Lees, met je maatje, de rest van de tekst en vat per alinea samen. Onderstreep de signaalwoorden voor het verband reden.
Slide 7 - Tekstslide
Tekstgerichte vragen:
Op welke bloemen zijn bijen allemaal dol?
Kun je uitleggen waarom paardenbloemen goed zijn voor bijen?
Hoe zou je ervoor kunnen zorgen dat er meer bijen in je tuin komen?
Maak een kastschema/tabel en schrijf aan de linkerkant dingen die goed zijn voor bijen en aan de rechterkant dingen die slecht zijn.
Hoop jij, net als Iris, ook op veel bijen in je tuin? Waarom wel of niet?
Teken/ontwerp de perfecte tuin voor bijen.
Slide 8 - Tekstslide
Cito-vraag:
‘Als het aan haar ligt, wordt er dit voorjaar in haar tuin meer gezoemd dan ooit.’ Iris wil heel graag meer bijen in haar tuin. Hoe kan ze hiervoor zorgen?
Bekijk het schema.
Schema: Wat helpt er om meer bijen in de tuin te krijgen?
Alinea 1 (inleiding)
raapzaad
Alinea 2 (Lokken)
korenbloemen en paardenbloemen
Alinea 3 (Redden)
X
Wat moet er op de plaats van de x komen te staan?
A: bloemenmix B: spectaculaire bloemen
C: insectenhotel D: bijenhotel
Slide 9 - Tekstslide
Antwoord gevonden op je vraag? Schrijf het antwoord op een andere kleur post-it en plak deze bij de vraag op de vragenmuur.
Zijn er nieuwe vragen ontstaan? Schrijf ze op post-its.
Klopte het idee dat we hadden over het soort tekst en het doel van de schrijver?
Slide 10 - Tekstslide
In de volgende les gaan we over dit onderwerp in gesprek!
Slide 11 - Tekstslide
Onze cookies
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.