T3 Ch3 E future

Thursday
January 12, 2021
WELCOME!
This lesson:
  • Ch3E Future
  • Individual work


Get your book + pen.
Take notes! (on page 168 or a notebook)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thursday
January 12, 2021
WELCOME!
This lesson:
  • Ch3E Future
  • Individual work


Get your book + pen.
Take notes! (on page 168 or a notebook)

Slide 1 - Tekstslide

How are you feeling today?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Lesdoel
  • Aan het einde van de les heb ik opgehaald wat ik nog weet over the future tense in English.
  • Aan het einde van de les kan ik de 4 toekomstvormen toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Future = toekomende tijd
Alles wat niet al gebeurd is (verleden tijd) en niet nu aan de gang is (tegenwoordige tijd). Dus alles wat nog moet 
gebeuren.

Slide 4 - Tekstslide

In welke tijd staat deze zin:
I walk to school every day
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 5 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
My mother will be so angry when I get home...
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 6 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
My grandmother was very hungry during World War II.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 7 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
Tomorrow you are going to make a test.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 8 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
We played football yesterday.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 9 - Quizvraag

          4 soorten future: verschil?

1
2
3
4
We have to hurry. The first hour starts at 8:00!
ding dong. Did you hear that? I will open the door.
I think cars will fly in 2056.
We are going to swim if it gets warm.
I am having a party next Sunday!
We are traveling to London tomorrow.

Slide 10 - Tekstslide

          4 soorten future

1
2
3
4
present  simple - bv the train leaves/ the shop closes/ the shows begin
bij vaste tijden, zoals roosters en schema's.
WW (+s bij shit regel)
 will - Alle zinnen waarbij je in het Nederlands zullen of zal gebruikt.
Ik zal de deur openen. I will open the door.
Beloftes, voorspellingen, spontane beslissingen.
WILL + hele werkwoord.
To be going to - Alle zinnen waarbij je in het Nederlands gaan gebruikt.
We gaan zwemmen. We are going to swim
Van plan, of je ziet het aankomen. AM/IS/ARE + going to + hele werkwoord.
Present continuous. I am having a party. Dingen die je snel hebt afgesproken en waarbij alles is afgesproken (tijd, plaats, met wie etc)
AM/IS/ARE + werkwoord + -ing

Slide 11 - Tekstslide

1
 Present
simple
tijden staan vast:
                - schema
                - rooster
                - dienstregeling

Slide 12 - Tekstslide

1
 Present
simple
School starts at 8 am.
The Jumbo opens at 7:30.
The train leaves at 6 pm.

Slide 13 - Tekstslide

2
zinnen waar je in het Ned. zullen of zal gebruikt
  • Beloftes
  • dingen die je aanbiedt
  • voorspellingen zonder bewijs 
  • spontane beslissingen

Slide 14 - Tekstslide

Future = will
I will pick up the phone now
you will graduate next year
he will not win the lottery
we will not sing tonight
you will not dance at the party
they will not walk home after

2

Slide 15 - Tekstslide

3

Slide 16 - Tekstslide

Zinnen waar je in het Nederlands 'gaan' gebruikt 
  • Je bent iets van plan
  • Je ziet iets aankomen (voorspelling met bewijs)
  • Je hebt nog niets geregeld
3

Slide 17 - Tekstslide

Future = to be going to

Look at the sky. It is going to rain tonight. --> bewijs

I think I am going to visit him this summer, but I am not sure--> lijkt me leuk, maar heb het niet voorbereid of geplans.


3

Slide 18 - Tekstslide

Present continuous for the future
4

Slide 19 - Tekstslide

gemaakte afspraken waarbij alles is afgesproken (tijd, plaats, met wie etc)

I am having a party (voorbereid)
he is moving to Germany and has a house there (geregeld)
we are seeing a movie tonight, I have the tickets (kaartje gekocht)
they are studying together later on (afgesproken)
4

Slide 20 - Tekstslide

Complete the sentences by choosing the correct answer. Pay attention to the clues in bold.

1 Come on, we have to hurry! The show - at 9 o’clock.  - to start (schema/rooster)

2 I - a party tonight. Here’s the invitation. - to have (afgesproken plan) 

3 I - your coach about the accident, don’t worry. - to call (belofte) 

4 He - down, he is on the edge of the cliff! - to fall (voorspelling met redelijk bewijs) 







Slide 21 - Tekstslide

Complete the sentences by choosing the correct answer. Pay attention to the clues in bold.

1 Come on, we have to hurry! The show STARTS at 9 o’clock. (schema/rooster)

2 I AM HAVING a party tonight. Here’s the invitation. (afgesproken plan)

3 I WILL CALL your coach about the accident, don’t worry. (belofte)

4 He IS GOING TO FALL down, he is on the edge of the cliff! (voorspelling)







Slide 22 - Tekstslide

  1. I love London. I (probably / go)  there next year.
  2. Our train (leave) at 4:47.
  3. What (wear / you) at the party tonight?
  4. I haven't made up my mind yet. But I think I (find) something nice in my mum's wardrobe.
  5. This is my last day here. I (go) back to England tomorrow.
  6. Hurry up! The conference (begin) in 20 minutes.
  7. My horoscope says that I (meet)  an old friend this week.
  8. Look at these big black clouds! It (rain).
  9. Here is the weather forecast. Tomorrow (be)  dry and sunny.
  10. What does a blonde say when she sees a banana skin lying just a few metres in front of her? - Oh dear! I (slip)!

Slide 23 - Tekstslide

  1. I love London. I will probably go there next year.
  2. Our train leaves at 4:47.
  3. What are you wearing at the party tonight?
  4. I haven't made up my mind yet. But I think I will find something nice in my mum's wardrobe.
  5. This is my last day here. I am going back to England tomorrow.
  6. Hurry up! The conference begins in 20 minutes.
  7. My horoscope says that I will meet an old friend this week.
  8. Look at these big black clouds! It is going to rain .
  9. Here is the weather forecast. Tomorrow will be dry and sunny.
  10. What does a blonde say when she sees a banana skin lying just a few metres in front of her? - Oh dear! I am going to slip !

Slide 24 - Tekstslide

Is er iets wat je nog niet goed begrijpt? Zo ja, wat dan?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Link

Chapter 3

Page 148 - E Grammar: 28ab - 29 of 30

Done? Come show me :)

Slide 27 - Tekstslide

Chapter 3
Page 132 - Getting Started: 1 - 2 - 3 - 4
Page 135 - A Watching: 8
Page 136 - B Theme words: 10 - 11ab - 12ab - 13ab - 14a 
Page 140 - C Reading: 16a - 17abc - 19 - 20
Page 144 - D Speaking & Stones: 21ab - 22a
Page 148 - E Grammar: 26abcd - 27abc - 28ab - 29 OF 30
Done? Come show me :)

Slide 28 - Tekstslide