Week 16, Les op afstand, Voortplanting van dieren

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van vandaag
  •  Je kunt uitleggen dat bij bevruchting elk van de ouders de helft van de chromosomen levert.

  • Je kunt het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting uitleggen. 

  •  Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Slide 2 - Tekstslide

Voortplanting van bloemen
We hebben het de afgelopen tijd gehad over de voortplanting van bloemen. Hierbij verplaatste een stuifmeelkorrel zich naar een stamper van een bloem en zakte door de stijl naar het vruchtbeginsel. Daar versmelt het zich met een eicel. En een zaadje is geboren!

Slide 3 - Tekstslide

Dieren?
Dieren maken geen stuifmeel. Bij dieren noem je dit namelijk zaadcellen of sperma. 

Maar bevruchting is dus altijd het samensmelten van een zaadcel en een eicel. 

Slide 4 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting
Wanneer een eicel met een zaadcel versmelt noem je het geslachtelijke voortplanting. Op dat moment vindt er bevruchting plaats. 

Slide 5 - Tekstslide

Eicellen en zaadcellen?
Een merrie is een meisjes paard, zij maakt eicellen. 

Een hengst is een jongens paard, hij maakt zaadcellen. 

Slide 6 - Tekstslide

Meiose
Maar hoe worden die eicellen en zaadcellen eigenlijk gemaakt?

Want dit zijn hele specialen cellen. Ze hebben namelijk maar de helft van het aantal chromosomen van een lichaamscel. 

Een mens heeft 46 chromosomen per celkern, een paard heeft er 64 per celkern. 

Slide 7 - Tekstslide

Even nadenken
Afgelopen jaar hebben we cellen onder de microscoop bekeken. In de celkern hebben we besproken dat er chromosomen zitten. 

Deze chromosomen bevatten de erfelijke informatie van jouw lichaam. Dus je haarkleur, oogkleur etc. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Chromosomen aantal
Dus het aantal chromosomen wordt gehalveerd. 

Dat moet natuurlijk ook, want de eicel en zaadcel smelten weer samen en geven dan dus samen weer het goede aantal chromosomen. 

Slide 10 - Tekstslide

Goed.
Maar wat heeft dit nu te maken met die paarden?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wat zijn mijn mogelijkheden?
Maar als ik een merrie heb, hoe kies ik daar een hengst bij?

Het is niet zo dat mijn merrie zomaar een leuke hengst op straat tegenkomt. In de paardensport kiezen we de hengst uit op zijn sportprestaties. Een goede hengst mag dus vaker een merrie dekken dan een hengst die het niet zo goed doet . 

Op de volgende slide zie je 2 hengsten die op het moment hoog in de dressuursport lopen. 

Slide 13 - Tekstslide

Dreamboy
Total US

Slide 14 - Tekstslide

half+half=heel
Mijn merrie geeft de helft van haar genen aan het veulen mee, en de hengst die we kiezen de andere helft. 

Denk maar aan jouw eigen ouders, je hebt de helft van jouw moeders erfelijke informatie en de helft van jouw vaders erfelijke informatie. 

Slide 15 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting

Hierbij deel je dus de cellen in tweeen.  Een paard heeft 64 chromosomen in totaal, dat betekent dat er 32 naar een voortplantingcel gaan. 

Voorplantingscel merrie: eicel
Voortplantingscel hengst: zaadcel

Slide 16 - Tekstslide

En dan?
Want als ik dan een leuke hengst heb uitgezocht, mogen ze nog steeds niet op date... Want de hengst mag namelijk niet zomaar even langskomen bij mijn merrie. 

Paarden worden verwekt via kunstmatige inseminatie. Dat betekent dat de merrie de hengst niet eens te zien krijgt. 

Slide 17 - Tekstslide

KI
Bij kunstmatige inseminatie wordt het sperma van de hengst bij de merrie ingebracht door een dierenarts. Ze mag dus op date met de dierenarts ;) De bevruchting vindt inwendig plaats. 

Sommige dieren hebben een uitwendige vorm van bevruchting. 

Slide 18 - Tekstslide

Uitwendige bevruchting

Bij een kikker legt het vrouwtje de eitjes in het water, het mannetje zit op het vrouwtje en bevrucht de eitjes zodra ze buiten het vrouwtje komen. 

Slide 19 - Tekstslide

Drachtig
Als de dierenarts het goed heeft gedaan, is de merrie drachtig geworden. Drachtig betekent zwanger bij paarden. 

Na 11 maanden kan er een veulen worden geboren. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Aan de slag met het boek
Lees nu de tekst van 6.5 in het boek (via SOM). Maak daarna de vragen. 

Daarna kom je weer terug voor het 2e deel hier in de LU. 

Slide 22 - Tekstslide

Ongeslachtlijke voortplanting
We hebben het steeds over geslachtijke voortplanting gehad, dus het samenvoegen van een eicel met de helft van het aantal chromosomen, met een zaadcel met de helft van het aantal chromosomen tot een cel die 1 geheel wordt. 

Er bestaat ook ongeslachtelijke voortplanting. 

Slide 23 - Tekstslide

Kopie
Bij planten noem je ongeslachtelijke voortplanting ook wel stekken. Je maakt gebruikt een stukje van een plant en maakt daar weer een nieuwe plant van. Bij dieren noem je het klonen. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Klonen van paarden
In Nederland is het verboden om paarden te klonen, in andere delen van de wereld niet. 

Lees het volgende nieuwsbericht. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Jazz klonen
Lees het volgende stuk van een bioloog die is wezen kijken bij de 3 Jazz klonen. 

Op de video zie je Jazz kloon 1 en Jazz kloon 2. Zij zijn beide hengsten natuurlijk. Het zijn kopien van de hengst. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Link

Sport
Ondertussen is Jazz kloon 1 overleden, maar Jazz kloon 2 en 3 worden getraind om in de sport mee te mogen doen. Lees het volgende nieuwsbericht. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Bekijk deze video
Over het nut van geslachtelijke voortplanting. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Eindopdracht
Je hebt nu van beide soorten voortplanting wat geleerd, geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. 

Denk er eens rustig over na, en beantwoord dan de volgende vragen in deze LU. 

Slide 34 - Tekstslide

Wat zou voor mij een voordeel kunnen zijn van geslachtelijke voortplanting bij mijn merrie?

Slide 35 - Open vraag

Wat zou voor mij een nadeel kunnen zijn van geslachtelijke voortplanting bij mijn merrie?

Slide 36 - Open vraag

Wat zou voor mij een voordeel kunnen zijn van ongeslachtelijke voortplanting bij mijn merrie?

Slide 37 - Open vraag

Wat zou voor mij een nadeel kunnen zijn bij ongeslachtelijke voortplanting bij mijn merrie?

Slide 38 - Open vraag

Doelen van vandaag
  •  Je kunt uitleggen dat bij bevruchting elk van de ouders de helft van de chromosomen levert.

  • Je kunt het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting uitleggen. 

  •  Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting

Slide 39 - Tekstslide

Je kunt uitleggen dat bij bevruchting elk van de ouders de helft van de chromosomen levert. Ga je gang:

Slide 40 - Open vraag

Je kunt het verschil tussen geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting uitleggen. Ga je gang:

Slide 41 - Open vraag

Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting. Ga je gang:

Slide 42 - Open vraag

Hoe goed heb jij antwoord kunnen geven op de doelen die ik aan het begin van de les heb gesteld?
A
Niet goed
B
Mwa
C
Goed
D
Heel goed, tevreden!

Slide 43 - Quizvraag

Geef jezelf een cijfer voor je doorzettingsvermogen bij deze les, leg uit waarom dit cijfer in minimaal 15 woorden.

Slide 44 - Open vraag

Hehe, dat was een hele bevalling... 


Nu ben je echt klaar. 

Volgende week gaan we verder met ongeslachtelijke voortplanting bij planten. 

Slide 45 - Tekstslide