6.1 Herhaling 2024

6.1 De achtergrond van het conflict



Tijd van televisie en computer
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.1 De achtergrond van het conflict



Tijd van televisie en computer

Slide 1 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
Diaspora
Ottomaanse Rijk
Mandaatgebieden
Arabisch nationalisme
Antisemitisme
Pogroms
Zionisme

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
Diaspora: De verspreiding van de Joden over de wereld.
Ottomaanse Rijk: Het Turkse Rijk (1450-1918)
Mandaatgebieden: Land dat werd bestuurd door Fr. of GB. uit naam van de Volkenbond/Verenigde Naties
Arabisch nationalisme: De wil om in het Midden-Oosten één Arabische staat te stichten. 
Antisemitisme: Jodenhaat
Pogrom: Geweldadige, georganiseerde aanval tegen Joden.
Zionisme: Joods nationalisme met de wil naar een eigen land. 

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijke punten

Slide 4 - Tekstslide

Diaspora
  • 3000 jaar geleden lag waar nu Israël ligt het Joodse koninkrijk Judea waar ze ÉÉN God vereerden in een Tempel.
  • Na een Joodse opstand vernietigden de Romeinen de Tempel (70 na Christus).
  • Veel  Joden trokken weg uit het gebied. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Religie
  •  Uit het joodse geloof ontstond het christendom en in de 7e eeuw kwam de islam op.
  • Overeenkomsten:
  1. Eén helig boek
  2. Eén God (monotheïsme)
  3. Jeruzalem is belangrijk!

Slide 7 - Tekstslide

1900-1939
  • Rond 1900 hoorde een groot deel van het islamitische Midden-Oosten bij het Ottomaanse Rijk. 
  • Het ooit machtige Ottomaanse Rijk werd in de 19e eeuw steeds zwakker door  GB. en FR.
  • Zij wilden ook wereldrijken en in het Midden-Oosten meer macht. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Mandaat
  • Eerste Wereldoorlog: Westerse landen veroveren een groot stuk van het Ottomaanse Rijk.
  • Het deel van de Britten en de Fransen werd opgesplitst in mandaatgebieden en zouden ooit zelfbestuur krijgen. 
  • Een van de Britse mandaatgebieden was Palestina. 

Slide 10 - Tekstslide

Nationalisme
  • Veel Arabieren waren aanhangers van het Arabisch nationalisme.

  • Britten beloofden de stichting van een staat te steunen.

  • De Arabieren dachten dat Palestina hierbij zou horen.  

Slide 11 - Tekstslide

Joden
  • In West- en Oost-Europa Antisemitisme.
  • In Oost-Europa: pogroms.
  • Oplossing? Zionisme. Een eigen Joodse staat zou dit oplossen.
  • Waar? In Palestina. Zij zagen dit als het land waar zij oorspronkelijk vandaan kwamen.

Slide 12 - Tekstslide

Probleem...
  • De Britten hadden Palestina aan de Arabieren beloofd. 
  • De Britse minister Arthur Balfour beloofde ook aan de zionisten dat ze een staat in Palestina mochten stichten (1917).
  • Hierdoor ontstond er dus een probleem.

Slide 13 - Tekstslide

Verhuizen
  • Steeds meer Joden verhuisden naar Palestina. Na de Holocaust kwam dit in een stroomversnelling.
  • Dit zorgde voor de Tweede Wereldoorlog al voor veel spanningen tussen de Joden en de Palestijnen.  

Slide 14 - Tekstslide