Hoe moet je samenvatten?

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatten: aan de slag!
Wat is er belangrijk als je een samenvatting schrijft?
  • Personen
  • Begrippen
  • Gebeurtenissen
  • Jaartallen

Slide 2 - Tekstslide

Quizlet  - PTO1 kgt1
Samenvatting maken
Hoe kan ik het beste samenvatten?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom samenvatten?
  • Je bent bezig met de stof, waardoor je al aan het leren ben.
  • Hoofd- en bijzaken van elkaar onderscheiden
  • Geeft overzicht

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Problemen
  • Mijn samenvatting is (net zo) lang(er) als de originele tekst
  • Hoe weet ik wat belangrijk is?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofd- en bijzaken
  • Hoofdzaken: de belangrijke zaken uit de tekst

  • Die moeten in je samenvatting komen!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn dan bijzaken?
De minder belangrijke zaken uit de tekst
  • Voorbeelden
  • Details


Deze laat je weg in je samenvatting!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordat je de tekst gaat lezen
  • Kijk je naar de structuur van de tekst.
  • Waarom?
  • Zo krijg je een overzicht van de tekst en weet je wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daarna?
Lees je de hele tekst goed door. Liefst zelfs twee keer. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende manieren om samen te vatten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een mindmap
W-vragen en H-vraag
Wie?
Wat?
Waar?
Wanneer?
Hoe?


Dit zijn vragen die vaak in een samenvatting beantwoord dienen te worden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting met de structuur van het boek

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnen
Tenzij je docent je expliciet zegt dat je een bron moet leren, hoef je dit niet samen te vatten (= bijzaak)

Tip: kijk je gemaakte opdracht bij de bron wel goed door.
Leervragen
In dit boek worden de belangrijkste leervragen genoteerd bij dit hoofdstuk / deze paragraaf.

Tip: neem ze op in je samenvatting en beantwoord ze! (=hoofdzaken)

Bij geschiedenis en aardrijkskunde worden ze ook wel de 'kennen en kunnen genoemd'.
Samenvatten met de structuur van de tekst
Gebruik dezelfde kopjes en vat hieronder belangrijkste zaken samen.

Tip: gebruik tekens om wat overzicht te krijgen, zoals:
--> (gevolg)
= (conclusie, uitkomst)
Etc.
Dikgedrukte woorden
Zijn begrippen waar je de definitie (=betekenis) van moet kennen.
Neem ze op in je samenvatting

Om begrippen te leren, kun je eventueel ook dezelfde strategie om woordjes te leren gebruiken (kaartjesmethode bijv.)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofd en bijzaken
 In teksten zitten hoofd- en bijzaken:
Hoofdzaken: ga op zoek naar de kernzin in iedere alinea (vaak de eerste of de laatste zin). Deze zinnen bevatten vaak ook begrippen
- Bijzaken: vaak extra informatie (informatie die je ook kan weghalen).
Met behulp van jouw leerdoelen kun je bepalen wat hoofd- en bijzaken zijn: welke informatie is nodig om jouw leerdoelen te kunnen beantwoorden?


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een goede samenvatting
  1. Lees het hoofdstuk goed door.
  2. Neem de titels van het hoofdstuk, de paragrafen en de tussenkopjes over. 
  3. Elke alinea begint of eindigt vaak met een kernzin. Die zin vertelt precies waar de alinea over gaat. Zoek deze op!
  4. Beschrijf nu in eigen woorden waar de paragrafen en tussenkopjes over gaan. Wat is belangrijk? Waarom is iets op deze manier gegaan?
  5. Maak een samenvatting van je samenvatting. Hou alleen sleutelwoorden over.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Post-it methode 
- Neem voor elk leerdoel 1 post-it. 
- Op deze post-it schrijf je het antwoord op elk leerdoel, je mag dus niet meer tekst opschrijven dan erop past. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatten
Wat is er belangrijk als je een samenvatting schrijft?
  • Personen: wie? 
  • Jaartallen: wanneer? 
  • Gebeurtenissen: wat?
  • Oorzaken: waardoor? 
  • Gevolgen: daarna. 

Slide 23 - Tekstslide

Quizlet  - PTO1 kgt1
Samenvatting maken
Verschillende soorten samenvattingen
  • Mindmap
  • Kolommenschema
  • Structuur van de tekst
  • Post-it-methode

Denk aan
  • Enkel de hoofdzaken noteren
  • Het gebruiken van symbolen, zoals '--->' (gevolg), of '=' (synomiem) etc. 
  • Het gebruiken van kleurtjes

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Chronologie/tijdlijn
  • Biedt overzicht
  • Geeft oorzaken en gevolgen snel weer

Maar: 
Tijdbalk is géén samenvatting, dus is op zichzelf niet genoeg!
Het is wel handig om te maken en te gebruiken als hulpmiddel bij het leren. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak je een tijdbalk?
Dat is dus GEEN samenvatting maar het geeft samenhang tussen gebeurtenissen weer. 
Het is een mooi overzicht in oorzaak-gevolg relaties
Omschrijvingen van begrippen horen niet in een tijdbalk. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Aan de slag: waar staat de kernzin? 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting maken: kies een methode en ga aan de slag met je eigen samenvatting!
Verschillende soorten samenvattingen
  • Mindmap
  • Kolommenschema
  • Structuur van de tekst
  • Post-it-methode

Denk aan
  • Enkel de hoofdzaken noteren
  • Het gebruiken van symbolen, zoals '--->' (gevolg), of '=' (synomiem) etc. 
  • Het gebruiken van kleurtjes

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies