Blaasspoeling

Blaasspoelen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Blaasspoelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


De blaas is een holle spier die urine kan opslaan en lozen. Als de blaas gevuld raakt, volgt de aandrang om te urineren. De drang tot urineren ontstaat bij de ene persoon sneller dan bij de andere. Gemiddeld treedt de aandrang op bij een blaasvulling van 300 tot 400 milliliter.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

blaas of katheter spoelen?
verschillende protocollen:
Spoelen van de blaas en spoelen van de katheter lijken veel op elkaar. Toch zit er een groot verschil in het doel van de handelingen.

 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel: Blaasspoelen
medicatie aan brengen aan de blaaswand (blaasinstillatie) bloedstolsels of debris (bezinksel) uit de blaas te verwijderen

ruime hoeveelheid spoelvloeistof
afgesproken tijd in blaas

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blaasspoelingen gebeuren via een eenmalig ingebrachte katheter of via een verblijfskatheter. Bij het spoelen van de blaas wordt via de katheter een vloeistof met een bepaalde samenstelling in de blaas gebracht. De vloeistof verlaat de blaas na kortere of langere tijd weer via de katheter. Het spoelen van de blaas gebeurt in opdracht van de arts.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel katheter spoelen:
katheter doorgankelijk te houden door aanslag/verkalking aan de binnenkant van de katheter te voorkomen en te verwijderen

indicatie: (snel) verstopte katheter

 kleine hoeveelheid spoelvloeistof korte tijd

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij hoeveel milliliter urine in de blaas treedt gemiddeld aandrang op
A
100-150
B
150-250
C
300-400
D
400-500

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

open spoelsysteem
Zit los van de katheter 
infectierisico 


Materiaal
blaasspuit 50 ml
  zakje 50-100 ml steriele vloeistof (Urotainer®).

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gesloten systeem
Driewegkatheter
            Continu blaasspoeling

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Complicaties
blaaskrampen
aantasting blaaswand
blaasinfectie 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwijze
opdracht arts
Hygienisch werken!
desinfecteren aansluitpunt
spoelvloeistof lichaamstemperatuur
inlopen door middel van zwaartekracht 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2

Slide 12 - Video

Het neerleggen van de katheter in het onsteriele bakje heeft niet de voorkeur
Is dit een gesloten of open systeem?
A
open
B
gesloten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang ga je door met spoelen?
A
50 ml
B
tot er geen stolsel meer komen
C
2 volle spuiten

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welk doel heeft blaasspoeling?
A
katheterslang open houden
B
toedienen van medicatie
C
standaard verzorging blaaskatheter
D
verlengen levensduur katheter

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

bij een open spoelsysteem zit het spoelsysteem los van de katheter
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is de ideale temperatuur van de spoelvloeistof bij blaasspoelen
A
kamertemperatuur
B
20 graden
C
lichaamstemperatuur
D
30 graden

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem de 3 meest voorkomende blaasspoelvloeistoffen

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

NaCL 0.9% - Solutio G - Solutio R
  • Wat is het
  • Werking
  • Hoe in te brengen
  • Inwerktijd
  • Evidend base
  • Verschil tussen actief en passief blaasspoelen





Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Solutio G
  • Voorkomen van kristallisatie van fosfaten en oplossen van
bestaande verkalking van katheter zelf
  • Licht hypotone vloeistof die minder  irritatie in de blaas veroorzaakt door toevoeging van magnesium
  • Frequentie advies: 2 a 3 x per week
  • 5 minuten in laten werken

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Solutio R
  • Hardnekkige kristallisatie waar Solutio G onvoldoende is
  • Hogere concentratie citroenzuur en gluconolacton
  • Frequentie advies: 2 a 3 x per week v
  • 5 minuten in laten werken

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wist jij dit?
Bij zorgvragers met een chronische blaasontsteking heeft spoelen met alleen fysiologisch zout of solutio G of R geen zin. Deze vloeistoffen hebben namelijk geen antibacteriële werking. Chloorhexidine is een isotone blaasspoeling en heeft deze werking wel. Deze vloeistof voorkomt dat bacteriën zich samenbundelen en verhelpt urineweginfecties.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Encrustratie, debris en Biofilm
• Encrustatie of korstvorming is een gevolg van bacteriën in de urine, meestal Proteus mirabilis, die een enzym produceren dat urease heet en dat ureum opdeelt in ammoniak en kooldioxide. Het gevolg hiervan is dat de alkaliteit stijgt, hetgeen de ideale omstandigheden creëert voor de ontwikkeling van kristallen. De kristallen ontwikkelen zich rondom de openingen, ballon en het binnenste lumen van de katheter 
• Débris wordt veroorzaakt door urotheelcellen uit de blaas, tumoren die cellen afgeven, bloed van een infectie, ziekte, felle pus bij UWI, urologische chirurgie of urologisch letsel, of slijmcellen.
• Biofilm is een dun laagje micro-organismen dat zich hecht aan de oppervlakte van een organische of niet-organische structuur, samen met de polymeren die ze uitscheiden 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies