Je vais toujours à Paris (ik ga altijd naar Parijs)
Als je deze zin ontkenning moet maken met 'nooit', vervalt 'altijd'
Je ne vais jamais à Paris
Tu as déjà mangé la pomme? (Heb je de appel al gegeten?)
Als je deze zin ontkennend moet maken met 'nog niet', vervalt 'al'
Tu n'as pas encore mangé la pomme?