Begrijpend lezen tekstverbanden en signaalwoorden 1

Tekstverbanden en signaalwoorden
Leerdoel: 
Dat je tekstverbanden kunt herkennen in teksten.
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Tekstverbanden en signaalwoorden
Leerdoel: 
Dat je tekstverbanden kunt herkennen in teksten.

Slide 1 - Tekstslide

welke tekstdoelen ken je?
A
overtuigen, informeren, instrueren
B
informeren, uitleggen, overhalen
C
amuseren, instrueren, vragen
D
uitleggen, amuseren, gamen

Slide 2 - Quizvraag

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Titel, inleiding en kern
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Samenvatting, kern en slot
D
Titel, Inleiding en slot

Slide 3 - Quizvraag

Wat is waar?
A
In de inleiding geef jij je eerste argument
B
In de inleiding geef je de conclusie
C
In de inleiding geef je aan waar het over gaat
D
In de inleiding leg jij je standpunt uit

Slide 4 - Quizvraag

Wat staat er in het slot
A
conclusie
B
uitleg
C
onderwerp
D
deelonderwerp

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn deelonderwerpen?
A
alinea's
B
verschillende aspecten van het onderwerp
C
inleiding - middenstuk-slot
D
middenstuk

Slide 6 - Quizvraag

Lesdoel

Je herkent signaalwoorden en 
je ontdekt verbanden in een tekst

Slide 7 - Tekstslide

Wat weet je over tekstverbanden en signaalwoorden?

Slide 8 - Open vraag

Wat wil je leren over tekstverbanden en signaalwoorden?

Slide 9 - Open vraag

Je ziet tekstverbanden en signaalwoorden door elkaar. Zoek de woorden die bij elkaar horen.
Net als
Als
Kortom
Omdat
Maar
Samenvattend
Tegenstellend
Vergelijkend
Voorwaarde
Tijd

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Video

Tekstverbanden
Zinnen en alinea’s staan in een bepaalde volgorde in een tekst en deze hebben iets met elkaar te maken.

De schrijver gebruikt signaalwoorden om te laten zien wát de zinnen en de alinea’s met elkaar te maken hebben.
Een goed opgebouwde tekst heeft logische verbanden tussen de verschillende zinnen en alinea’s.

Vraag: waarom is het handig om tekstverbanden te herkennen?

Slide 12 - Tekstslide

Tekstverbanden

Slide 13 - Tekstslide

opsomming
tegenstelling
reden/ argument
conclusie
kortom
ten eerste
omdat
want
dus
hoewel
vervolgens
echter

Slide 14 - Sleepvraag

Ik heb ruim een uur gesport, toch ben ik niet moe.

Wat is het signaalwoord in deze zin?
A
Ruim
B
Niet
C
Ik
D
Toch

Slide 15 - Quizvraag

Tekstverbanden: Oorzaak of reden
Een oorzaak heeft een gevolg, je hebt daar geen invloed op. Dit geldt alleen voor dingen, niet voor mensen.

Een reden gebruik je alleen bij mensen, als ze iets te kiezen hebben.

Slide 16 - Tekstslide

Tekstverbanden: Aanleiding of doel-middel
Een aanleiding is een gebeurtenis, dat wat iets in beweging zet.

Als je iets wilt bereiken (doel) en je gebruikt daar iets anders voor (middel) dan is dat doel-middel.


Slide 17 - Tekstslide

Kies het juiste tekstverband: 

doel-middel 
reden
oorzaak
aanleiding

Slide 18 - Tekstslide

Vanwege het lawinegevaar konden we niet gaan skiën. Hier is sprake van een .....

Slide 19 - Open vraag

De spoorbomen zijn gesloten dus we kunnen niet oversteken. Hier is sprake van een....

Slide 20 - Open vraag

Aangezien ik Anna niet zo aardig vind, heb ik weinig zin om naar dat feestje te gaan. Hier is sprake van een.....

Slide 21 - Open vraag

Om mijn Engels te verbeteren, gebruik ik een online cursus Engels. Hier is sprake van ....

Slide 22 - Open vraag

Theorie!
Nu Nederlands online/ Formuleren 
2.2 Signaalwoorden 
 Lezen 
2.3 Signaalwoorden

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Check


Je kunt signaalwoorden herkennen

Je kunt het tekstverband benoemen

Slide 33 - Tekstslide

Succes!

Slide 34 - Tekstslide