H2 De maatschappij in de nieuwe eeuw

H2 De maatschappij in de nieuwe eeuw
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
KuaMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 De maatschappij in de nieuwe eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme

Slide 2 - Tekstslide

Het impressionisme is een kunststroming, ontstaan vanuit de schilderkunst. De beweging ontstond in Frankrijk na 1850. 
Het idee achter het impressionisme is dat de schilder een "impressie" ofwel een specifieke indruk wilden achterlaten op hun publiek. Er werd veel geschetst en in de buitenlucht gewerkt. Dat was mogelijk door nieuwe ontwikkelingen zoals de verf tubes. 

Bij de schilderijen van het impressionisme zie je heel duidelijk de schildertoets (de kwast streken). Dat is een groot kenmerk van deze stroming. 

Kunstenaars gingen in deze periode ook meer kijken naar het licht en wat dat met kleuren doet. Zo heeft bijvoorbeeld Monet vele schilderingen gemaakt van de waterlelies in zijn vijver op verschillende periodes van de dag.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

POSTIMPRESSIONISME

Het postimpressionisme wil vooral verder gaan dan alleen weergeven wat kan worden waargenomen.




Cezanne - constructie
Gauguin - symboliek
Van Gogh - expressie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe denkers (pag. 15)
Darwin ontleent zijn roem aan zijn theorie dat evolutie van soorten wordt gedreven door natuurlijke selectie. Survival of the fittest. De sterksten zullen overleven en zich verder ontwikkelen.
De grondlegger van de psychoanalyse. In 1899 verscheen zijn boek 'Die Traumdeutung', over de relatie tussen het onbewuste en de inhoud van dromen. In dromen zouden verborgen boodschappen van het onderbewustzijn zitten: dromen zijn verkapte vervullingen van onbewuste wensen. Door dromen te analyseren kon men dus dingen over het onbewuste te weten komen.
De grondlegger van de quantummechanica. In het kort is dat onderzoek naar het grootst denkbare deel van het universum en het meest kleine denkbare deeltje. Hij was op zoek naar de essentie van de dingen om zich heen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fotografisch onderzoek naar beweging door Edweard Muybridge

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kunststromingen
Romantiek
Realisme
Symbolisme
1775
1880
Jugendstil,
Art Nouveau
1850

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunststromingen
Impressionisme
Expressionisme
Kubisme
Futurisme
1880
1910
Pointillisme
Impressionisme
1905

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kunststromingen
De Stijl
Surrealisme
Suprematisme en Constructivisme
Dadaïsme
1915
1920

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Romantiek
Eind 18 eeuw
 Onderwerpen uit de nationale geschiedenis. Het laten zien van de grootsheid van de natuur. Ook exotische figuren, sprookjes, dromen en onbereikbare idealen. Samenhang tonen tussen natuur, mens en het goddelijke.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Realisme
Halverwege 19e eeuw
Landschappen en het dagelijkse harde bestaan van gewone mensen.
Weergave van de realiteit.
Uitvinding van de tube verf waardoor schilders in de natuur konden gaan schilderen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Symbolisme
Begin 20e eeuw
Voorstelling van droombeelden, gebruik van symbolen, mysterie en geheimzinnigheid.
Subjectieve i.p.v. objectieve benadering, emotie boven verstand.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jugendstil, Art Nouveau
Eind 19e - begin 20e eeuw
Vooral een decoratieve stijl. Motieven geïnspireerd op planten en bloemen. Organische vormen, gebogen lijnen. Architectuur, meubels, interieur, sieraden en grafiek.
Met de hand gemaakte producten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme
Eind 19e eeuw
Snelle schetsmatige schildertechniek. Vangen van het moment in licht en kleur. Buiten schilderen. Losse verftoetsen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pointillisme
Eind 19e eeuw
Schilderen met ongemengde kleuren. Naast elkaar in stippen gezet, het oog mengt het tot kleurvlakken.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kubisme
Begin 20e eeuw
Voorstelling vereenvoudigd tot geometrische en hoekige vormen. Meerdere aanzichten in één beeld. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Expressionisme
Begin 20e eeuw
Geen natuurgetrouwe weergave, maar een vereenvoudigde of gedeformeerde werkelijkheid. Sprekende en felle kleuren. Laten zien wat je voelt ipv wat je ziet.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Futurisme
Begin 20e eeuw
Verbeelden van de snelheid en dynamiek van de moderne tijd (industriële revolutie). Vastleggen van bewegingsmomenten.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Stijl
Begin 20e eeuw
De Stijlgroep streefde naar een nieuwe universele vormgeving in architectuur, toegepaste vormgeving en beeldende kunst. Geen emotie, geen decoratie, geen expressiviteit maar puur vorm.  'Vorm volgt functie.' Abstracte, geometrische vormen.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suprematisme en Constructivisme
Na de Russische revolutie van 1917
Abstracte, geometrische vormen. Pure kleuren plus zwart en wit. Tegen subjectief individualisme. Kunst is autonoom (Suprematisme). Bewondering voor machines, de architect en toegepaste technische constructies (Constructivisme).

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dadaïsme
Begin 20e eeuw
Opzettelijk irrationele, absurde voorstellingen. Afwijzen van esthetiek en morele waardes in de kunst. Collages, fotomontages, readymades en assemblages.


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Surrealisme
Vanaf 1924
Surrealisme uit het Frans: 'Boven de werkelijkheid.'
Fantasie, onbewust, dromen, toeval, associaties.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme
Pointillisme
Suprematisme en Constructivisme
Jugendstil/
Art Nouveau
Symbolisme

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Impressionisme
Pointillisme
Suprematisme en Constructivisme
Jugendstil/
Art Nouveau
De Stijl

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Expressionisme
Futurisme
Kubisme
Surrealisme
Dadaïsme

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Stijl
Futurisme
Kubisme
Surrealisme
Dadaïsme

Slide 27 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opkomst Nationaal-socialisme
De periode tussen de twee wereldoorlogen in wordt het Interbellum genoemd (van 1918 tot 1939).

Belangrijke leiders:
  • Mussolini (Italië)
  • Hitler (Duitsland)
  • Stalin (Sovjet-Unie)


Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tweede wereldoorlog 
4 oorzaken:
  • ergernis over afloop WO I
  • economische crisis (arm)
  • politieke crisis ( niet eens)
  • opkomst nationaal socialisme ( ons land is het allerbeste!)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies