WGS 2SKA

WGS 2SKA
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

WGS 2SKA

Slide 1 - Tekstslide

Geloofwaardig
A
Makkelijk te geloven
B
Niet te geloven

Slide 2 - Quizvraag

Gezichtsbedrog
A
dreigend aanwezig zijn
B
Iets laten zien wat werkelijk anders is

Slide 3 - Quizvraag

Overleven
A
Met moeite in leven blijven
B
Kleur die ervoor zorgt dat je in je omgeving niet opvalt

Slide 4 - Quizvraag

Roofdier
A
Dier dat andere dieren opeet
B
DIer dat opgegeten wordt

Slide 5 - Quizvraag

Vertel nooit je pincode
A
De pincode kan dan in verkeerde handen vallen
B
In goede handen zijn

Slide 6 - Quizvraag

Welk voorvoegsel zit in onherkenbaar
A
baar
B
on

Slide 7 - Quizvraag

Loeren is
A
Heel goed kijken
B
Heel goed luisteren

Slide 8 - Quizvraag

Wat verandert er door een achtervoegsel

Slide 9 - Woordweb

Een voorbeeld van een lidwoord is
A
de
B
heten
C
het

Slide 10 - Quizvraag

Een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord is
A
Deur
B
Duur
C
De

Slide 11 - Quizvraag

Een werkwoord is een
A
Doe woord
B
Zegt iets over een ander woord

Slide 12 - Quizvraag

Een telwoord zegt
A
Waar iets is
B
Hoeveel iets is

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij
A
De
B
Het
C
Een
D
En

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij
A
Storm
B
Nederland
C
Twee
D
Bos

Slide 15 - Quizvraag

Sommige mensen doen domme dingen
(noem een bijvoeglijk naamwoord)

Slide 16 - Woordweb

Alle mensen kennen de gevaren van wilde dieren
(noem het werkwoord)

Slide 17 - Woordweb

De eerste leeuw liet de man begaan
(noem het telwoord)

Slide 18 - Woordweb

Bij een sterk werkwoord verandert de klank als je de persoonsvorm in de verleden tijd zet.
De orkaan komt aan land boven Florida. 


Slide 19 - Tekstslide

Afgelopen zaterdag .... zijn verjaardag
A
Vierde
B
Viert

Slide 20 - Quizvraag

Om het te vieren ... we in een restaurant
A
eten
B
aten

Slide 21 - Quizvraag


A

Slide 22 - Quizvraag

Doe de wasbeer tekst, bladzijde 134

Slide 23 - Tekstslide