Hv1b -- 23-09-2024

Hv1b -- 25-09-2024
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hv1b -- 25-09-2024

Slide 1 - Tekstslide

For Today:
- NewsRound
- Check SO
- To be [explanation + Practice]
- Homework

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Check SO
Next, let's check your SO.

Please, pay attention while I go over the answers with you.

Slide 4 - Tekstslide

1 -- R -- 8 points

Slide 5 - Tekstslide

2 R -- 5 points

Slide 6 - Tekstslide

3 -- BONUS!

Slide 7 - Tekstslide

To be [explanation + practice]

Slide 8 - Tekstslide

Wat is "to be"
to be = werkwoord (verb)
to be = zijn

Slide 9 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'

Ik
ben
Jij
bent
zij
is
Hij 
is
Het
is
Wij
zijn
Jullie
zijn
Zij
zijn
I
am
I'm
You
are
You're
She
is
She's
He
is
He's
It
is
It's
We
are
We're
You
are
You're
They
are
They're

Slide 10 - Tekstslide

To be betekent:
A
hebben
B
zijn
C
doen

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de vormen van 'to be'?
A
I - you -he
B
am - are - is
C
are
D
geen idee

Slide 12 - Quizvraag

To be:
We...
A
is
B
am
C
are

Slide 13 - Quizvraag

To be:
They...
A
are
B
am
C
is

Slide 14 - Quizvraag

To be:
He...
A
are
B
am
C
is

Slide 15 - Quizvraag

To be: I
A
are
B
am
C
is

Slide 16 - Quizvraag

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
negative
(ont-
kennend)
I
am not
I'm not
You
are not
You're not
She
is not
She's not
He
is not
He's not
It
is not
It's not
We
are not
We're not
You
are not
You're not
They
are not
They're not
Ik
ben niet
Jij
bent niet
zij
is niet
Hij 
is niet
Het
is niet
Wij
zijn niet
Jullie
zijn niet
Zij
zijn niet

Slide 17 - Tekstslide

werkwoord 'zijn'


verb 'to be'
'To be'
question
(vragend)
Ben
ik?
Ben
jij?
Is
zij?
Is
hij?
Is
het?
Zijn
wij?
Zijn
jullie?
Zijn
zij?
Am
I
Are
you?
Is
she?
Is
he?
Is
it?
Are
we?
Are
you?
Are
they?

Slide 18 - Tekstslide


To be:
... it going to be a difficult test?
A
am
B
to be
C
are
D
is

Slide 19 - Quizvraag

To be:
They ... happy.
A
is
B
am
C
are

Slide 20 - Quizvraag

To be
Wat zijn 3 vormen van to be?

Slide 21 - Open vraag

(to be)
I ......... happy.

Slide 22 - Open vraag

Maak de ontkenning met 'to be':
She ...... (to be) happy.

Slide 23 - Open vraag

Op de volgende twee slides staan links naar websites om verder te oefenen met "To be". Dit zijn korte opdrachten, wil je wat meer oefenen, doe dat!

Zo niet, ga dan aan de slag met je huiswerk.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

Homework
For next class:

- Do ex. 8 to 12 of 1.4
- Study Box 1.2 to 1.4

Slide 27 - Tekstslide