U6; Test prep

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Welcome

Get into the lesson up!

Schedule

This lesson:

Finish Unit 6

Test prep.

Volgende week toets

Study: p. 230 - 236

• Words NL – EN and EN – NL

• Grammar; past simple, Dezelfde klank, Some/any, Who/which

• Expressions; A/B/C/D; NL-EN en EN – NL

Wat is de past simple?

Past simple

Normale zinnen:

regelmatige werkwoorden

hele werkwoord +ed

(to walk) --> walked

Past simple

Onregelmatige werkwoorden:

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
I ..... (to do) my homework yesterday.

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
She ...... (to dance) all night.

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
We ...... (to think) we were on time.

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
I ...... (to make) the cake yesterday.

Zet het werkwoord in de verleden tijd:
We ..... (to walk) to school yesterday

Let's get to work

Assignments 8, 9, 10 (page 224)

10 minutes, individually

Need help? raise your hand

Finished? Scan the QR and practice words on blooket. 

Some/any

Normale zin:

gebruik je altijd = Some

I've got some strawberries for you.

Ontkennende zin:

Gebruik je altijd = Any

I don't have any strawberries

Some/Any

Vraagzin: 

- Je verwacht dat het antwoord "ja" is = Some

Can I have some water, please?

- Je hebt geen idee wat het antwoord gaat zijn = Any

Do we have any milk?

Do you have ...... idea what time it is?

1. some
2. any

I have ..... strawberries in the back.

1. Some
2. Any

Can I have .... sugar?

1. Some
2. Any

I haven't got .... plans.

1. Some
2. Any

Who/Which

Who: Gebruik je om te verwijzen naar mensen

Example: This is the man who helped me.

Which: Gebruik je om te verwijzen naar dieren en dingen.

Example: This is the house which dad bought.

That is the girl .... left.

1. Who
2. Which

That is the cat ..... i got.

1. Who
2. Which

Is this the car .... you bought from your parents?

1. Who
2. Which

Do you know ...... drew this?

1. Who
2. Which