Waardoor konden de Conquistadores de Indianen stammen makkelijk verslaan?
A
De Indianen geloofden niet in oorlog en gaven zich snel over
De
B
Vanwege betere wapens en de Europese ziektes
C
De Conquistadores waren met veel meer
D
De Conquistadores gaven veel geld voor de wereldrijken