aan de slag: opdracht dialogen afmaken + starten opdrachten 'show, don't tell'
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Wat doen we vandaag?
herhaling leerdoelen vorige week
leerdoelen deze week
interactieve instructie leerdoelen
cijfers toetsweektoets
aan de slag: opdracht dialogen afmaken + starten opdrachten 'show, don't tell'
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen vorige week
Je kunt uitleggen hoe je een dialoog schrijft en daarbij varieert in taalgebruik.
Je kunt een dialoog schrijven en daarbij variëren in taalgebruik.
Slide 2 - Tekstslide
Welke drie manieren van beschrijven kun je gebruiken om een dialoog te schrijven?
Slide 3 - Open vraag
Welke synoniemen voor 'zeggen' kun je bedenken?
Slide 4 - Woordweb
Schrijf de volgende zinnen uit in de directe rede. Dit kan op verschillende manieren
Mickey zei tegen June dat hij dolverliefd op haar was en dat hij heel graag met haar wilde trouwen. Gelukkig wilde June dat ook.
Slide 5 - Open vraag
Als je een context bij een dialoog moet bedenken, welke dingen kun je dan beschrijven? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
ruimte(plaats)
B
tijd
C
weer
Slide 6 - Quizvraag
Leerdoelen deze week
Je kunt uitleggen wat 'show don't tell' is
Je kunt 'show don't tell' zelf gebruiken in een verhaal
Slide 7 - Tekstslide
Maak hier een printscreen van
Tell: ‘Ryan is boos en gooit zijn speelgoedauto door de kamer.’
Show: ‘Ryan perst zijn lippen op elkaar en balt zijn vuisten. Met fronsende wenkbrauwen kijkt hij naar zijn speelgoedauto. Gisteren reed de auto nog als een speer in het rond…? Driftig grist hij hem van de grond en smijt hem hard tegen de muur.’
Slide 8 - Tekstslide
Gebruik je printscreen van de vorige dia. Wat probeert de schrijver te bereiken bij een lezer wanneer hij 'showt' in plaats van 'tellt'?
Slide 9 - Open vraag
Theorie 'show, don't tell'
We lezen samen de theorie.
Slide 10 - Tekstslide
Herschrijf de volgende zin, vermijd ‘tell’ en gebruik zo veel mogelijk “show”.
Tell: Nadine verstopte zich achter het groepje leerlingen en liet Ron voorbij lopen zonder dat hij haar zag. Show:…………
Slide 11 - Open vraag
Herschrijf de volgende zin, vermijd ‘tell’ en gebruik zo veel mogelijk “show”.
Tell: Balthazar geeft Romée een zwarte doos met opdruk en loopt weg. Romée moet lachen om de inhoud van de doos. Show:…………
Slide 12 - Open vraag
Opdracht deze week
opdracht week 12: dialogen
opdracht deze week: opdracht 2, 3 en 4. Zie studiewijzer week 13.
Opdrachten week 13 lever je in op papier, je maakt dit tijdens de les.
Niet klaar? Terugkomen om 15.00u.
Niets ingeleverd? 1 punt van jouw tussentoetscijfer af.
Slide 13 - Tekstslide
Iedere spreker 5x, dus sowieso 10 regels.
Dan context erbij, ook weer een paar regels... Maak een leuk verhaaltje en kijk niet op een paar woorden, maak iets moois!